Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CA0046

    Zaak C-46/12: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 21 februari 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Ankenævnet for Statens Uddannelsesstøtte — Denemarken) — LN/Styrelsen for Videregående Uddannelser og Uddannelsesstøtte (Burgerschap van de Unie — Vrij verkeer van werknemers — Beginsel van gelijke behandeling — Artikel 45, lid 2, VWEU — Verordening (EEG) nr. 1612/68 — Artikel 7, lid 2 — Richtlijn 2004/38/EG — Artikel 24, leden 1 en 2 — Afwijking van beginsel van gelijke behandeling voor studiefinanciering in vorm van studiebeurs of -lening — Burger van de Unie die in gastlidstaat studeert — Arbeid in loondienst die vóór en na begin van opleiding is verricht — Hoofddoel van betrokkene bij zijn aankomst in gastlidstaat — Effect op zijn kwalificatie als werknemer en op zijn recht op studiebeurs)

    PB C 114 van 20.4.2013, p. 18–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    20.4.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 114/18


    Arrest van het Hof (Derde kamer) van 21 februari 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Ankenævnet for Statens Uddannelsesstøtte — Denemarken) — LN/Styrelsen for Videregående Uddannelser og Uddannelsesstøtte

    (Zaak C-46/12) (1)

    (Burgerschap van de Unie - Vrij verkeer van werknemers - Beginsel van gelijke behandeling - Artikel 45, lid 2, VWEU - Verordening (EEG) nr. 1612/68 - Artikel 7, lid 2 - Richtlijn 2004/38/EG - Artikel 24, leden 1 en 2 - Afwijking van beginsel van gelijke behandeling voor studiefinanciering in vorm van studiebeurs of -lening - Burger van de Unie die in gastlidstaat studeert - Arbeid in loondienst die vóór en na begin van opleiding is verricht - Hoofddoel van betrokkene bij zijn aankomst in gastlidstaat - Effect op zijn kwalificatie als werknemer en op zijn recht op studiebeurs)

    2013/C 114/26

    Procestaal: Deens

    Verwijzende rechter

    Ankenævnet for Statens Uddannelsesstøtte

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: LN

    Verwerende partij: Styrelsen for Videregående Uddannelser og Uddannelsesstøtte

    Voorwerp

    Verzoek om een prejudiciële beslissing — Ankenævnet for Uddannelsesstøtten — Uitlegging van artikel 7, lid 1, sub c, gelezen in samenhang met artikel 24, lid 2, van richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB L 158, blz. 77) — Gelijke behandeling van de burgers van de Unie — Wettelijke regeling van een lidstaat volgens welke de burgers van de Unie studiefinanciering kunnen krijgen wanneer zij werknemer of zelfstandige zijn in die lidstaat — Afwijzing van de aanvraag voor een studiebeurs ingediend door een burger van de Unie die werknemer in de gastlidstaat is geweest, wanneer deze die lidstaat is binnengekomen om er als hoofdbezigheid een opleiding te volgen

    Dictum

    De artikelen 7, lid 1, sub c, en 24, lid 2, van richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG moeten aldus worden uitgelegd dat niet kan worden geweigerd om aan een burger van de Unie die een opleiding in een gastlidstaat volgt en er daarnaast reële en daadwerkelijke arbeid in loondienst verricht, zodat hij in aanmerking komt voor de status van „werknemer” in de zin van artikel 45 VWEU, de aan onderdanen van die lidstaat toegekende studiefinanciering toe te kennen. Het staat aan de verwijzende rechter om het noodzakelijke feitelijke onderzoek te doen om vast te stellen of de arbeid in loondienst van verzoeker in het hoofdgeding voldoende is om die status te verkrijgen. De omstandigheid dat de betrokkene naar de gastlidstaat is gegaan met de hoofdbedoeling er zijn opleiding te volgen, is niet relevant voor het antwoord op de vraag of hij een „werknemer” in de zin van artikel 45 VWEU is, en dus op de vraag of hij overeenkomstig artikel 7, lid 2, van verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap onder dezelfde voorwaarden als een onderdaan van de gastlidstaat recht heeft op die financiering.


    (1)  PB C 109 van 14.4.2012.


    Top