This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62010TO0413
Order of the President of the General Court of 13 April 2011. # Socitrel - Sociedade Industrial de Trefilaria, SA v European Commission. # Application for interim measures - Competition - Commission decision imposing a fine - Bank guarantee - Application for suspension of operation - Pecuniary damage - No exceptional circumstances - No urgency. # Case T-413/10 R.
Beschikking van de president van het Gerecht van 13 april 2011.
Socitrel - Sociedade Industrial de Trefilaria, SA tegen Europese Commissie.
Kort geding - Mededinging - Beschikking van Commissie waarbij geldboete wordt opgelegd - Bankgarantie - Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging - Financiële schade - Geen uitzonderlijke omstandigheden - Geen spoedeisendheid.
Zaak T-413/10 R.
Beschikking van de president van het Gerecht van 13 april 2011.
Socitrel - Sociedade Industrial de Trefilaria, SA tegen Europese Commissie.
Kort geding - Mededinging - Beschikking van Commissie waarbij geldboete wordt opgelegd - Bankgarantie - Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging - Financiële schade - Geen uitzonderlijke omstandigheden - Geen spoedeisendheid.
Zaak T-413/10 R.
Jurisprudentie 2011 II-00112*
ECLI identifier: ECLI:EU:T:2011:179
Beschikking van de president van het Gerecht van 13 april 2011 – Socitrel/Commissie
(Zaak T‑413/10 R)
„Kort geding – Mededinging – Beschikking van Commissie waarbij geldboete wordt opgelegd – Bankgarantie – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Financiële schade – Geen uitzonderlijke omstandigheden – Geen spoedeisendheid”
1. Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Cumulatieve voorwaarden – Afweging van alle betrokken belangen – Beoordelingsvrijheid van rechter in kort geding (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 10‑11)
2. Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Bewijslast – Financiële schade – Situatie waarin voortbestaan van verzoekende vennootschap in gevaar komt (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 14‑16, 18)
3. Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Opschorting van tenuitvoerlegging van verplichting om bankgarantie te stellen als voorwaarde voor niet onmiddellijk innen van geldboeten – Voorwaarden voor toekenning – Buitengewone omstandigheden – Bewijslast (Art. 278 VWEU) (cf. punten 21‑22, 25‑27, 29)
4. Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Opschorting van tenuitvoerlegging van verplichting om bankgarantie te stellen als voorwaarde voor niet onmiddellijk innen van geldboeten – Voorwaarden voor toekenning – Buitengewone omstandigheden – Ernstige en onherstelbare schade – Inaanmerkingneming van financiële toestand van groep waartoe onderneming behoort (Art. 278 VWEU) (cf. punten 36‑37)
5. Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Opschorting van tenuitvoerlegging van verplichting om bankgarantie te stellen als voorwaarde voor niet onmiddellijk innen van geldboeten – Voorwaarden voor toekenning – Buitengewone omstandigheden – Gevaar dat verzoekende vennootschap ten onder gaat – Bewijslast (Art. 278 VWEU) (cf. punten 44‑46)
6. Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Inaanmerkingneming van gebrek aan bekwame spoed van verzoeker (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punt 53)
Voorwerp
Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging van beschikking C(2010) 4387 def. van de Commissie van 30 juni 2010 inzake een procedure op grond van artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-overeenkomst (zaak COMP/38.344 – Voorspanstaal), en een verzoek tot vrijstelling van de verplichting om een bankgarantie te stellen om een onmiddellijke invordering van de krachtens artikel 2 van deze beschikking opgelegde geldboete te voorkomen |
Dictum
1) |
Het verzoek in kort geding wordt afgewezen. |
2) |
De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |