Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62005TN0041

Zaak T-41/05: Beroep, op 28 januari 2005 ingesteld door Dimon Incorporated tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

PB C 93 van 16.4.2005, p. 33–34 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

16.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 93/33


Beroep, op 28 januari 2005 ingesteld door Dimon Incorporated tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-41/05)

(2005/C 93/64)

Procestaal: Engels

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 28 januari 2005 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Dimon Incorporated, gevestigd te Danville, Virginia (US), vertegenwoordigd door L. Bergkamp, H. Cogels en J. Dhont, advocaten.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

de artikelen 1, 3 en 5 van de bestreden beschikking nietig te verklaren voorzover zij Dimon Inc. betreffen;

subsidiair, de aan Agroexpansión SA en Dimon Inc. opgelegde geldboete, tot betaling waarvan zij hoofdelijk zijn gehouden, te verlagen;

de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster komt op tegen de beschikking van de Commissie van 20 oktober 2004 in een procedure op grond van artikel 81, lid 1, EG (zaak COMP/C.38.238/B.2 – Ruwe tabak Spanje). Verzoekster betoogt dat zij niet de juiste adressaat van de beschikking is.

Tot staving van haar beroep voert zij schending aan van artikel 81, lid 1, EG, artikel 23, lid 2, van verordening nr. 1/2003 (1) en het evenredigheidsbeginsel. Volgens verzoekster heeft de Commissie een kennelijke fout gemaakt waar zij heeft geoordeeld dat verzoekster gedurende de inbreukperiode op Agroexpansión beslissende invloed uitoefende en heeft zij de beschikking bijgevolg ten onrechte tot verzoekster gericht; de Commissie heeft tevens het maximumbedrag van de geldboete die aan Agroexpansión kan worden opgelegd, overschreden daar zij, voor de berekening daarvan, van de omzet van het Dimon-concern is uitgegaan.

Verzoekster voert verder schending aan van het evenredigheids- en het aansprakelijkheidsbeginsel voorzover de Commissie verzoekster aansprakelijk heeft geacht voor één enkele, ingewikkelde kartelovereenkomst op lange termijn die door Agroexpansión is uitgevoerd en waar verzoekster geen weet van had.

Verzoekster voert tevens schending aan van het evenredigheidsbeginsel, het aansprakelijkheidsbeginsel en artikel 23, lid 2, van verordening nr. 1/2003. Volgens haar kan zij niet aansprakelijk worden gesteld voor inbreuken uit de periode dat Agroexpansión nog geen deel uitmaakte van het Dimon-concern.

Ten slotte voert verzoekster schending aan van haar gewettigd vertrouwen, dat overeenkomstig afdeling 3 van de richtsnoeren van de Commissie van 1998 (2) rekening zou worden gehouden met verzachtende omstandigheden wegens het feit dat de inbreuk snel is beëindigd, namelijk zodra de Commissie het onderzoek heeft ingeleid.


(1)  Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1, blz. 1).

(2)  Richtsnoeren voor de berekening van geldboeten die uit hoofde van artikel 15, lid 2, van verordening nr. 17, respectievelijk artikel 65, lid 5, van het EGKS-Verdrag worden opgelegd (PB C 9, blz. 3).


Top