Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010TA0240

Zaak T-240/10: Arrest van het Gerecht van 13 december 2013 — Hongarije/Commissie ( „Harmonisatie van wetgevingen — Doelbewuste introductie van ggo’s in het milieu — Procedure voor vergunning voor in de handel brengen — Wetenschappelijke adviezen van EFSA — Comitologie — Regelgevingsprocedure — Schending van wezenlijke vormvoorschriften — Ambtshalve opgeworpen” )

PB C 39 van 8.2.2014, p. 16–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

8.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 39/16


Arrest van het Gerecht van 13 december 2013 — Hongarije/Commissie

(Zaak T-240/10) (1)

(Harmonisatie van wetgevingen - Doelbewuste introductie van ggo’s in het milieu - Procedure voor vergunning voor in de handel brengen - Wetenschappelijke adviezen van EFSA - Comitologie - Regelgevingsprocedure - Schending van wezenlijke vormvoorschriften - Ambtshalve opgeworpen)

2014/C 39/26

Procestaal: Hongaars

Partijen

Verzoekende partij: Hongarije (vertegenwoordigers: Z. Fehér en K. Szíjjártó, gemachtigden)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk A. Sipos en L. Pignataro-Nolin, vervolgens A. Sipos en D. Bianchi, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van verzoekende partij: Franse Republiek (vertegenwoordigers: G. de Bergues en S. Menez, gemachtigden); Groothertogdom Luxemburg (vertegenwoordigers: aanvankelijk C. Schiltz, vervolgens P. Frantzen en ten slotte L. Delvaux en D. Holderer, gemachtigden); Republiek Oostenrijk (vertegenwoordigers: C. Pesendorfer en E. Riedl, gemachtigden); en Republiek Polen (vertegenwoordigers: aanvankelijk M. Szpunar, B. Majczyna en J. Sawicka, vervolgens B. Majczyna en J. Sawicka, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van besluit 2010/135/EU van de Commissie van 2 maart 2010 betreffende het in de handel brengen, overeenkomstig richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad, van een aardappelproduct (Solanum tuberosum L. lijn EH92-527-1), genetisch gemodificeerd met het oog op een groter gehalte aan amylopectine in het zetmeel (PB L 53, blz. 11), en van besluit 2010/136/EU van de Commissie van 2 maart 2010 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van diervoeders die zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde aardappel EH92-527-1 (BPS-25271-9) en de onvoorziene of technisch niet te voorkomen aanwezigheid van die aardappel in levensmiddelen en andere diervoeders krachtens verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 53, blz. 15)

Dictum

1.

Besluit 2010/135/EU van de Commissie van 2 maart 2010 betreffende het in de handel brengen, overeenkomstig richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad, van een aardappelproduct (Solanum tuberosum L. lijn EH92-527-1), genetisch gemodificeerd met het oog op een groter gehalte aan amylopectine in het zetmeel, en besluit 2010/136/EU van de Commissie van 2 maart 2010 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van diervoeders die zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde aardappel EH92-527-1 (BPS-25271-9) en de onvoorziene of technisch niet te voorkomen aanwezigheid van die aardappel in levensmiddelen en andere diervoeders krachtens verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad, worden nietig verklaard.

2.

De Europese Commissie wordt verwezen in haar eigen kosten en die van Hongarije.

3.

De Franse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Oostenrijk en de Republiek Polen dragen hun eigen kosten.


(1)  PB C 209 van 31.7.2010.


Top