EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CB0074

Zaak C-74/12: Beschikking van het Hof (Vijfde kamer) van 4 juli 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Giudice di Pace di Revere — Italië) — Strafzaak tegen Abd Aziz Tam (Prejudiciële verwijzing — Geen omschrijving van hoofdgeding — Kennelijke niet-ontvankelijkheid)

PB C 303 van 6.10.2012, p. 8–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

6.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 303/8


Beschikking van het Hof (Vijfde kamer) van 4 juli 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Giudice di Pace di Revere — Italië) — Strafzaak tegen Abd Aziz Tam

(Zaak C-74/12) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Geen omschrijving van hoofdgeding - Kennelijke niet-ontvankelijkheid)

2012/C 303/16

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Giudice di Pace di Revere

Partij in de strafzaak

Abd Aziz Tam

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Giudice di Pace di Revere — Uitlegging van de artikelen 2, 4, 6, 7, 8, 15 en 16 van richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB L 348, blz. 98), en van artikel 4, lid 3, VEU — Nationale wettelijke regeling waarbij een geldboete wordt opgelegd aan de vreemdeling die het nationale grondgebied illegaal is binnengekomen of daar illegaal verblijft — Toelaatbaarheid van het strafrechtelijke feit van illegaal verblijf — Mogelijkheid om de geldboete om te zetten in onmiddellijke uitwijzing voor een periode van ten minste vijf jaar of in een vrijheidsstraf („permanenza domiciliare”) — Verplichtingen van de lidstaten gedurende de omzettingstermijn voor een richtlijn

Dictum

Het verzoek om een prejudiciële beslissing dat door de Giudice di Pace di Revere (Italië) bij beslissing van 26 januari 2012 is ingediend, is kennelijk niet-ontvankelijk.


(1)  PB C 118 van 21.04.2012.


Top