Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011TO0027

    Beschikking van de president van het Gerecht van 2 maart 2011.
    Rheinischer Sparkassen- und Giroverband tegen Europese Commissie.
    Kort geding - Verzoek om voorlopige maatregelen - Kennelijke niet-ontvankelijkheid.
    Zaak T-27/11 R.

    Jurisprudentie 2011 II-00038*

    ECLI identifier: ECLI:EU:T:2011:65





    Beschikking van de president van het Gerecht van 2 maart 2011 – Rheinischer Sparkassen- und Giroverband/Commissie

    (Zaak T‑27/11 R)

    „Kort geding – Verzoek om voorlopige maatregelen – Kennelijke niet-ontvankelijkheid”

    Kort geding – Voorwaarden voor ontvankelijkheid – Ontvankelijkheid prima facie van beroep in hoofdzaak – Summier onderzoek van beroep in hoofdzaak door kortgedingrechter – Geen procesbelang in beroep in hoofdzaak – Niet-ontvankelijkheid van verzoek in kort geding (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 1) (cf. punten 10, 12)

    Voorwerp

    Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging van de beschikking van de Commissie van 21 december 2010, C(2010) 9525 definitief, betreffende staatssteun (MC 8/2009 en C 43/2009 − Duitsland − WestLB verkoop), voor zover daaruit de verplichting volgt om de nieuwe activiteiten van Westdeutsche ImmobilienBank AG na 15 februari 2011 te beëindigen

    Dictum

    1)

    Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

    2)

    De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.

    Top