EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62008TN0383
Case T-383/08: Action brought on 11 September 2008 — New Europe v Commission
Zaak T-383/08: Beroep ingesteld op 11 september 2008 — New Europe/Commissie
Zaak T-383/08: Beroep ingesteld op 11 september 2008 — New Europe/Commissie
PB C 301 van 22.11.2008, p. 47–48
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
22.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 301/47 |
Beroep ingesteld op 11 september 2008 — New Europe/Commissie
(Zaak T-383/08)
(2008/C 301/81)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: New Europe (Brussel, België) (vertegenwoordiger: A.-M. Alamanou, advocaat)
Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen
Conclusies
— |
nietig verklaren het besluit van de Commissie, genomen in de vorm van een brief van 2 juli 2008 die op dezelfde dag door verzoeker is ontvangen, waarbij verzoeker toegang is geweigerd tot de namen van de ondernemingen en de individuen die zijn vermeld in de door de Commissie openbaar gemaakte documenten; en |
— |
verwerende partij verwijzen in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Met het onderhavige beroep komt verzoeker op tegen het hem bij brief van 2 juli 2008 betekende besluit waarbij de Commissie heeft geweigerd om de namen openbaar te maken van de in de zogenoemde „Eximo”-zaak betrokken ondernemingen en individuen die zijn vermeld in de documenten waartoe de Commissie verzoeker toegang had verleend in antwoord op zijn oorspronkelijke verzoek.
Verzoeker vordert nietigverklaring van het bestreden besluit op de volgende gronden:
Verzoeker stelt in de eerste plaats dat het bestreden besluit op een kennelijk onjuiste rechtsopvatting berust, voor zover de Commissie de in artikel 4, leden 1, sub b, en 2, eerste streepje, van verordening (EG) nr. 1049/2001 (1) vermelde uitzonderingen onjuist heeft uitgelegd en ten onrechte heeft toegepast, zonder dat zij een feitelijke beoordeling heeft verricht of haar weigering met redenen heeft omkleed. Verzoeker voert eveneens aan dat de Commissie de feiten onjuist heeft beoordeeld waar zij heeft vastgesteld dat de commerciële belangen van de betrokken ondernemingen en de persoonlijke levenssfeer en integriteit van de betrokken individuen ernstig zouden worden aangetast in geval van openbaarmaking van hun namen. Voorts stelt verzoeker dat de Commissie, door de termen „bescherming van commerciële belangen” en „bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de integriteit van het individu” ruim uit te leggen, inbreuk heeft gemaakt op het in artikel 1, sub a, van verordening (EG) nr. 1049/2001 geformuleerde beginsel van de zo ruim mogelijke toegang tot documenten.
In de tweede plaats voert verzoeker aan dat het bestreden besluit inbreuk maakt op artikel 4, lid 4, van verordening (EG) nr. 1049/2001, voor zover de Commissie heeft geweigerd, verzoeker volledige toegang te verlenen tot een document dat reeds voor het publiek toegankelijk was.
In de derde plaats betoogt verzoeker dat de Commissie niet heeft voldaan aan de krachtens artikel 253 EG op haar rustende motiveringsplicht, door de gronden voor haar besluit niet mee te delen aan verzoeker en slechts te verwijzen naar de uitzonderingen van artikel 4, lid 4, van verordening (EG) nr. 1049/2001.
(1) Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145, blz. 43).