This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011TN0098
Case T-98/11 P: Appeal brought on 17 February 2011 by AG against the judgment of the Civil Service Tribunal delivered on 16 December 2010 in Case F-25/10 AG v Parliament
Zaak T-98/11 P: Hogere voorziening ingesteld op 17 februari 2011 door AG tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 16 december 2010 in zaak F-25/10, AG/Parlement
Zaak T-98/11 P: Hogere voorziening ingesteld op 17 februari 2011 door AG tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 16 december 2010 in zaak F-25/10, AG/Parlement
PB C 120 van 16.4.2011, p. 15–16
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
16.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 120/15 |
Hogere voorziening ingesteld op 17 februari 2011 door AG tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 16 december 2010 in zaak F-25/10, AG/Parlement
(Zaak T-98/11 P)
2011/C 120/36
Procestaal: Frans
Partijen
Rekwirante: AG (Brussel, België) (vertegenwoordigers: S. Rodrigues, A. Blot en C. Bernard-Glanz, advocaten)
Andere partij in de procedure: Europees Parlement
Conclusies
— |
de onderhavige hogere voorziening ontvankelijk verklaren; |
— |
de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 16 december 2010 in zaak F-25/10 vernietigen; |
— |
de door rekwirante bij het Gerecht voor ambtenarenzaken ingediende vorderingen tot nietigverklaring en tot schadevergoeding toewijzen; |
— |
het Parlement verwijzen in de kosten van de beide procedures. |
Middelen en voornaamste argumenten
Tot staving van de hogere voorziening voert rekwirante één middel aan, ontleend aan een verkeerde opvatting van het aan de rechter in eerste aanleg overgelegde bewijsmateriaal, schending van het rechtszekerheidsbeginsel en van het recht op een doeltreffende voorziening in rechte, aangezien
— |
het Gerecht voor ambtenarenzaken op grond van geen enkel onderdeel van het dossier kon vaststellen dat rekwirante blijk had gegeven van een gebrek aan zorgvuldigheid, door haar post gedurende haar vakantie aan het einde van het jaar, waarin de postbode bij haar thuis langs was geweest om haar een aangetekende brief van het Parlement met daarin het antwoord op haar klacht te overhandigen, niet te laten doorzenden; |
— |
het Gerecht voor ambtenarenzaken niet heeft uitgelegd wat onder „verlengde” vakantie moest worden verstaan; |
— |
het Gerecht voor ambtenarenzaken heeft geoordeeld dat het door de post achtergelaten bericht dat rekwirante bij terugkeer van haar verlof in haar brievenbus had gevonden noodzakelijkerwijs de aangetekende brief van het Parlement met het antwoord op haar klacht betrof. |