Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CA0234

    Zaak C-234/12: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 18 juli 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale Amministrativo Regionale per il Lazio — Italië) — Sky Italia Srl/Autorità per le Garanzie nelle Comunicazioni (Televisieomroep — Richtlijn 2010/13/EU — Artikelen 4, lid 1, en 23, lid 1 — Reclamespots — Nationale voorschriften die voor betaalzenders kortere maximumzendtijd voor reclame vastleggen dan voor vrij toegankelijke zenders — Gelijke behandeling — Vrij verrichten van diensten)

    PB C 260 van 7.9.2013, p. 16–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
    PB C 260 van 7.9.2013, p. 15–15 (HR)

    7.9.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 260/16


    Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 18 juli 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale Amministrativo Regionale per il Lazio — Italië) — Sky Italia Srl/Autorità per le Garanzie nelle Comunicazioni

    (Zaak C-234/12) (1)

    (Televisieomroep - Richtlijn 2010/13/EU - Artikelen 4, lid 1, en 23, lid 1 - Reclamespots - Nationale voorschriften die voor betaalzenders kortere maximumzendtijd voor reclame vastleggen dan voor vrij toegankelijke zenders - Gelijke behandeling - Vrij verrichten van diensten)

    2013/C 260/26

    Procestaal: Italiaans

    Verwijzende rechter

    Tribunale Amministrativo Regionale per il Lazio

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Sky Italia Srl

    Verwerende partij: Autorità per le Garanzie nelle Comunicazioni

    In tegenwoordigheid van: Reti Televisive Italiane (RTI) SpA, Maria Iaccarino

    Voorwerp

    Verzoek om een prejudiciële beslissing — Tribunale Amministrativo Regionale Per il Lazio — Uitlegging van artikel 4 van richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (PB L 95, blz. 1) — Uitlegging van de artikelen 49, 56 en 63 VWEU en van artikel 11 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, gelezen in samenhang met artikel 10 EVRM zoals uitgelegd door het Europees Hof voor de rechten van de mens — Maximumpercentage voor reclamezendtijd — Nationale regeling die voorziet in een lager maximumpercentage voor betaalzenders dan voor andere televisiezenders

    Dictum

    Artikel 4, lid 1, van richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten), alsook het beginsel van gelijke behandeling en artikel 56 VWEU moeten aldus worden uitgelegd dat zij in beginsel niet in de weg staan aan een nationale regeling zoals die aan de orde in het hoofdgeding, die voor betaalzenders kortere maximumzendtijden voor televisiereclame vastlegt dan voor vrij toegankelijke zenders, mits — hetgeen ter beoordeling is van de verwijzende rechterlijke instantie — het evenredigheidsbeginsel wordt geëerbiedigd.


    (1)  PB C 217 van 21.07.2012.


    Top