Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CN0156

    Zaak C-156/12: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landesgericht Salzburg (Oostenrijk) op 30 maart 2012 — GREP GmbH

    PB C 194 van 30.6.2012, p. 9–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    30.6.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 194/9


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landesgericht Salzburg (Oostenrijk) op 30 maart 2012 — GREP GmbH

    (Zaak C-156/12)

    2012/C 194/14

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Landesgericht Salzburg

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Freistaat Bayern

    Verwerende partij: GREP GmbH

    In tegenwoordigheid van: Revisor bij het Landesgericht Salzburg

    Prejudiciële vragen

    1)

    Moet artikel 51, lid 1, eerste volzin, van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie in die zin worden uitgelegd dat ook een procedure ter verkrijging van een verklaring van uitvoerbaarheid van in een andere lidstaat gegeven beslissingen in die zin van artikel 38 e.v. van verordening nr. 44/2001 (1), binnen de werkingssfeer van het Handvest valt?

    2.a)

    Zo ja, omvat het in artikel 47 van het Handvest verankerde beginsel van het recht op een daadwerkelijke rechterlijke bescherming het recht op vrijstelling van de betaling van gerechtskosten, met name van een bij het instellen van een beroep te betalen forfaitair bedrag, en/of van kosten van bijstand door een advocaat in een sub 1 bedoelde procedure?

    2.b)

    Geldt dit ook voor de volgens het nationale recht te voeren executieprocedure, of op zijn minst voor het beroep dat tegelijkertijd mede het verzoek om toestemming tot executie betreft, wanneer het gerecht over het verzoek om uitvoerbaarverklaring en over de toestemming tot executie in één beslissing tezamen uitspraak heeft gedaan?

    3)

    Volgt een recht op rechtsbijstand (bijstand in de proceskosten) in bovenbedoelde zin eventueel subsidiair uit artikel 43, lid 1, van verordening nr. 44/2001 en/of artikel 6, lid 1, EVRM, indien in het nationale recht voor het instellen van bovenbedoelde voorziening in rechte (in casu: beroep tegen een niet-contentieuze beslissing van de rechter) het gebruik van een advocaat verplicht is gesteld?


    (1)  Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB 2001, L 12, blz. 1).


    Top