This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011TN0459
Case T-459/11: Action brought on 29 July 2009 — Barloworld v Commission
Zaak T-459/11: Beroep ingesteld op 29 juli 2009 — Barloworld/Commissie
Zaak T-459/11: Beroep ingesteld op 29 juli 2009 — Barloworld/Commissie
PB C 305 van 15.10.2011, p. 7–8
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
15.10.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 305/7 |
Beroep ingesteld op 29 juli 2009 — Barloworld/Commissie
(Zaak T-459/11)
2011/C 305/09
Procestaal: Spaans
Partijen
Verzoekende partij: Barloworld International, S.L. (Madrid, Spanje) (vertegenwoordigers: F. Alcaraz Gutierrez en A. J. de la Cruz Martínez, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:
— |
artikel 1, lid 1, van het bestreden besluit nietig te verklaren, voor zover daarbij wordt vastgesteld dat artikel 12, lid 5, van de Texto Refundido de la Ley del Impuesto sobre Sociedades (gecodificeerde versie van de Spaanse wet op de vennootschapsbelasting; hierna: „TRLIS”) in artikel 107, lid 1, VWEU bedoelde elementen van staatssteun bevat en niet is gemotiveerd zoals is vereist door artikel 296 VWEU; |
— |
subsidiair, op grond van het beginsel van het gewettigd vertrouwen artikel 1, leden 2 en 3, van het bestreden besluit nietig te verklaren, voor zover het zich ertegen verzet dat de fiscale afschrijving overeenkomstig artikel 12, lid 5, TRLIS gedurende de gehele afschrijvingsperiode voort wordt toegepast op transacties tussen de datum van bekendmaking van het besluit van de Commissie om de procedure in te leiden (21 december 2007) en de datum van bekendmaking van het bestreden besluit (21 mei 2011); |
— |
subsidiair, artikel 1, leden 4 en 5, van het bestreden besluit nietig te verklaren, voor zover de vaststelling van een regeling op basis van het gestelde ontbreken van juridische belemmeringen voor grensoverschrijdende fusies niet gemotiveerd is, en |
— |
de Commissie van de Europese Unie te verwijzen in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.
1) |
Eerste middel: schending van artikel 107, lid 1, VWEU, voor zover artikel 12, lid 5, TRLIS niet voldoet aan de voorwaarden om te worden beschouwd als staatssteun.
|
2) |
Tweede middel: volledig ontbreken van motivering van het bestreden besluit.
|
3) |
Derde middel: verenigbaarheid van de maatregel met artikel 107, lid 3, VWEU.
|
4) |
Vierde middel: schending van het beginsel van het gewettigd vertrouwen doordat de uit de toepassing van dit beginsel voortvloeiende overgangsregeling zou moeten worden toegepast tot de datum van bekendmaking van het besluit in het Publicatieblad op 21 mei 2011.
|