This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011TB0301
Case T-301/11: Order of the General Court of 11 January 2012 — Ben Ali v Council (Common foreign and security policy — Restrictive measures taken in the light of the situation in Tunisia — Action for annulment — Time-limit for bringing proceedings — Out of time — No force majeure — No excusable error — Application for alteration of the contested measure — Claim for compensation — Manifest inadmissibility)
Zaak T-301/11: Beschikking van het Gerecht van 11 januari 2012 — Ben Ali/Raad ( „Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen in verband met de situatie in Tunesië — Beroep tot nietigverklaring — Beroepstermijn — Tardiviteit — Geen overmacht — Geen verschoonbare dwaling — Vordering tot herziening van aangevochten handeling — Verzoek tot schadevergoeding — Kennelijke niet-ontvankelijkheid” )
Zaak T-301/11: Beschikking van het Gerecht van 11 januari 2012 — Ben Ali/Raad ( „Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen in verband met de situatie in Tunesië — Beroep tot nietigverklaring — Beroepstermijn — Tardiviteit — Geen overmacht — Geen verschoonbare dwaling — Vordering tot herziening van aangevochten handeling — Verzoek tot schadevergoeding — Kennelijke niet-ontvankelijkheid” )
PB C 58 van 25.2.2012, p. 10–10
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
25.2.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 58/10 |
Beschikking van het Gerecht van 11 januari 2012 — Ben Ali/Raad
(Zaak T-301/11) (1)
(Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen in verband met de situatie in Tunesië - Beroep tot nietigverklaring - Beroepstermijn - Tardiviteit - Geen overmacht - Geen verschoonbare dwaling - Vordering tot herziening van aangevochten handeling - Verzoek tot schadevergoeding - Kennelijke niet-ontvankelijkheid)
2012/C 58/18
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Mehdi Ben Tijani Ben Haj Hamda Ben Haj Hassen Ben Ali (Tunis, Tunesië) (vertegenwoordiger: A. de Saint Remy, advocaat)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: aanvankelijk A. Vitro en R. Liudvinaviciute-Cordeiro, vervolgens R. Liudvinaviciute-Cordeiro en M. Bishop, gemachtigden)
Voorwerp
Enerzijds, beroep tot nietigverklaring van verordening (EU) nr. 101/2011 van de Raad van 4 februari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië (PB L 31, blz. 1), voor zover deze verordening doelt op verzoeker en, anderzijds, verzoek strekkende tot veroordeling van de Raad tot het vaststellen van bepaalde uitzonderingen op de bij deze verordening opgelegde bevriezing van tegoeden, alsook een verzoek tot vergoeding van de schade die verzoeker stelt te hebben geleden.
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
Mehdi Ben Tijani Ben Haj Hamda Ben Haj Hassen Ben Ali zal zijn eigen kosten dragen alsmede die van de Raad van de Europese Unie. |
3) |
Er behoeft geen uitspraak te worden gedaan op het verzoek tot interventie van de Europese Commissie. |