EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CN0001

Zaak C-1/12: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal da Relação de Lisboa (Portugal) op 3 januari 2012 — Ordem dos Técnicos Oficiais de Contas/Autoridade da Concorrência

PB C 89 van 24.3.2012, p. 12–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

24.3.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 89/12


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal da Relação de Lisboa (Portugal) op 3 januari 2012 — Ordem dos Técnicos Oficiais de Contas/Autoridade da Concorrência

(Zaak C-1/12)

2012/C 89/18

Procestaal: Portugees

Verwijzende rechter

Tribunal da Relação de Lisboa

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Ordem dos Técnicos Oficiais de Contas

Verwerende partij: Autoridade da Concorrência

Prejudiciële vragen

1)

Dient een instelling als de orde van beëdigde boekhouders (OTOC) voor de toepassing van de communautaire mededingingsregels (opleidingsmarkt) in haar geheel als een ondernemersvereniging te worden aangemerkt? Dient het huidige artikel 101, lid 2, VWEU dan aldus te worden uitgelegd dat daaronder ook valt een instelling als de OTOC die, teneinde de gemeenschap een geloofwaardige en kwaliteitsvolle dienstverlening te verzekeren, algemeen verbindende regels vaststelt voor de ontwikkeling van een wettelijke regeling inzake de verplichte vorming van beëdigde boekhouders?

2)

Indien een instelling als de OTOC wettelijk verplicht is in de behoefte aan een stelsel van verplichte vorming voor haar leden te voorzien, mag het huidige artikel 101 VWEU dan aldus worden uitgelegd dat de invoering van het opleidingsstelsel, zoals wettelijk voorgeschreven door de OTOC en door de uitvoeringsbepalingen, ter discussie kan worden gesteld voor zover die maatregel zich ertoe beperkt het wettelijke voorschrift op strikte wijze ten uitvoer te leggen? Of valt een dergelijke aangelegenheid integendeel niet binnen de werkingssfeer van artikel 101 VWEU en dient zij aan de huidige artikelen 56 e.v. VWEU te worden getoetst?

3)

Gelet op de omstandigheid dat in het arrest Wouters (1), zoals in soortgelijke arresten, een regelgeving aan de orde was die op de economische activiteit van de leden van de betrokken beroepsorde een zekere invloed had, verzetten de huidige artikelen 101 en 102 VWEU zich tegen een regelgeving betreffende de vorming van beëdigde boekhouders die niet rechtstreeks op hun economische activiteit van invloed is?

4)

Kan een beroepsorde uit het oogpunt van het Unierechtelijke mededingingsrecht (inzake de opleidingsmarkt) voor de uitoefening van dit beroep eisen dat een uitsluitend door haar verstrekte opleiding wordt gevolgd?


(1)  C-309/99, arrest van 19 februari 2002 — Jurispr. 2002, blz. I-1577.


Top