EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62004TA0400

Gevoegde zaken T-400/04 en T-402/04 tot en met T-404/04: Arrest van het Gerecht van 20 september 2011 — Arch Chemicals e.a./Commissie ( Veterinairrechtelijke voorschriften — Op markt brengen van biociden — Opstelling van lijst van op markt aanwezige werkzame stoffen — Beschikking houdende weigering om aantal bepalingen van regeling te wijzigen — Beroep wegens nalaten — Verplichting tot handelen — Beroep tot nietigverklaring — Niet individueel geraakt zijn — Niet-ontvankelijkheid )

PB C 319 van 29.10.2011, p. 11–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

29.10.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 319/11


Arrest van het Gerecht van 20 september 2011 — Arch Chemicals e.a./Commissie

(Gevoegde zaken T-400/04 en T-402/04 tot en met T-404/04) (1)

(Veterinairrechtelijke voorschriften - Op markt brengen van biociden - Opstelling van lijst van op markt aanwezige werkzame stoffen - Beschikking houdende weigering om aantal bepalingen van regeling te wijzigen - Beroep wegens nalaten - Verplichting tot handelen - Beroep tot nietigverklaring - Niet individueel geraakt zijn - Niet-ontvankelijkheid)

2011/C 319/20

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Arch Chemicals Inc. (Norwalk, Connecticut, Verenigde Staten) en Arch Timber Protection Ltd (Castleford, West Yorkshire, Verenigd Koninkrijk) (zaak T-400/04); Rhodia UK Ltd, voorheen Rhodia Consumer Specialities Ltd (Watford, Hertfordshire, Verenigd Koninkrijk) (zaak T-402/04); Sumitomo Chemical (UK) plc (Londen, Verenigd Koninkrijk) (zaak T-403/04); en Troy Chemical Co. BV (Vlaardingen, Nederland) (zaak T-404/04); (vertegenwoordigers: K. Van Maldegem en C. Mereu, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk X. Lewis en D. Recchia en vervolgens P. Oliver en G. Wilms, gemachtigden)

Voorwerp

Enerzijds, primair, een vordering strekkende tot vaststelling dat de Commissie ten onrechte heeft nagelaten een aantal bepalingen van verordening (EG) nr. 1896/2000 van de Commissie van 7 september 2000 inzake de eerste fase van het in artikel 16, lid 2, van richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende biociden bedoelde programma (PB L 228, blz. 6) en van verordening (EG) nr. 2032/2003 van de Commissie van 4 november 2003 inzake de tweede fase van het in artikel 16, lid 2, van richtlijn 98/8 en houdende wijziging van verordening nr. 1896/2000 (PB L 307, blz. 1) te wijzigen en, subsidiair, een vordering tot nietigverklaring van de brief van de Commissie van 20 juli 2004 houdende afwijzing van de door verzoeksters geformuleerde verzoeken, en anderzijds, primair, een vordering tot vergoeding van de schade die verzoeksters zouden hebben geleden door het nalaten van de Commissie en subsidiair een vordering tot vergoeding van de door de brief van de Commissie van 20 juli 2004 veroorzaakte schade

Dictum

1)

De beroepen worden verworpen.

2)

Arch Chemicals Inc., Arch Timber Protection Ltd, Rhodia UK Ltd, Sumitomo Chemical (UK) plc en Troy Chemical Co. BV zullen hun eigen kosten alsmede die van de Europese Commissie dragen.


(1)  PB C 19 van 22.1.2005.


Top