EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011CA0097

Zaak C-97/11: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 24 mei 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Commissione Tributaria Provinciale di Palermo — Italië) — Amia Spa, in liquidatie/Provincia Regionale di Palermo (Milieu — Storten van afvalstoffen — Richtlijn 1999/31/EG — Bijzondere heffing voor storten van vaste afvalstoffen — Toepassing van deze heffing op stortplaatsexploitant — Werkingskosten van stortplaats — Richtlijn 2000/35/EG — Vertragingsrente — Verplichtingen van nationale rechter)

PB C 200 van 7.7.2012, p. 2–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

7.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 200/2


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 24 mei 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Commissione Tributaria Provinciale di Palermo — Italië) — Amia Spa, in liquidatie/Provincia Regionale di Palermo

(Zaak C-97/11) (1)

(Milieu - Storten van afvalstoffen - Richtlijn 1999/31/EG - Bijzondere heffing voor storten van vaste afvalstoffen - Toepassing van deze heffing op stortplaatsexploitant - Werkingskosten van stortplaats - Richtlijn 2000/35/EG - Vertragingsrente - Verplichtingen van nationale rechter)

2012/C 200/03

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Commissione Tributaria Provinciale di Palermo

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Amia Spa, in liquidatie

Verwerende partij: Provincia Regionale di Palermo

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Commissione Tributaria Provinciale di Palermo — Uitlegging van artikel 10 van richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen (PB L 182, blz. 1) en van richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties (PB L 200, blz. 35) — Nationale wettelijke regeling die een bijzondere belasting op het storten van vaste afvalstoffen in een stortplaats invoert en de exploitant van de stortplaats verplicht tot vooruitbetaling van die belasting, die wordt vastgesteld op basis van de hoeveelheid gestorte afvalstoffen en verschuldigd is door de storter van de afvalstoffen

Dictum

In omstandigheden als die van het hoofdgeding:

staat het aan de verwijzende rechter om eerst, alvorens hij de relevante bepalingen van wet nr. 549 van 28 december 1995 houdende rationaliseringsmaatregelen voor de openbare financiën buiten toepassing laat, na te gaan of het, gelet op het gehele interne materiële recht en procesrecht, volstrekt onmogelijk is zijn nationale recht aldus uit te leggen dat het hoofdgeding kan worden opgelost op een wijze die in overeenstemming is met de bewoordingen en het doel van richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 29 september 2003, en van richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties,

staat het, indien een dergelijke uitlegging niet mogelijk is, aan de verwijzende rechter om in het hoofdgeding alle nationale bepalingen buiten toepassing te laten die in strijd zijn met artikel 10 van richtlijn 1999/31, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1882/2003, en met de artikelen 1 tot en met 3 van richtlijn 2000/35.


(1)  PB C 238 van 13.08.2011.


Top