EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62001CJ0109
Judgment of the Court of 23 September 2003.#Secretary of State for the Home Department v Hacene Akrich.#Reference for a preliminary ruling: Immigration Appeal Tribunal - United Kingdom.#Freedom of movement for workers - National of a non-Member State who is the spouse of a national of a Member State - Spouse under a prohibition on entering and remaining in that Member State - Temporary establishment of the couple in another Member State - Establishment with a view to acquisition by spouse of a right under Community law to enter and remain in the first Member State - Abuse.#Case C-109/01.
Arrest van het Hof van 23 september 2003.
Secretary of State for the Home Department tegen Hacene Akrich.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Immigration Appeal Tribunal - Verenigd Koninkrijk.
Vrij verkeer van werknemers - Onderdaan van derde land die gehuwd is met onderdaan van lidstaat - Echtgenoot waarvoor verbod van binnenkomst en verblijf in die lidstaat geldt - Tijdelijke vestiging van echtpaar in andere lidstaat - Vestiging met de bedoeling dat echtgenoot krachtens gemeenschapsrecht recht op binnenkomst en verblijf in eerste lidstaat verkrijgt - Misbruik.
Zaak C-109/01.
Arrest van het Hof van 23 september 2003.
Secretary of State for the Home Department tegen Hacene Akrich.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Immigration Appeal Tribunal - Verenigd Koninkrijk.
Vrij verkeer van werknemers - Onderdaan van derde land die gehuwd is met onderdaan van lidstaat - Echtgenoot waarvoor verbod van binnenkomst en verblijf in die lidstaat geldt - Tijdelijke vestiging van echtpaar in andere lidstaat - Vestiging met de bedoeling dat echtgenoot krachtens gemeenschapsrecht recht op binnenkomst en verblijf in eerste lidstaat verkrijgt - Misbruik.
Zaak C-109/01.
Jurisprudentie 2003 I-09607
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2003:491
«Vrij verkeer van werknemers – Onderdaan van derde land die gehuwd is met onderdaan van lidstaat – Echtgenoot waarvoor verbod van binnenkomst en verblijf in die lidstaat geldt – Tijdelijke vestiging van echtpaar in andere lidstaat – Vestiging met bedoeling dat echtgenoot krachtens gemeenschapsrecht recht op binnenkomst en verblijf in eerste lidstaat verkrijgt – Misbruik»
|
I - 0000 | |||
|
I - 0000 | |||
(Verordening nr. 1612/68 van de Raad, art. 10)
(Verordening nr. 1612/68 van de Raad, art. 10)
(Europees Verdrag voor de rechten van de mens, art. 8; verordening nr. 1612/68 van de Raad, art. 10)
ARREST VAN HET HOF
23 september 2003 (1)
„Vrij verkeer van werknemers – Onderdaan van derde land die gehuwd is met onderdaan van lidstaat – Echtgenoot waarvoor verbod van binnenkomst en verblijf in die lidstaat geldt – Tijdelijke vestiging van echtpaar in andere lidstaat – Vestiging met de bedoeling dat echtgenoot krachtens gemeenschapsrecht recht op binnenkomst en verblijf in eerste lidstaat verkrijgt – Misbruik”
In zaak C-109/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Immigration Appeal Tribunal (Verenigd Koninkrijk), in het aldaar aanhangig geding tussen Secretary of State for the Home Departmenten
Hacene Akrich, om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van het gemeenschapsrecht op het gebied van het vrije verkeer van personen en het verblijfsrecht van een onderdaan van een derde land die gehuwd is met een onderdaan van een lidstaat,wijstHET HOF VAN JUSTITIE,,
gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:
gezien het rapport ter terechtzitting,
gehoord de mondelinge opmerkingen van H. Akrich, vertegenwoordigd door T. Eicke; de regering van het Verenigd Koninkrijk, vertegenwoordigd door J. E. Collins, bijgestaan door E. Sharpston; de Griekse regering, vertegenwoordigd door I. Galani-Maragkoudaki en E.-M. Mamouna als gemachtigde, en de Commissie, vertegenwoordigd door C. O'Reilly, ter terechtzitting van 5 november 2002,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 27 februari 2003,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE,
uitspraak doende op de door het Immigration Appeal Tribunal bij beschikking van 3 oktober 2000 gestelde vragen, verklaart voor recht:
Rodríguez Iglesias |
Puissochet |
Wathelet |
Schintgen |
Timmermans |
Edward |
La Pergola |
Jann |
Macken |
Colneric |
von Bahr |
|
De griffier |
De president |
R. Grass |
G. C. Rodríguez Iglesias |