EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CN0398

Zaak C-398/08 P: Hogere voorziening ingesteld op 16 september 2008 (fax: 12 september 2008 ) door Audi AG tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Vierde kamer) van 9 juli 2008 in zaak T-70/06, Audi AG/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

PB C 301 van 22.11.2008, p. 18–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.11.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 301/18


Hogere voorziening ingesteld op 16 september 2008 (fax: 12 september 2008) door Audi AG tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Vierde kamer) van 9 juli 2008 in zaak T-70/06, Audi AG/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

(Zaak C-398/08 P)

(2008/C 301/32)

Procestaal: Duits

Partijen

Rekwirante: Audi AG (vertegenwoordigers: S. O Gillert en F. Schiwek, advocaten)

Andere partij in de procedure: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Conclusies

vernietiging van het bestreden arrest;

vernietiging van de beslissing van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 16 december 2005 in zaak R 237/2005-2 voor zover daarbij het beroep tegen de beslissing van de onderzoeker ten dele is verworpen;

verwijzing van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt te verwijzen in de kosten van de procedure voor het Hof van Justitie, voor het Gerecht van eerste aanleg en voor de kamer van beroep.

Middelen en voornaamste argumenten

Schending van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad: De vaststellingen van het Gerecht — net zoals die van de kamer van beroep daarvoor — betreffende het respectieve doelpubliek zijn ontoereikend. Gelet op het grote aantal waren en diensten waarvoor de gemeenschapsmerkaanvraag is ingediend, is een globale benaderingswijze niet aanvaardbaar.

Het Gerecht heeft voorts bij het onderzoek van het onderscheidend vermogen een te strikt criterium gehanteerd. Het Gerecht heeft niet onderkend dat het ook bij zogenoemde reclameslogans in feite om woordmerken gaat. Het Gerecht heeft echter alleen op grond van het feit dat het aangevraagde merk „Vorsprung durch Technik” volgens zijn inzichten een reclameslogan vormt, duidelijk te strenge eisen toegepast bij de vaststelling van het onderscheidend vermogen.

Schending van artikel 63 van verordening nr. 40/94 van de Raad: Het Gerecht kan uitsluitend de beslissing van de kamer van beroep toetsen. Nieuwe feiten waarop de partijen zich beroepen en waarover de kamer van beroep nog niet heeft beslist, zijn voor het Gerecht ontoelaatbaar en moeten door het Gerecht buiten beschouwing worden gelaten wanneer het zijn oordeel vormt. Het Gerecht heeft zich bij het onderzoek van het onderscheidend vermogen evenwel gebaseerd op een document dat de verwerende partij pas met haar memorie van antwoord heeft overgelegd. De vaststelling dat het aangevraagde merk „Vorsprung durch Technik” onderscheidend vermogen mist, is op doorslaggevende wijze gebaseerd op de inhoud van het document en op de beoordeling van de inhoud ervan.


Top