Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011CA0628

    Zaak C-628/11: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 18 maart 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Braunschweig — Duitsland) — Strafzaak tegen International Jet Management GmbH (Prejudiciële verwijzing  — Artikel 18 VWEU  — Verbod van elke discriminatie op grond van nationaliteit  — Commerciële vluchten van derde land naar lidstaat  — Wettelijke regeling van lidstaat die bepaalt dat luchtvaartmaatschappijen van Unie die niet over door die staat afgegeven exploitatievergunning beschikken, vergunning moeten verkrijgen voor elke vlucht vanuit derde land)

    PB C 142 van 12.5.2014, p. 2–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    12.5.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 142/2


    Arrest van het Hof (Grote kamer) van 18 maart 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Braunschweig — Duitsland) — Strafzaak tegen International Jet Management GmbH

    (Zaak C-628/11) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Artikel 18 VWEU - Verbod van elke discriminatie op grond van nationaliteit - Commerciële vluchten van derde land naar lidstaat - Wettelijke regeling van lidstaat die bepaalt dat luchtvaartmaatschappijen van Unie die niet over door die staat afgegeven exploitatievergunning beschikken, vergunning moeten verkrijgen voor elke vlucht vanuit derde land))

    2014/C 142/02

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Oberlandesgericht Braunschweig

    Partij in de strafzaak

    International Jet Management GmbH

    Voorwerp

    Verzoek om een prejudiciële beslissing — Oberlandesgericht Braunschweig — Uitlegging van artikel 18 VWEU — Commerciële vluchten van een derde land naar een lidstaat — Wettelijke regeling van een lidstaat die bepaalt dat luchtvaartmaatschappijen die niet over een door die staat afgegeven exploitatievergunning beschikken, een vergunning moeten verkrijgen voor elke vlucht vanuit een derde land — Geldboete, opgelegd aan een communautaire luchtvaartmaatschappij die deze wettelijke regeling niet heeft nageleefd

    Dictum

    1)

    Artikel 18 VWEU, waarin het algemene verbod van discriminatie op grond van nationaliteit is neergelegd, is van toepassing op een situatie als die van het hoofdgeding, waarin een lidstaat bepaalt dat een luchtvaartmaatschappij die over een door een andere lidstaat verleende exploitatievergunning beschikt, niet-geregelde privévluchten vanuit derde landen naar eerstgenoemde lidstaat slechts mag uitvoeren indien zij van deze lidstaat een vergunning heeft verkregen om zijn luchtruim binnen te vliegen, terwijl diezelfde lidstaat een dergelijke vergunning niet verlangt van luchtvaartmaatschappijen die beschikken over een door hem verleende exploitatievergunning.

    2)

    Artikel 18 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een wettelijke regeling van een lidstaat die op straffe van een geldboete voorschrijft dat een luchtvaartmaatschappij die over een in een andere lidstaat verleende exploitatievergunning beschikt, niet-geregelde privévluchten vanuit derde landen naar eerstgenoemde lidstaat slechts mag uitvoeren indien zij van deze lidstaat een vergunning heeft verkregen om zijn luchtruim binnen te vliegen, terwijl een dergelijke vergunning niet wordt verlangd van luchtvaartmaatschappijen die beschikken over een door eerstgenoemde lidstaat verleende exploitatievergunning, en die voorts bepaalt dat die vergunning enkel wordt verleend indien een verklaring wordt overgelegd waaruit blijkt dat de luchtvaartmaatschappijen waaraan door eerstgenoemde staat een exploitatievergunning is verleend, niet bereid of niet in staat zijn om de betrokken vluchten uit te voeren.


    (1)  PB C 80 van 17.3.2012.


    Top