Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61997CO0180

    Beschikking van het Hof van 1 oktober 1997.
    Regione Toscana tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
    Beroep tot nietigverklaring - Kennelijke onbevoegdheid van Hof - Verwijzing naar Gerecht van eerste aanleg.
    Zaak C-180/97.

    Jurisprudentie 1997 I-05245

    ECLI identifier: ECLI:EU:C:1997:451

    61997O0180

    Beschikking van het Hof van 1 oktober 1997. - Regione Toscana tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen. - Beroep tot nietigverklaring - Kennelijke onbevoegdheid van Hof - Verwijzing naar Gerecht van eerste aanleg. - Zaak C-180/97.

    Jurisprudentie 1997 bladzijde I-05245


    Samenvatting

    Trefwoorden


    Procedure - Verdeling van bevoegdheden tussen Hof en Gerecht van eerste aanleg - Beroep tot nietigverklaring - Beroep van Lid-Staten - Begrip - Beroep, bij Hof ingesteld door gewestelijke autoriteit van Lid-Staat - Kennelijke onbevoegdheid van Hof - Verwijzing naar Gerecht van eerste aanleg

    (EG-Verdrag, art. 173; 's Hofs Statuut-EG, art. 47, tweede alinea; besluiten 88/591, 93/350 en 94/149 van de Raad)

    Samenvatting


    Sinds de inwerkingtreding van besluit 94/149 is de bevoegdheid van het Hof beperkt tot de beroepen die worden ingesteld door een Lid-Staat of een gemeenschapsinstelling.

    In dit verband blijkt duidelijk uit het algemene stelsel van de Verdragen, dat het begrip Lid-Staat, in de zin van de institutionele bepalingen en inzonderheid de bepalingen betreffende de beroepen in rechte, enkel slaat op de regeringsautoriteiten van de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen en niet kan worden uitgebreid tot de regeringen van gewesten of autonome gemeenschappen, ongeacht de omvang van de hun toegekende bevoegdheden. Anders zou het institutionele evenwicht worden verstoord dat is neergelegd in de Verdragen, die onder meer de voorwaarden bepalen waaronder de Lid-Staten, dat wil zeggen de staten die partij zijn bij de oprichtings- en toetredingsverdragen, aan de werking van de gemeenschapsinstellingen deelnemen. De Europese Gemeenschappen kunnen immers niet méér Lid-Staten omvatten, dan het aantal staten waartussen zij zijn opgericht.

    Wanneer bij het Hof van Justitie, op grond van artikel 173, vierde alinea, EG-Verdrag, beroep tot nietigverklaring wordt ingesteld door een gewestelijke autoriteit, die moet worden aangemerkt als een rechtspersoon in de zin van die bepaling, is het Hof dus kennelijk onbevoegd om er kennis van te nemen, en moet het dit beroep krachtens artikel 47, tweede alinea, van zijn Statuut-EG naar het Gerecht van eerste aanleg verwijzen.

    Top