Ten dokument pochodzi ze strony internetowej EUR-Lex
Dokument 62008TN0445
Case T-445/08: Action brought on 29 September 2008 — FIFA v OHIM — Ferrero (GERMANY 2006)
Zaak T-445/08: Beroep ingesteld op 29 september 2008 — FIFA/BHIM — Ferrero (GERMANY 2006)
Zaak T-445/08: Beroep ingesteld op 29 september 2008 — FIFA/BHIM — Ferrero (GERMANY 2006)
PB C 313 van 6.12.2008, str. 50—50
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
6.12.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 313/50 |
Beroep ingesteld op 29 september 2008 — FIFA/BHIM — Ferrero (GERMANY 2006)
(Zaak T-445/08)
(2008/C 313/89)
Taal van het verzoekschrift: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Fédération Internationale de Football Association (FIFA) (Zürich, Zwitserland) (vertegenwoordigers: D. Alexander, QC, A. Barav, barrister, R. Buchel en C. Rassmann, advocaten)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Ferrero OHG mbH (Stadtallendorf, Duitsland)
Conclusies
— |
de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 30 juni 2008 in zaak R 1467/2005-1 geheel of gedeeltelijk vernietigen; en |
— |
het BHIM verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd: woordmerk „GERMANY 2006” voor waren en diensten van de klassen 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 14, 15, 16, 18, 19, 20, 21, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41 en 42 — gemeenschapsmerkinschrijving nr. 2 153 005
Houder van het gemeenschapsmerk: verzoekster
Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmerk vordert: de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep
Beslissing van de nietigheidsafdeling: afwijzing van de vordering tot nietigverklaring
Beslissing van de kamer van beroep: vernietiging van de beslissing van de nietigheidsafdeling
Aangevoerde middelen: (i) schending van de artikelen 73 en 74, lid 1, van verordening nr. 40/94 van de Raad, voor zover de kamer van beroep haar beslissing voornamelijk heeft gebaseerd op artikel 7, lid 1, sub c, van verordening nr. 40/94 van de Raad, een bepaling die niet werd aangevoerd door de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep en waarop de nietigheidsafdeling zich evenmin heeft gebaseerd; (ii) subsidiair, schending van artikel 7, lid 1, sub c, van verordening nr. 40/94 van de Raad doordat de kamer van beroep het ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd, niet heeft beoordeeld in zijn geheel, uit het oogpunt van de gemiddelde consument, en doordat zij de relevante regels inzake de beoordeling van het beschrijvend karakter met betrekking tot de aangevraagde waren en/of diensten niet heeft toegepast; en (iii) schending van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 van de Raad doordat de kamer van beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat het ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd, het vereiste onderscheidend vermogen miste; en (iv) schending van de artikelen 7, lid 3, en 51, lid 2, van verordening nr. 40/94 van de Raad doordat de kamer van beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat het ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd, geen onderscheidend vermogen had verkregen voor diensten van klasse 41 en voor alle waren die voorwerp zijn van merchandising