Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CN0444

Zaak C-444/08 P: Hogere voorziening ingesteld op 8 oktober 2008 door Região autónoma dos Açores tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Derde kamer) van 1 juli 2008 in zaak T-37/04, Região autónoma dos Açores/Raad van de Europese Unie

PB C 327 van 20.12.2008, p. 15–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 327/15


Hogere voorziening ingesteld op 8 oktober 2008 door Região autónoma dos Açores tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Derde kamer) van 1 juli 2008 in zaak T-37/04, Região autónoma dos Açores/Raad van de Europese Unie

(Zaak C-444/08 P)

(2008/C 327/26)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirante: Região autónoma dos Açores (vertegenwoordigers: M. Renouf, solicitor, C. Bryant, solicitor, H. Mercer, QC)

Andere partijen in de procedure: Raad van de Europese Unie, Commissie van de Europese Gemeenschappen, Koninkrijk Spanje, Seas at Risk VZW, WWF — World Wide Fund for Nature, Stichting Greenpeace Council

Conclusies

het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 1 juli 2008 in zaak T-37/04 vernietigen;

de vordering in zaak T-37/04 ontvankelijk verklaren;

de artikelen 3 en 11 en de bijlage bij verordening nr. 1954/2003 (1) van de Raad nietig verklaren voor zover: a) hierin de visserijinspanning in de zin van de verordening alleen wordt bepaald naar de beoogde soorten en de ICES-deelgebieden en CECAF-sectoren, maar niet ook naar het soort gebruikt vistuig, passief of gesleept; en b) diepzeebestanden (onder meer de demersale soorten die onder verordening nr. 2347/2002 (2) vallen) worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de artikelen 3 en 11 van verordening nr. 1954/2003 van de Raad;

artikel 15 van verordening nr. 1954/2003 van de Raad nietig verklaren voor zover de intrekking van verordeningen nrs. 685/95 (3) en 2027/95 (4)): a) (i) de bevoegdheid van de Gemeenschap opheft om de visserijinspanning niet alleen te bepalen naar de beoogde soorten en de ICES-deelgebieden en CECAF-sectoren, maar ook naar het soort gebruikt vistuig en (ii) een einde maakt aan de wijze van bepaling van de visserijinspanning als geregeld in verordening nr. 2027/95; b) (i) de bevoegdheid opheft om een maximaal toegestane jaarlijkse visserijinspanning per sector te bepalen voor de diepzeebestanden (onder meer de demersale soorten die onder verordening nr. 2347/2002 vallen), en (ii) een einde maakt aan de wijze van bepaling daarvan als geregeld in verordening nr. 2027/95; c) het verbod van toegang voor Spaanse vaartuigen tot de wateren van de Azoren opheft voor het vissen op tonijn en tonijnachtigen;

artikel 5, lid 1, van verordening nr. 1954/2003 van de Raad nietig verklaren voorzover daarbij het verbod van toegang voor Spaanse vaartuigen tot de wateren van de Azoren voor het vissen op tonijn of tonijnachtigen niet wordt gehandhaafd;

de zaak terugwijzen naar het Gerecht van eerste aanleg indien het Hof van Justitie van oordeel is dat de zaak niet in staat van wijzen is; en

de Raad van de Europese Unie verwijzen in de kosten die de Região autónoma dos Açores zijn opgekomen in de procedures voor het Gerecht en in hogere voorziening.

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwirante voert zeven middelen aan tot staving van haar hogere voorziening tegen bovengenoemd arrest van het Gerecht van eerste aanleg.

In de eerste plaats heeft het Gerecht van eerste aanleg blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de bescherming die rekwirante krachtens artikel 299, lid 2, EG wordt verleend, niet volstaat om aan te tonen dat rekwirante individueel wordt geraakt door de bestreden bepalingen.

In de tweede plaats heeft het Gerecht van eerste aanleg ten onrechte geconcludeerd dat enkel lidstaten, en niet regionale autoriteiten, het recht hebben om het algemeen belang van hun grondgebied te verdedigen.

In de derde plaats heeft het Gerecht van eerste aanleg blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door milieuoverwegingen niet te onderscheiden van economische overwegingen.

In de vierde plaats heeft het Gerecht van eerste aanleg blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de bestreden bepalingen geen schadelijke gevolgen hebben voor de visbestanden en het mariene milieu in de Azoren, en dus voor het overleven van de visserijsector in de streek.

In de vijfde plaats heeft het Gerecht van eerste aanleg blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de gevolgen van de bestreden bepalingen voor de wetgevende en uitvoerende macht van rekwirante niet ertoe leidden dat rekwirante individueel werd geraakt door de bepalingen.

In de zesde plaats heeft het Gerecht van eerste aanleg blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de vordering van rekwirante niet ontvankelijk was op grond van het ontbreken van andere doeltreffende beroepsmogelijkheden voor rekwirante.

In de zevende plaats heeft het Gerecht van eerste aanleg blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door geen rekening te houden met de factoren waarop rekwirante zich heeft gebaseerd, zowel samen als afzonderlijk.


(1)  Verordening (EG) nr. 1954/2003 van de Raad van 4 november 2003 betreffende het beheer van de visserijinspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap, tot wijziging van verordening (EEG) nr. 2847/93 en tot intrekking van de verordeningen (EG) nr. 685/95 en (EG) nr. 2027/95 (PB L 289, blz. 1).

(2)  Verordening (EG) nr. 2347/2002 van de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de toegang tot diepzeebestanden en bij de visserij daarop in acht te nemen voorschriften (PB L 351, blz. 6).

(3)  Verordening (EG) nr. 685/95 van de Raad van 27 maart 1995 betreffende het beheer van de visserijinspanningen voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap (PB L 71, blz. 5).

(4)  Verordening (EG) nr. 2027/95 van de Raad van 15 juni 1995 tot invoering van een regeling voor het beheer van de visserijinspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap (PB L 199, blz. 1).


Top