Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62004TA0075

    Gevoegde zaken T-75/04 en T-77/04 tot en met T-79/04: Arrest van het Gerecht van 20 september 2011 — Arch Chemicals e.a./Commissie ( Beroep tot nietigverklaring — Veterinairrechtelijke voorschriften — Op markt brengen van biociden — Verordening (EG) nr. 2032/2003 — Niet individueel geraakt zijn — Niet-ontvankelijkheid )

    PB C 319 van 29.10.2011, p. 11–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    29.10.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 319/11


    Arrest van het Gerecht van 20 september 2011 — Arch Chemicals e.a./Commissie

    (Gevoegde zaken T-75/04 en T-77/04 tot en met T-79/04) (1)

    (Beroep tot nietigverklaring - Veterinairrechtelijke voorschriften - Op markt brengen van biociden - Verordening (EG) nr. 2032/2003 - Niet individueel geraakt zijn - Niet-ontvankelijkheid)

    2011/C 319/19

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partijen: Arch Chemicals Inc. (Norwalk, Connecticut, Verenigde Staten) en Arch Timber Protection Ltd (Castleford, West Yorkshire, Verenigd Koninkrijk) (zaak T-75/04); Rhodia UK Ltd, voorheen Rhodia Consumer Specialities Ltd (Watford, Hertfordshire, Verenigd Koninkrijk) (zaak T-77/04); Sumitomo Chemical (UK) plc (Londen, Verenigd Koninkrijk) (zaak T-78/04); en Troy Chemical Co. BV (Vlaardingen, Nederland) (zaak T-79/04); (vertegenwoordigers: K. Van Maldegem en C. Mereu, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk X. Lewis en F. Simonetti en vervolgens P. Oliver en G. Wilms, gemachtigden)

    Interveniënte aan de zijde van verzoekende partijen: European Chemical Industry Council (CEFIC) (Brussel, België) (vertegenwoordigers: aanvankelijk M. Bronkers, Y. van Gerven en P. Charro en vervolgens Y. van Gerven, advocaten)

    Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Europees Parlement (vertegenwoordigers: aanvankelijk A. Neergaard en M. Moore en vervolgens A. Neergaard en J. Rodrigues, gemachtigden), Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: aanvankelijk B. Hoff-Nielsen, M. Sims en F. Ruggeri Laderchi, vervolgens M. Sims en F. Florindo Gijón en tenslotte F. Florindo Gijón en R. Liudvinaviciute-Cordeiro, gemachtigden) en Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: aanvankelijk S. Terstal en vervolgens H. Sevenster, gemachtigden)

    Voorwerp

    Verzoek om nietigverklaring van de artikelen 3, 4, lid 2, 5, lid 3, 10, lid 2, tweede alinea, 11, lid 3, 13 en 14, lid 2, van en van bijlage II bij verordening (EG) nr. 2032/2003 van de Commissie van 4 november 2003 inzake de tweede fase van het in artikel 16, lid 2, van richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden bedoelde tienjarige werkprogramma en houdende wijziging van verordening (EG) nr. 1896/2000 (PB L 307, blz. 1)

    Dictum

    1)

    De beroepen worden verworpen.

    2)

    Arch Chemicals Inc., Arch Timber Protection Ltd, Rhodia UK Ltd, Sumitomo Chemical (UK) plc en Troy Chemical Co. BV zullen hun eigen kosten alsmede die van de Europese Commissie dragen, daaronder begrepen, wat Sumitomo Chemical (UK) plc betreft, de kosten die op de procedure in kort geding zijn gevallen.

    3)

    Het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie, het Koninkrijk der Nederlanden en de European Chemical Industry Council (CEFIC) zullen hun eigen kosten dragen.


    (1)  PB C 106 van 30.4.2004.


    Top