This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62001CJ0421
Judgment of the Court (Sixth Chamber) of 16 October 2003. # Traunfellner GmbH v Österreichische Autobahnen- und Schnellstraßen-Finanzierungs-AG (Asfinag). # Reference for a preliminary ruling: Bundesvergabeamt - Austria. # Directive 93/37/EEC - Public works contracts - Concept of a variant - Conditions for consideration and assessment for the purpose of awarding a contract. # Case C-421/01.
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 16 oktober 2003.
Traunfellner GmbH tegen Österreichische Autobahnen- und Schnellstraßen-Finanzierungs-AG (Asfinag).
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Bundesvergabeamt - Oostenrijk.
Richtlijn 93/37/EEG - Overheidsopdrachten voor uitvoering van werken - Begrip "variant" - Voorwaarden voor inaanmerkingneming en beoordeling met het oog op gunning van opdracht.
Zaak C-421/01.
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 16 oktober 2003.
Traunfellner GmbH tegen Österreichische Autobahnen- und Schnellstraßen-Finanzierungs-AG (Asfinag).
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Bundesvergabeamt - Oostenrijk.
Richtlijn 93/37/EEG - Overheidsopdrachten voor uitvoering van werken - Begrip "variant" - Voorwaarden voor inaanmerkingneming en beoordeling met het oog op gunning van opdracht.
Zaak C-421/01.
Jurisprudentie 2003 I-11941
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2003:549
«Richtlijn 93/37/EEG – Overheidsopdrachten voor uitvoering van werken – Begrip variant – Voorwaarden voor inaanmerkingneming en beoordeling met oog op gunning van opdracht»
|
I - 0000 | |||
|
I - 0000 | |||
(Art. 234 EG)
(Richtlijn 93/37 van de Raad, art. 19)
(Richtlijn 93/37 van de Raad, art. 19 en 30)
ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer)
16 oktober 2003 (1)
„Richtlijn 93/37/EEG – Overheidsopdrachten voor uitvoering van werken – Begrip variant – Voorwaarden voor inaanmerkingneming en beoordeling met het oog op gunning van opdracht”
In zaak C-421/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Bundesvergabeamt (Oostenrijk), in het aldaar aanhangige geding tussen Traunfellner GmbHen
Österreichische Autobahnen- und Schnellstraßen-Finanzierungs-AG (Asfinag), om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van richtlijn 93/37/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken (PB L 199, blz. 54),wijstHET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer),,
gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:
gezien het rapport ter terechtzitting,
gehoord de mondelinge opmerkingen van de Oostenrijkse regering en de Commissie ter terechtzitting van 6 maart 2003,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 10 april 2003,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer),
uitspraak doende op de door het Bundesvergabeamt bij beschikking van 25 september 2001 gestelde vragen, verklaart voor recht:
Puissochet |
Schintgen |
Skouris |
Macken |
Cunha Rodrigues |
|
De griffier |
De president |
R. Grass |
V. Skouris |