This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61998TO0044
Order of the President of the Court of First Instance of 14 August 1998. # Emesa Sugar (Free Zone) NV v Commission of the European Communities. # Association arrangements for overseas countries and territories - Decisions 91/482/EEC and 97/803/EC - Regulation (EC) No 2553/97 - Proceedings for interim relief - Intervention - Urgency - None. # Case T-44/98 R.
Beschikking van de president van het Gerecht van eerste aanleg van 14 augustus 1998.
Emesa Sugar (Free Zone) NV tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Associatieregeling van landen en gebieden overzee - Besluiten 91/482/EEG en 97/803/EG - Verordening (EG) nr. 2553/97 - Procedure in kort geding - Interventie - Spoedeisendheid - Afwezigheid.
Zaak T-44/98 R.
Beschikking van de president van het Gerecht van eerste aanleg van 14 augustus 1998.
Emesa Sugar (Free Zone) NV tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Associatieregeling van landen en gebieden overzee - Besluiten 91/482/EEG en 97/803/EG - Verordening (EG) nr. 2553/97 - Procedure in kort geding - Interventie - Spoedeisendheid - Afwezigheid.
Zaak T-44/98 R.
Jurisprudentie 1998 II-03079
ECLI identifier: ECLI:EU:T:1998:191
Beschikking van de president van het Gerecht van eerste aanleg van 14 augustus 1998. - Emesa Sugar (Free Zone) NV tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen. - Associatieregeling van landen en gebieden overzee - Besluiten 91/482/EEG en 97/803/EG - Verordening (EG) nr. 2553/97 - Procedure in kort geding - Interventie - Spoedeisendheid - Afwezigheid. - Zaak T-44/98 R.
Jurisprudentie 1998 bladzijde II-03079
Kort geding - Opschorting van tenuitvoerlegging - Voorwaarden - Spoedeisendheid - Ernstige en onherstelbare schade - Beoordeling in geval van discretionaire bevoegdheid van gemeenschapsinstelling - Financiële schade
(EG-Verdrag, art. 185; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht van eerste aanleg, art. 104, lid 2)
De spoedeisendheid van een verzoek in kort geding moet worden getoetst aan de vraag, of een voorlopige beslissing noodzakelijk is ter voorkoming van ernstige en onherstelbare schade voor de partij die om de voorlopige maatregel verzoekt. De partij die om opschorting van de uitvoering van een bestreden beschikking verzoekt, moet het bewijs leveren, dat zij niet op de uitspraak in de hoofdzaak kan wachten zonder ernstige en onherstelbare schade te lijden.
Aangezien de Raad bij de vaststelling van besluit 97/803, waarbij in het kader van de associatieregeling van landen en gebieden overzee tariefcontingenten voor de invoer van bepaalde landbouwproducten met vrijdom van douanerechten worden ingevoerd, gebruik heeft gemaakt van zijn discretionaire bevoegdheid ten aanzien van de keuze van de meest geschikte maatregel ter voorkoming van verstoringen op de communautaire markt van de betrokken producten, en teneinde te voorkomen dat de rechter in kort geding door opschorting van de uitvoering van een handeling waarbij toepassing aan de bij dit besluit ingevoerde bepalingen wordt gegeven, afbreuk doet aan deze discretionaire bevoegdheid, kan het verzoek om opschorting van de tenuitvoerlegging slechts worden toegewezen, indien de spoedeisendheid onbetwistbaar voorkomt.
Zuiver financiële schade kan, uitzonderlijke omstandigheden daargelaten, niet als onherstelbaar worden beschouwd, wanneer zij achteraf financieel kan worden vergoed, terwijl het bestaan van uitzonderlijke omstandigheden kan worden vastgesteld wanneer blijkt dat de belanghebbende zonder de gevorderde voorlopige maatregel in een situatie zou komen te verkeren die zijn bestaan zelf kan bedreigen of zijn marktaandeel onherstelbaar kan wijzigen.