This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011CJ0157
Judgment of the Court (Sixth Chamber) of 15 March 2012.#Giuseppe Sibilio v Comune di Afragola.#Reference for a preliminary ruling — Tribunale di Napoli — Interpretation of clauses 2, 3, 4 and 5 of the Annex to Council Directive 1999/70/EC of 28 June 1999 concerning the framework agreement on fixed-term work concluded by ETUC, UNICE and CEEP (OJ 1999 L 175, p. 43) — Principle of non‑discrimination — Unemployed persons registered in mobility lists or as job seekers engaged by public authorities for a fixed term carrying out work of social utility/work of public utility (known as socially useful workers/publicly useful workers) — National legislation establishing a difference in treatment in terms of pay between socially useful workers/publicly useful workers and workers engaged under a contract of indefinite duration by the same public authorities performing the same duties.#Social policy — Framework agreement on fixed-term work concluded by ETUC, UNICE and CEEP — Directive 1999/70/EC — Clause 2 — Concept of ‘an employment contract or relationship defined by law, collective agreements or practice in force in each Member State’ — Scope of the framework agreement — Clause 4, point 1 — Principle of non-discrimination — Persons carrying out ‘work of social utility’ with public authorities — National rule excluding the existence of an employment relationship — National rule establishing a difference between the benefit paid to socially useful workers and the remuneration received by workers engaged under a contract of definite and/or indefinite duration by the same public authorities and carrying out the same activities.#Case C‑157/11.
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 15 maart 2012.
Giuseppe Sibilio tegen Comune di Afragola.
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Tribunale di Napoli — Uitlegging van de clausules 2, 3, 4 en 5 van de bijlage bij richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (PB L 175, blz. 43) — Beginsel van non-discriminatie — Werklozen die zijn ingeschreven op mobiliteitslijsten of als werkzoekenden, die voor bepaalde tijd worden ingezet bij overheidsinstanties om maatschappelijk nuttig werk of werk van openbaar nut te verrichten (zogeheten werknemers die maatschappelijk nuttig werk of werk van openbaar nut verrichten) — Nationale regeling op grond waarvan werknemers die maatschappelijk nuttig werk of werk van openbaar nut verrichten, qua beloning anders worden behandeld dan werknemers die voor onbepaalde tijd bij diezelfde overheidsinstanties zijn aangesteld en dezelfde taken hebben.
Sociale politiek — Raamovereenkomst EVV, UNICE en CEEP inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd − Richtlijn 1999/70/EG — Clausule 2 — Begrip ,arbeidsovereenkomst of een arbeidsverhouding, als omschreven bij wet, collectieve overeenkomsten of gebruiken in iedere lidstaat’ — Werkingssfeer van raamovereenkomst — Clausule 4, punt 1 — Beginsel van non-discriminatie − Personen die ,maatschappelijk nuttige werkzaamheden’ verrichten bij overheidsinstanties — Nationale regeling die bestaan van arbeidsverhouding uitsluit — Nationale regeling waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen uitkering die wordt betaald aan werknemers die werk van maatschappelijk nut verrichten, en loon dat wordt betaald aan werknemers met arbeidsovereenkomst voor bepaalde en/of onbepaalde tijd die in dienst zijn van zelfde overheidsinstantie en zelfde werkzaamheden verrichten.
Zaak C‑157/11.
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 15 maart 2012.
Giuseppe Sibilio tegen Comune di Afragola.
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Tribunale di Napoli — Uitlegging van de clausules 2, 3, 4 en 5 van de bijlage bij richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (PB L 175, blz. 43) — Beginsel van non-discriminatie — Werklozen die zijn ingeschreven op mobiliteitslijsten of als werkzoekenden, die voor bepaalde tijd worden ingezet bij overheidsinstanties om maatschappelijk nuttig werk of werk van openbaar nut te verrichten (zogeheten werknemers die maatschappelijk nuttig werk of werk van openbaar nut verrichten) — Nationale regeling op grond waarvan werknemers die maatschappelijk nuttig werk of werk van openbaar nut verrichten, qua beloning anders worden behandeld dan werknemers die voor onbepaalde tijd bij diezelfde overheidsinstanties zijn aangesteld en dezelfde taken hebben.
