This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62002TJ0392
Judgment of the Court of First Instance (Second Chamber) of 21 October 2003.#Solvay Pharmaceuticals BV v Council of the European Union.#Directive 70/524/CEE - Action for annulment - Admissibility.#Case T-392/02.
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Tweede kamer) van 21 oktober 2003.
Solvay Pharmaceuticals BV tegen Raad van de Europese Unie.
Richtlijn 70/524/CEE -Beroep tot nietigverklaring - Ontvankelijkheid.
Zaak T-392/02.
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Tweede kamer) van 21 oktober 2003.
Solvay Pharmaceuticals BV tegen Raad van de Europese Unie.
Richtlijn 70/524/CEE -Beroep tot nietigverklaring - Ontvankelijkheid.
Zaak T-392/02.
Jurisprudentie 2003 II-04555
ECLI identifier: ECLI:EU:T:2003:277
«Richtlijn 70/524/EEG – Communautaire vergunning voor toevoegingsmiddel in diervoeding, gebonden aan persoon die verantwoordelijk is voor in verkeer brengen – Overgangsregeling – Intrekking van vergunning – Beroep tot nietigverklaring – Ontvankelijkheid – Voorwaarden voor intrekking – Voorzorgsbeginsel – Beginselen van gelijke behandeling, rechtszekerheid, behoorlijk bestuur en goede trouw»
|
||||
(Richtlijn 70/524 van de Raad, art. 9.H, 9.M en 11)
(Art. 3, sub p, EG, 6 EG, 152, lid 1, EG, 153, leden 1 en 2, EG en 174, leden 1 en 2, EG)
(Richtlijn 70/524 van de Raad, art. 9.M, vijfde streepje)
ARREST VAN HET GERECHT (Tweede kamer)
21 oktober 2003 (1)
„Richtlijn 70/524/EEG – Communautaire vergunning voor toevoegingsmiddel in diervoeding, gebonden aan persoon die verantwoordelijk is voor in verkeer brengen – Overgangsregeling – Intrekking van vergunning – Beroep tot nietigverklaring – Ontvankelijkheid – Voorwaarden voor intrekking – Voorzorgsbeginsel – Beginselen van gelijke behandeling, rechtszekerheid, behoorlijk bestuur en goede trouw”
In zaak T-392/02, Solvay Pharmaceuticals BV, gevestigd te Weesp (Nederland), vertegenwoordigd door C. Meijer, F. Herbert en M. L. Struys, advocaten, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg,verzoekster,
tegen
Raad van de Europese Unie, vertegenwoordigd door M. Balta en M. Ruggeri Laderchi als gemachtigden,verweerder,
ondersteund doorCommissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door A. Bordes als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg,interveniënte,
betreffende een verzoek tot nietigverklaring van verordening (EG) nr. 1756/2002 van de Raad van 23 september 2002 tot wijziging van richtlijn 70/524/EEG van de Raad betreffende toevoegingsmiddelen in de diervoeding wat betreft de intrekking van de vergunning voor een toevoegingsmiddel en tot wijziging van verordening (EG) nr. 2430/1999 van de Commissie (PB L 265, blz. 1), wijstHET GERECHT VAN EERSTE AANLEG (Tweede kamer),
gezien de stukken en na de terechtzitting op 17 juli 2003,
het navolgende
HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG (Tweede kamer),
rechtdoende:
Forwood |
Pirrung |
Meij |
De griffier |
De president van de Tweede kamer |
H. Jung |
N. J. Forwood |