This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62010CN0210
Case C-210/10: Reference for a preliminary ruling from the Hajdú-Bihar Megyei Biróság (Hungary) lodged on 3 May 2010 — Márton Urbán v Vám- és Pénzügyörség Észak-alföldi regionális Parancsnoksága
Zaak C-210/10: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hajdú-Bihar Megyei Bíróság (Republiek Hongarije) op 3 mei 2010 — Márton Urbán/Vám- és Pénzügyőrség Észak-alföldi Regionális Parancsnoksága
Zaak C-210/10: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hajdú-Bihar Megyei Bíróság (Republiek Hongarije) op 3 mei 2010 — Márton Urbán/Vám- és Pénzügyőrség Észak-alföldi Regionális Parancsnoksága
PB C 195 van 17.7.2010, p. 7–7
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
17.7.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 195/7 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hajdú-Bihar Megyei Bíróság (Republiek Hongarije) op 3 mei 2010 — Márton Urbán/Vám- és Pénzügyőrség Észak-alföldi Regionális Parancsnoksága
(Zaak C-210/10)
2010/C 195/11
Procestaal: Hongaars
Verwijzende rechter
Hajdú-Bihar Megyei Bíróság
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Márton Urbán
Verwerende partij: Vám- és Pénzügyőrség Észak-alföldi Regionális Parancsnoksága
Prejudiciële vragen
1. |
Is een sanctiestelsel waarbij dwingend een even hoge geldboete van 100 000 HUF wordt opgelegd voor elke overtreding van de artikelen 13 tot en met 16 van verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad (1) van 20 december 1985 betreffende het gebruik van het registratieblad van het controleapparaat in het wegvervoer, in overeenstemming met het evenredigheidsvereiste van artikel 19, leden 1 en 4, van verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad (2)? |
2. |
Is verenigbaar met het evenredigheidsbeginsel een sanctiestelsel waarbij bij de vaststelling van de geldboete geen rekening wordt gehouden met de ernst van de inbreuk? |
3. |
Is verenigbaar met het evenredigheidsbeginsel een sanctiestelsel waarbij met geen enkele rechtvaardigingsgrond van de overtreder rekening kan worden gehouden? |
4. |
Is verenigbaar met het evenredigheidsbeginsel een sanctiestelsel waarbij geen onderscheid wordt gemaakt naar de persoonlijke omstandigheden van de overtreder? |
(1) Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (PB L 370, blz. 8).
(2) PB L 102, blz. 1.