EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61999CJ0462
Judgment of the Court (Fifth Chamber) of 22 May 2003. # Connect Austria Gesellschaft für Telekommunikation GmbH v Telekom-Control-Kommission, and Mobilkom Austria AG. # Reference for a preliminary ruling: Verwaltungsgerichtshof - Austria. # Telecommunications - Mobile telecommunications services - Article 5a(3) of Directive 90/387/EEC - Appeal to an independent body against a decision of the national regulatory authority - Articles 82 EC and 86(1) EC - Article 2(3) and (4) of Directive 96/2/EC - Articles 9(2) and 11(2) of Directive 97/13/EC - Allocation to a public undertaking in a dominant position which holds a licence to provide digital mobile telecommunications services according to the GSM 900 standard of additional frequencies in the frequency band reserved for the DCS 1800 standard without imposing a separate fee. # Case C-462/99.
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 22 mei 2003.
Connect Austria Gesellschaft für Telekommunikation GmbH tegen Telekom-Control-Kommission, in tegenwoordigheid van Mobilkom Austria AG.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Verwaltungsgerichtshof - Oostenrijk.
Telecommunicatie - Mobiele telecommunicatiediensten - Artikel5bis, lid3, van richtlijn 90/387/EEG - Beroep bij een onafhankelijk lichaam tegen besluit van nationale regelgevende instantie - Artikelen82 EG en 86, lid1, EG - Artikel2, leden3 en 4, van richtlijn 96/2/EG - Artikelen9, lid2, en 11, lid2, van richtlijn 97/13/EG - Toekenning aan openbaar bedrijf met machtspositie dat reeds concessie voor verrichten van digitale mobiele telecommunicatiediensten volgens GSM900norm heeft, van bijkomende frequenties uit voor DCS1800 gereserveerde frequentiegebied, zonder heffing van vergoeding daarvoor.
Zaak C-462/99.
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 22 mei 2003.
Connect Austria Gesellschaft für Telekommunikation GmbH tegen Telekom-Control-Kommission, in tegenwoordigheid van Mobilkom Austria AG.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Verwaltungsgerichtshof - Oostenrijk.
Telecommunicatie - Mobiele telecommunicatiediensten - Artikel5bis, lid3, van richtlijn 90/387/EEG - Beroep bij een onafhankelijk lichaam tegen besluit van nationale regelgevende instantie - Artikelen82 EG en 86, lid1, EG - Artikel2, leden3 en 4, van richtlijn 96/2/EG - Artikelen9, lid2, en 11, lid2, van richtlijn 97/13/EG - Toekenning aan openbaar bedrijf met machtspositie dat reeds concessie voor verrichten van digitale mobiele telecommunicatiediensten volgens GSM900norm heeft, van bijkomende frequenties uit voor DCS1800 gereserveerde frequentiegebied, zonder heffing van vergoeding daarvoor.
Zaak C-462/99.
Jurisprudentie 2003 I-05197
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2003:297
«Telecommunicatie – Mobiele telecommunicatiediensten – Artikel 5 bis, lid 3, van richtlijn 90/387/EEG – Beroep bij onafhankelijk lichaam tegen besluit van nationale regelgevende instantie – Artikelen 82 EG en 86, lid 1, EG – Artikel 2, leden 3 en 4, van richtlijn 96/2/EG – Artikelen 9, lid 2, en 11, lid 2, van richtlijn 97/13/EG – Toekenning aan openbaar bedrijf met machtspositie dat reeds vergunning voor verrichten van digitale mobiele telecommunicatiediensten volgens GSM 900-norm heeft, van extra frequenties uit voor DCS 1800 gereserveerd frequentiegebied, zonder dat daarvoor afzonderlijke vergoeding wordt gevraagd»
|
I - 0000 | |||
|
I - 0000 | |||
(Art. 10 EG; richtlijn 90/387 van de Raad, art. 5 bis, lid 3)
(Art. 82 EG en 86, lid 1, EG)
(Richtlijn 96/2 van de Commissie, art. 2, leden 3 en 4)
(Richtlijn 97/13 van het Europees Parlement en de Raad, art. 9, lid 2, en 11, lid 2)
ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer)
22 mei 2003 (1)
„Telecommunicatie – Mobiele telecommunicatiediensten – Artikel 5 bis, lid 3, van richtlijn 90/387/EEG – Beroep bij een onafhankelijk lichaam tegen besluit van nationale regelgevende instantie – Artikelen 82 EG en 86, lid 1, EG – Artikel 2, leden 3 en 4, van richtlijn 96/2/EG – Artikelen 9, lid 2, en 11, lid 2, van richtlijn 97/13/EG – Toekenning aan openbaar bedrijf met machtspositie dat reeds concessie voor verrichten van digitale mobiele telecommunicatiediensten volgens GSM 900-norm heeft, van bijkomende frequenties uit voor DCS 1800 gereserveerde frequentiegebied, zonder heffing van vergoeding daarvoor”
In zaak C-462/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk), in het aldaar aanhangige geding tussen Connect Austria Gesellschaft für Telekommunikation GmbHen
Telekom-Control-Kommission ,in tegenwoordigheid van: Mobilkom Austria AG , om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 5 bis, lid 3, van richtlijn 90/387/EEG van de Raad van 28 juni 1990 betreffende de totstandbrenging van de interne markt voor telecommunicatiediensten door middel van de tenuitvoerlegging van Open Network Provision (ONP) (PB L 192, blz. 1), zoals gewijzigd bij richtlijn 97/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 1997 (PB L 295, blz. 23), artikel 2, leden 3 en 4, van richtlijn 96/2/EG van de Commissie van 16 januari 1996 tot wijziging van richtlijn 90/388/EEG met betrekking tot mobiele en persoonlijke communicatie (PB L 20, blz. 59), de artikelen 9, lid 2, en 11, lid 2, van richtlijn 97/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 april 1997 betreffende een gemeenschappelijk kader voor algemene machtigingen en individuele vergunningen op het gebied van telecommunicatiediensten (PB L 117, blz. 15), en de artikelen 82 EG en 86, lid 1, EG,wijstHET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),,
gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:
gezien het rapport ter terechtzitting,
gehoord de mondelinge opmerkingen van Connect Austria Gesellschaft für Telekommunikation GmbH, vertegenwoordigd door A. Foglar-Deinhardstein, Rechtsanwalt, en P. Hoffmann; Telekom-Control-Kommission, vertegenwoordigd door W. Schramm; Mobilkom Austria AG, vertegenwoordigd door P. Lewisch; de Oostenrijkse regering, vertegenwoordigd door T. Kramler als gemachtigde, en de Commissie, vertegenwoordigd door C. Schmidt, ter terechtzitting van 11 oktober 2001,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 13 december 2001,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),
uitspraak doende op de door het Verwaltungsgerichtshof bij beschikking van 24 november 1999 gestelde vragen, verklaart voor recht:
Edward |
La Pergola |
Jann |
De griffier |
De president van de Vijfde kamer |
R. Grass |
M. Wathelet |