Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011CA0261

    Zaak C-261/11: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 18 juli 2013 — Europese Commissie/Koninkrijk Denemarken (Niet-nakoming — Vrijheid van vestiging — Artikel 49 VWEU — Artikel 31 EER-Overeenkomst — Beperkingen — Fiscale bepalingen — Overbrenging van activa naar andere lidstaat — Onmiddellijke heffing op latente meerwaarden)

    PB C 260 van 7.9.2013, p. 5–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    7.9.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 260/5


    Arrest van het Hof (Derde kamer) van 18 juli 2013 — Europese Commissie/Koninkrijk Denemarken

    (Zaak C-261/11) (1)

    (Niet-nakoming - Vrijheid van vestiging - Artikel 49 VWEU - Artikel 31 EER-Overeenkomst - Beperkingen - Fiscale bepalingen - Overbrenging van activa naar andere lidstaat - Onmiddellijke heffing op latente meerwaarden)

    2013/C 260/07

    Procestaal: Deens

    Partijen

    Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: R. Lyal en N. Fenger, gemachtigden)

    Verwerende partijen: Koninkrijk Denemarken (vertegenwoordigers: C. Vang en V. Pasternak Jørgensen, gemachtigden)

    Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: K. Petersen en M. T. Henze, gemachtigden), Koninkrijk Spanje (vertegenwoordiger: A. Rubio González, gemachtigde), Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: C. Schillemans en C. Wissels alsook J. Langer, gemachtigden), Portugese Republiek (vertegenwoordiger: L. Inez Fernandes, gemachtigde), Republiek Finland (vertegenwoordiger: M. Pere, gemachtigde), Koninkrijk Zweden (vertegenwoordigers: A. Falk en U. Persson, gemachtigden)

    Voorwerp

    Niet-nakoming — Schending van artikel 49 VWEU en artikel 31 EER — Fiscale bepalingen die voorzien in een onmiddellijke exitheffing voor vennootschappen die hun activa naar een andere lidstaat overbrengen, terwijl geen soortgelijke heffing geldt bij de overbrenging van activa in het binnenland

    Dictum

    1)

    Door de vaststelling en handhaving van artikel 8, lid 4, van lovbekendtgørelse nr. 1376 om indkomstbeskatning af aktieselskaber m.v. (wet nr. 1376 inzake de belasting op aandelenvennootschappen e.a.) van 7 december 2010, betreffende de onmiddellijke heffing op de inkomsten van aandelenvennootschappen, en derhalve een fiscale regeling die voorziet in de onmiddellijke belasting van de latente meerwaarden in geval van overbrenging van activa door een in Denemarken gevestigde onderneming naar een andere lidstaat van de Europese Unie of een derde land dat partij is bij de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992, is het Koninkrijk Denemarken de krachtens de artikelen 49 VWEU en 31 van die Overeenkomst op hem rustende verplichtingen niet nagekomen.

    2)

    Het Koninkrijk Denemarken wordt verwezen in de kosten.

    3)

    De Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, het Koninkrijk der Nederlanden, de Portugese Republiek, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden zullen hun eigen kosten dragen.


    (1)  PB C 238 van 13.08.2011.


    Top