Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62000CC0372

    Conclusie van advocaat-generaal Geelhoed van 25 oktober 2001.
    Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Ierland.
    Niet-nakoming - Richtlijn 96/48/EG - Interoperabiliteit van het transeuropees hoge-snelheidsspoorwegsysteem.
    Zaak C-372/00.

    Jurisprudentie 2001 I-10303

    ECLI identifier: ECLI:EU:C:2001:588

    62000C0372

    Conclusie van advocaat-generaal Geelhoed van 25 oktober 2001. - Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Ierland. - Niet-nakoming - Richtlijn 96/48/EG - Interoperabiliteit van het transeuropees hoge-snelheidsspoorwegsysteem. - Zaak C-372/00.

    Jurisprudentie 2001 bladzijde I-10303


    Conclusie van de advocaat generaal


    1. In deze zaak verzoekt de Commissie van de Europese Gemeenschappen conform artikel 226 EG het Hof vast te stellen dat Ierland de krachtens richtlijn 96/48/EG van de Raad van 23 juli 1996 betreffende de interoperabiliteit van het transeuropees hogesnelheidsspoorwegsysteem (hierna: richtlijn") op haar rustende verplichting niet is nagekomen.

    2. De richtlijn beoogt de onderlinge koppeling en interoperabiliteit van nationale netwerken, alsmede de toegang tot deze netwerken te bevorderen.

    3. Krachtens artikel 23, lid 1, van de richtlijn zijn de lidstaten verplicht alle nodige wettelijke en bestuurlijke bepalingen vast te stellen of te wijzigen zodat uiterlijk 30 maanden na de inwerkingtreding van de richtlijn aan deze richtlijn wordt voldaan. Voorts dienen de lidstaten de Commissie hiervan onmiddellijk in kennis te stellen.

    4. Artikel 25 van de richtlijn bepaalt dat de richtlijn in werking treedt op de eenentwintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. De richtlijn is op 17 september 1996 gepubliceerd. Derhalve is de richtlijn op 8 oktober 1996 in werking getreden en hadden de lidstaten uiterlijk op 8 april 1999 aan hun verplichtingen voortvloeiend uit de richtlijn moeten voldoen.

    5. De Ierse regering erkent dat zij de richtlijn niet tijdig heeft omgezet. In dat verband merkt zij op dat de bevoegde minister in een vergevorderd stadium is met een voorstel tot wet. Voorts wijst de Ierse regering erop dat er thans geen hogesnelheidstreinen operationeel zijn in Ierland. Ook merkt zij op dat ten tijde van het indienen van het verweerschrift in onderhavige zaak de technische specificaties inzake interoperabiliteit (TSI's), zoals bedoeld in hoofdstuk II van de richtlijn, nog niet waren goedgekeurd dan wel definitief tot stand waren gebracht.

    6. Ik merk op dat de Ierse regering de inbreuk niet heeft bestreden. De omstandigheid dat thans in Ierland geen hogesnelheidstreinen operationeel zijn doet niet ter zake. Het Hof heeft meermalen uitgemaakt dat de omstandigheid dat een activiteit waarop de richtlijn betrekking heeft in een lidstaat niet voorkomt, deze lidstaat niet kan ontheffen van zijn verplichting wettelijke of bestuursrechtelijke maatregelen te treffen ter verzekering van een adequate omzetting van de bepalingen van die richtlijn.

    7. Ook de opmerking aangaande TSI's is naar mijn mening niet ter zake doende. Zoals de Commissie in de schriftelijke procedure terecht heeft opgemerkt, geldt ingevolge artikel 4 van de richtlijn dat het transeuropees hogesnelheidsspoorwegsysteem, de subsystemen en de interoperabiliteitsonderdelen moeten voldoen aan de essentiële eisen zoals vermeld in bijlage III bij de richtlijn. Deze essentiële eisen gelden onafhankelijk van het bestaan van TSI's. Derhalve kan het nog niet tot stand zijn gekomen van TSI's geen reden zijn voor een te late implementatie van de richtlijn.

    Conclusie

    In het licht van de hier weergegeven feiten en omstandigheden geef ik het Hof in overweging:

    a) te verklaren dat Ierland, door na te laten de nodige wettelijke en bestuurlijke maatregelen te treffen ter uitvoering van richtlijn 96/48/EG van de Raad van 23 juli 1996 betreffende de interoperabiliteit van het transeuropees hogesnelheidsspoorwegsysteem, haar verplichtingen ingevolge bedoelde richtlijn niet is nagekomen;

    b) Ierland ingevolge artikel 69, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering in de proceskosten te veroordelen.

    Top