This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62010TN0252
Case T-252/10: Action brought on 28 May 2010 — Cross Czech v Commission
Zaak T-252/10: Beroep ingesteld op 28 mei 2010 — Cross Czech/Commissie
Zaak T-252/10: Beroep ingesteld op 28 mei 2010 — Cross Czech/Commissie
PB C 209 van 31.7.2010, p. 51–51
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
31.7.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 209/51 |
Beroep ingesteld op 28 mei 2010 — Cross Czech/Commissie
(Zaak T-252/10)
()
2010/C 209/76
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Cross Czech a.s. (Praag, Tsjechische Republiek) (vertegenwoordiger: T. Schollaert, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
beschikking nr. INFSO-02/FD/GVC/Isc D (2010) 208676 van de Commissie van 12 maart 2010 nietig verklaren, en |
— |
de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Verzoekster vordert krachtens artikel 263 VWEU nietigverklaring van beschikking nr. INFSO-02/FD/GVC/Isc D(2010) 208676 van de Commissie van 12 maart 2010 (referentie nr. 09-BA74-006). Deze beschikking heeft de vorm van een brief waarin de vaststellingen van het auditrapport B74-06 betreffende de controle van de boekhouding voor de periode van 1 februari 2005 tot 30 april 2008 voor de projecten eMapps.com, CEEC IST NET en TRANSFER EAST, die in het kader van het zesde kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling zijn uitgevoerd, worden bevestigd.
Ter ondersteuning van haar vordering voert verzoekster de volgende middelen aan.
Volgens haar is de beschikking in strijd met het Verdrag of de regels ter uitvoering hiervan, omdat zij:
— |
is gebaseerd op onjuiste en ontoereikende feitelijke vaststellingen van de Commissie; |
— |
berust op een onjuiste toepassing van de overeenkomsten die in het kader van de betrokken projecten zijn gesloten, met name wat de vaststelling betreft dat verzoekster deze overeenkomsten heeft geschonden; |
— |
berust op een kennelijk onjuiste beoordeling van de feiten op basis waarvan wordt gesteld dat verzoekster de in het kader van deze projecten gesloten overeenkomsten niet is nagekomen, zodat de toepasselijke wettelijke normen niet in acht zijn genomen en de Commissie dus blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting; |
— |
op redeneerfouten berust, en |
— |
inbreuk maakt op de procedurele rechten van verzoekster tijdens de procedure vóór de vaststelling van de bestreden beschikking en op het zorgvuldigheidsbeginsel. |