EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007CN0519

Zaak C-519/07 P: Hogere voorziening ingesteld op 22 november 2007 door de Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Tweede kamer) van het 12 september 2007 in zaak T-348/03, Koninklijke Friesland Foods NV (voorheen Friesland Coberco Dairy Foods Holding NV) tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

PB C 37 van 9.2.2008, p. 9–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

9.2.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 37/9


Hogere voorziening ingesteld op 22 november 2007 door de Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Tweede kamer) van het 12 september 2007 in zaak T-348/03, Koninklijke Friesland Foods NV (voorheen Friesland Coberco Dairy Foods Holding NV) tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak C-519/07 P)

(2008/C 37/11)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Rekwirante: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: H. van Vliet en S. Noë, gemachtigden)

Andere partij in de procedure: Koninklijke Friesland Foods NV, voorheen Friesland Coberco Dairy Foods Holding NV

Conclusies

Het bestreden arrest te vernietigen, het beroep tot nietigverklaring van de Beschikking (1) te verwerpen, en Koninklijke Friesland Foods NV (KFF) te verwijzen in de kosten van de procedure voor het Gerecht van de onderhavige hogere voorziening;

Subsidiair: het bestreden arrest te vernietigen voor zover het rechten toekent aan andere marktdeelnemers dan Koninklijke Friesland Foods NV die op 11 juli 2001 bij de Nederlandse belastingdienst een verzoek om toepassing van de betrokken steunregeling hadden ingediend, en het beroep tot nietigverklaring van de Beschikking te verwerpen voor zover het gericht is op toekenning van rechten aan andere marktdeelnemers dan KFF die op 11 juli 2001 bij de Nederlandse belastingdienst een verzoek om toepassing van de betrokken steunregeling hadden ingediend.

Middelen en voornaamste argumenten

De Commissie is van oordeel dat het Gerecht het Gemeenschapsrecht heeft geschonden:

(i)

door te oordelen dat KFF procesbelang heeft omdat zij, indien het beroep werd toegewezen, tegenover de Nederlandse autoriteiten bepaalde aanspraken in verband met de cfa-regeling zou kunnen doen behandelen (bestreden arrest, punten 58-73);

(ii)

door te oordelen dat KFF rechtstreeks en individueel geraakt is door de Beschikking (bestreden arrest, punten 93-101);

(iii)

door de Beschikking te vernietigen op grond van feiten die de Commissie niet bekend waren en ook niet bekend behoefden te zijn op het moment dat zij de Beschikking nam, namelijk de concrete situatie van KFF (bestreden arrest, met name punten 141-143);

(iv)

onderdeel 1: door een element dat van essentieel belang is voor de redenering van het Gerecht manifest onjuist onbetwist en dus bewezen te achten (door ten onrechte te stellen dat de Commissie niet betwist zou hebben dat verzoekster boekhoudkundige maatregelen en financiële en economische beslissingen zou hebben getroffen die niet binnen een termijn van vijftien maanden kunnen worden gewijzigd, bestreden arrest, punt 137);

onderdeel 2: door te oordelen dat een onderneming die slechts een aanvraag heeft ingediend om toegelaten te worden tot een steunregeling aanspraak kan maken op gewettigd vertrouwen (bestreden arrest, met name punten 125-140);

(v)

door te oordelen dat KFF zich terecht kan beroepen op het gelijkheidsbeginsel (bestreden arrest, punten 149-150);

(v)

subsidiair: door het bestreden arrest te vernietigen voor zover het rechten toekent aan andere marktdeelnemers dan KFF (bestreden arrest, dictum, punt 1).


(1)  Beschikking 2003/515/EG van de Commissie van 17 februari 2003 betreffende de door Nederland ten uitvoer gelegde steunmaatregel ten gunste van internationale financieringsactiviteiten (PB L 180, blz. 52).


Top