This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62009TN0284
Case T-284/09 P: Appeal brought on 17 July 2009 by Herbert Meister against the judgment of the Civil Service Tribunal delivered on 18 May 2009 in Joined Cases F-138/06 and F-37/08 Meister v OHIM
Zaak T-284/09 P: Hogere voorziening ingesteld op 17 juli 2009 door Herbert Meister tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 18 mei 2009 in de gevoegde zaken F-138/06 en F-37/08, Meister/BHIM
Zaak T-284/09 P: Hogere voorziening ingesteld op 17 juli 2009 door Herbert Meister tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 18 mei 2009 in de gevoegde zaken F-138/06 en F-37/08, Meister/BHIM
PB C 244 van 10.10.2009, p. 6–6
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
10.10.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 244/6 |
Hogere voorziening ingesteld op 17 juli 2009 door Herbert Meister tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 18 mei 2009 in de gevoegde zaken F-138/06 en F-37/08, Meister/BHIM
(Zaak T-284/09 P)
2009/C 244/10
Procestaal: Duits
Partijen
Rekwirant: Herbert Meister (Muchamiel, Spanje) (vertegenwoordiger: H.-J. Zimmermann, advocaat)
Andere partij in de procedure: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Conclusies
— |
vernietiging van de beslissing van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 18 mei 2009 in zaak F-37/08, Meister/BHIM; |
— |
verwijzing van de verwerende partij in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
De hogere voorziening is gericht tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 18 mei 2009 in de gevoegde zaken F-138/06 en F-37/08, Meister/BHIM, waarbij onder meer rekwirants beroep in zaak F-37/08 is verworpen.
Tot staving van de hogere voorziening stelt rekwirant in de eerste plaats dat het Gerecht voor ambtenarenzaken niet heeft voldaan aan zijn verplichting tot neutraliteit en objectiviteit, de feiten onnauwkeurig respectievelijk subjectief heeft beoordeeld en heeft verdraaid. Voorts verwijt hij het Gerecht voor ambtenarenzaken een ontoelaatbare procedurele verwarring van de voorwerpen van geschil van de zaken F-138/06 en F-37/08. Bovendien is bij de beoordeling van de feiten uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting. Ten slotte is hij het niet eens met de beslissing van het Gerecht voor ambtenarenzaken over de kosten.
Volgens rekwirant heeft het Gerecht voor ambtenarenzaken hierdoor ook zijn verplichting geschonden om de bestreden beslissing naar behoren te motiveren.