EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62006CA0420
Case C-420/06: Judgment of the Court (Grand Chamber) of 11 March 2008 (reference for a preliminary ruling from the Verwaltungsgericht Schwerin (Germany)) — Rüdiger Jager v Amt für Landwirtschaft Bützow (Common agricultural policy — Regulations (EC) No 1254/1999 and (EC) No 1782/2003 — Beef and veal — Integrated administration and control system for certain Community aid schemes — Regulations (EEC) No 3887/92, (EC) No 2419/2001 and (EC) No 796/2004 — Applications for livestock aid — Suckler cow premium — Irregularities — Non-compliance with the provisions concerning the identification and registration of unclaimed bovine animals — Regulation (EC) No 1760/2000 — Exclusion from the benefit of aid — Article 2(2) of Regulation (EC, Euratom) No 2988/95 — Principle of retroactive application of the more lenient penalty)
Zaak C-420/06: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 11 maart 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Schwerin — Duitsland) — Rüdiger Jager/Amt für Landwirtschaft Bützow (Gemeenschappelijk landbouwbeleid — Verordeningen (EG) nr. 1254/1999 en (EG) nr. 1782/2003 — Rundvlees — Geïntegreerd beheers en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen — Verordeningen (EEG) nr. 3887/92, (EG) nr. 2419/2001 en (EG) nr. 796/2004 — Steunaanvraag voor dieren — Zoogkoeienpremie — Onregelmatigheid — Niet-inachtneming van voorschriften inzake identificatie en registratie van runderen waarvoor geen steun wordt aangevraagd — Verordening (EG) nr. 1760/2000 — Uitsluiting van aanspraak op steun — Artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 — Beginsel van retroactieve toepassing van lichtste straf)
Zaak C-420/06: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 11 maart 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Schwerin — Duitsland) — Rüdiger Jager/Amt für Landwirtschaft Bützow (Gemeenschappelijk landbouwbeleid — Verordeningen (EG) nr. 1254/1999 en (EG) nr. 1782/2003 — Rundvlees — Geïntegreerd beheers en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen — Verordeningen (EEG) nr. 3887/92, (EG) nr. 2419/2001 en (EG) nr. 796/2004 — Steunaanvraag voor dieren — Zoogkoeienpremie — Onregelmatigheid — Niet-inachtneming van voorschriften inzake identificatie en registratie van runderen waarvoor geen steun wordt aangevraagd — Verordening (EG) nr. 1760/2000 — Uitsluiting van aanspraak op steun — Artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 — Beginsel van retroactieve toepassing van lichtste straf)
PB C 107 van 26.4.2008, p. 4–5
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
26.4.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 107/4 |
Arrest van het Hof (Grote kamer) van 11 maart 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Schwerin — Duitsland) — Rüdiger Jager/Amt für Landwirtschaft Bützow
(Zaak C-420/06) (1)
(Gemeenschappelijk landbouwbeleid - Verordeningen (EG) nr. 1254/1999 en (EG) nr. 1782/2003 - Rundvlees - Geïntegreerd beheers en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen - Verordeningen (EEG) nr. 3887/92, (EG) nr. 2419/2001 en (EG) nr. 796/2004 - Steunaanvraag voor dieren - Zoogkoeienpremie - Onregelmatigheid - Niet-inachtneming van voorschriften inzake identificatie en registratie van runderen waarvoor geen steun wordt aangevraagd - Verordening (EG) nr. 1760/2000 - Uitsluiting van aanspraak op steun - Artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 - Beginsel van retroactieve toepassing van lichtste straf)
(2008/C 107/06)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Verwaltungsgericht Schwerin
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Rüdiger Jager
Verwerende partij: Amt für Landwirtschaft Bützow
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Verwaltungsgericht Schwerin — Uitlegging van artikel 2, lid 2, van verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB L 312, blz. 1) — Afwijzing van een aanvraag voor dierpremies vanwege een verschil van meer dan 20 % tussen het aantal aangegeven dieren en het aantal bij een controle geconstateerde dieren — Toepassing met terugwerkende kracht van latere minder strenge administratieve sancties met betrekking tot dierpremies die slechts van toepassing zijn na de opheffing van het dierpremiestelsel in de betrokken lidstaat
Dictum
Artikel 2, lid 2, tweede volzin, van verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen moet aldus worden uitgelegd dat de bepalingen van de artikelen 66 en 67 van verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, zoals gewijzigd en gerectificeerd bij verordening (EG) nr. 239/2005 van de Commissie van 11 februari 2005, niet met terugwerkende kracht kunnen worden toegepast op een steunaanvraag voor dieren die valt binnen de temporele werkingssfeer van verordening (EEG) nr. 3887/92 van de Commissie van 23 december 1992 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2801/1999 van de Commissie van 21 december 1999, en op grond van artikel 10 quater van deze verordening aanleiding gaf tot een uitsluiting van steun.