EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62006CA0449

Zaak C-449/06: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 14 februari 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Arbeidsrechtbank te Brussel — België) — Sophiane Gysen/Groep S-Sociale verzekeringskas voor zelfstandigen (Ambtenaren — Bezoldiging — Statuut — Gezinstoelagen — Vaststelling van bedrag van nationale gezinsbijslag — Rangbepaling van kinderen — Kind dat krachtens Statuut recht geeft op gezinstoelagen)

PB C 79 van 29.3.2008, p. 5–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

29.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 79/5


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 14 februari 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Arbeidsrechtbank te Brussel — België) — Sophiane Gysen/Groep S-Sociale verzekeringskas voor zelfstandigen

(Zaak C-449/06) (1)

(Ambtenaren - Bezoldiging - Statuut - Gezinstoelagen - Vaststelling van bedrag van nationale gezinsbijslag - Rangbepaling van kinderen - Kind dat krachtens Statuut recht geeft op gezinstoelagen)

(2008/C 79/08)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Arbeidsrechtbank te Brussel

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Sophiane Gysen

Verwerende partij: Groep S-Socialeverzekeringskas voor zelfstandigen

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Arbeidsrechtbank te Brussel — Uitlegging van artikel 67 van verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, alsmede van bijzondere maatregelen welke tijdelijk op de ambtenaren van de Commissie van toepassing zijn (Ambtenarenstatuut) (PB L 56, blz. 1) — Gezinstoelagen — Toelaatbaarheid van een nationale regeling voor gezinsbijslag op grond waarvan voor de vaststelling van de rang van de rechtgevende kinderen geen rekening wordt gehouden met de kinderen waarvoor aanspraak op gezinstoelagen op grond van het Statuut bestaat — Juridische kwalificatie van het Ambtenarenstatuut naar nationaal recht

Dictum

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, alsmede van bijzondere maatregelen welke tijdelijk op de ambtenaren van de Commissie van toepassing zijn, zoals gewijzigd bij verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2074/83 van de Raad van 21 juli 1983, heeft een algemene strekking, is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gelet op de rechtstreekse toepasselijkheid van deze verordening in de rechtsorde van de lidstaten, moet het kind dat recht geeft op gezinstoelagen krachtens het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen op één lijn worden gesteld met een kind dat recht geeft op dergelijke toelagen krachtens het nationale recht of een internationale overeenkomst van de sociale zekerheid die in de betrokken lidstaat van kracht is.


(1)  PB C 326 van 30.12.2006.


Top