Sociale politiek — Raamovereenkomst EVV, UNICE en CEEP inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd − Richtlijn 1999/70/EG — Clausule 2 — Begrip ,arbeidsovereenkomst of een arbeidsverhouding, als omschreven bij wet, collectieve overeenkomsten of gebruiken in iedere lidstaat’ — Werkingssfeer van raamovereenkomst — Clausule 4, punt 1 — Beginsel van non-discriminatie − Personen die ,maatschappelijk nuttige werkzaamheden’ verrichten bij overheidsinstanties — Nationale regeling die bestaan van arbeidsverhouding uitsluit — Nationale regeling waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen uitkering die wordt betaald aan werknemers die werk van maatschappelijk nut verrichten, en loon dat wordt betaald aan werknemers met arbeidsovereenkomst voor bepaalde en/of onbepaalde tijd die in dienst zijn van zelfde overheidsinstantie en zelfde werkzaamheden verrichten.
Zaak C‑157/11.
Court reports – general – 'Information on unpublished decisions' section
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2012:148
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 15 maart 2012 —
Sibilio/Comune di Afragola
(Zaak C‑157/11)
„Sociale politiek — Raamovereenkomst EVV, UNICE en CEEP inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd − Richtlijn 1999/70/EG — Clausule 2 — Begrip ,arbeidsovereenkomst of een arbeidsverhouding, als omschreven bij wet, collectieve overeenkomsten of gebruiken in iedere lidstaat’ — Werkingssfeer van raamovereenkomst — Clausule 4, punt 1 — Beginsel van non-discriminatie − Personen die ,maatschappelijk nuttige werkzaamheden’ verrichten bij overheidsinstanties — Nationale regeling die bestaan van arbeidsverhouding uitsluit — Nationale regeling waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen uitkering die wordt betaald aan werknemers die werk van maatschappelijk nut verrichten, en loon dat wordt betaald aan werknemers met arbeidsovereenkomst voor bepaalde en/of onbepaalde tijd die in dienst zijn van zelfde overheidsinstantie en zelfde werkzaamheden verrichten”
1. Prejudiciële vragen — Bevoegdheid van Hof — Grenzen — Algemene of hypothetische vragen (Art. 267 VWEU) (cf. punten 30‑31)
2. Sociale politiek — Raamovereenkomst EVV, UNICE en CEEP inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd — Richtlijn 1999/70 — Werkingssfeer — Arbeidsovereenkomst of arbeidsverhouding als omschreven bij nationale regeling of gebruiken (Richtlijn 1999/70/EG van de Raad, bijlage, clausule 2) (cf. punten 45, 49‑58 en dictum)
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Tribunale di Napoli — Uitlegging van de clausules 2, 3, 4 en 5 van de bijlage bij richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (PB L 175, blz. 43) — Beginsel van non-discriminatie — Werklozen die zijn ingeschreven op mobiliteitslijsten of als werkzoekenden, die voor bepaalde tijd worden ingezet bij overheidsinstanties om maatschappelijk nuttig werk of werk van openbaar nut te verrichten (zogeheten werknemers die maatschappelijk nuttig werk of werk van openbaar nut verrichten) — Nationale regeling op grond waarvan werknemers die maatschappelijk nuttig werk of werk van openbaar nut verrichten, qua beloning anders worden behandeld dan werknemers die voor onbepaalde tijd bij diezelfde overheidsinstanties zijn aangesteld en dezelfde taken hebben |
Dictum
Clausule 2 van de op 18 maart 1999 gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, die is opgenomen in de bijlage bij richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, moet in die zin worden uitgelegd dat zij zich niet verzet tegen een nationale regeling zoals die aan de orde in het hoofdgeding, volgens welke de arbeidsverhouding die in het leven wordt geroepen tussen de werknemers die maatschappelijk nuttig werk of werk van openbaar nut verrichten en de overheidsinstanties waarvoor zij hun werkzaamheden verrichten, niet binnen de werkingssfeer van deze raamovereenkomst valt, wanneer — hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan — die werknemers niet in een arbeidsverhouding als omschreven bij wet, collectieve overeenkomsten of nationale praktijken staan, of de lidstaten en/of de sociale partners de hun in punt 2 van die clausule toegekende bevoegdheid hebben uitgeoefend.