This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62006TO0373
Order of the Court of First Instance (Seventh Chamber) of 8 September 2008. # Matthias Rath v Office for Harmonisation in the Internal Market (Trade Marks and Designs) (OHIM). # Community trade mark - Opposition proceedings - Application for Community trade mark Epican Forte - Earlier Community word mark EPIGRAN - Relative ground for refusal - Likelihood of confusion - Article 8(1)(b) of Regulation (EC) No 40/94 - Application manifestly lacking any foundation in law. # Case T-373/06.
Beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Zevende kamer) van 8 september 2008.
Matthias Rath tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM).
Gemeenschapsmerk - Oppositieprocedure - Aanvraag voor gemeenschapswoordmerk Epican Forte - Ouder gemeenschapswoordmerk EPIGRAN - Relatieve weigeringsgrond - Verwarringsgevaar - Artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 40/94 - Kennelijk ongegrond beroep.
Zaak T-373/06.
Beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Zevende kamer) van 8 september 2008.
Matthias Rath tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM).
Gemeenschapsmerk - Oppositieprocedure - Aanvraag voor gemeenschapswoordmerk Epican Forte - Ouder gemeenschapswoordmerk EPIGRAN - Relatieve weigeringsgrond - Verwarringsgevaar - Artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 40/94 - Kennelijk ongegrond beroep.
Zaak T-373/06.
Jurisprudentie 2008 II-00149*
ECLI identifier: ECLI:EU:T:2008:312
Beschikking van het Gerecht (Zevende kamer) van 8 september 2008 – Rath / BHIM – Grandel (Epican Forte)
(Zaak T‑373/06)
„Gemeenschapsmerk – Oppositieprocedure – Aanvraag voor gemeenschapswoordmerk Epican Forte – Ouder gemeenschapswoordmerk EPIGRAN – Relatieve weigeringsgrond – Verwarringsgevaar – Artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 40/94 – Kennelijk ongegrond beroep”
Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor zelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met ouder merk (Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b) (cf. punten 32‑33, 65-66)
Voorwerp
Beroep tegen de beslissing van de eerste kamer van beroep van het BHIM van 5 oktober 2006 (zaak R 1069/2005-1) inzake een oppositieprocedure tussen Dr. Grandel GmbH en Matthias Rath |
Gegevens betreffende de zaak
Aanvrager van het gemeenschapsmerk: |
Matthias Rath |
Betrokken gemeenschapsmerk: |
woordmerk Epican Forte voor waren van de klassen 5, 30 en 32 – aanvraag nr. 2525251 |
Houder van het merk of teken op basis waarvan oppositie is ingesteld: |
Dr. Grandel GmbH |
Merk of teken op basis waarvan oppositie is ingesteld: |
woordmerk EPIGRAN, oorspronkelijk ingeschreven voor waren van de klassen 1, 3 en 5, thans enkel nog voor waren van klasse 3 (gemeenschapsmerk nr. 560292), waarbij de oppositie uitsluitend was gericht tegen de inschrijving voor waren van klasse 5 |
Beslissing van de oppositieafdeling: |
toewijzing van de oppositie en gedeeltelijke afwijzing van de aanvraag |
Beslissing van de kamer van beroep: |
gedeeltelijke vernietiging van de beslissing van de oppositieafdeling |
Dictum
1) |
Het beroep wordt kennelijk ongegrond verklaard. |
2) |
Matthias Rath wordt verwezen in zijn eigen kosten alsmede in die van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) en van Dr. Grandel GmbH. |