Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61994TO0088(02)

    Beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Tweede kamer - uitgebreid) van 1 februari 1995.
    Société commerciale des potasses et de l'azote en Entreprise minière et chimique tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
    Verwijzing naar het Hof.
    Zaak T-88/94.

    Jurisprudentie 1995 II-00221

    ECLI identifier: ECLI:EU:T:1995:17

    61994B0088(02)

    BESCHIKKING VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG (TWEEDE KAMER - UITGEBREID) VAN 1 FEBRUARI 1995. - SOCIETE COMMERCIALE DES POTASSES ET DE L'AZOTE EN ENTREPRISE MINIERE ET CHIMIQUE TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - VERWIJZING NAAR HET HOF. - ZAAK T-88/94.

    Jurisprudentie 1995 bladzijde II-00221


    Partijen
    Overwegingen van het arrest
    Dictum

    Trefwoorden


    ++++

    Procedure ° Bevoegdheidsverdeling tussen Hof en Gerecht van eerste aanleg ° Bij Gerecht aanhangig beroep krachtens artikel 173, vierde alinea, EG-Verdrag, ingesteld door natuurlijk of rechtspersoon en betreffende toepassing van op ondernemingen toepasselijke mededingingsregels ° Bij Hof aanhangig beroep tot nietigverklaring van dezelfde handeling, doch ingesteld door Lid-Staat ° Belang, voor goede rechtsbedeling, van kennisneming door Hof van argumenten van natuurlijke of rechtspersoon ° Onbevoegdverklaring van Gerecht

    (' s Hofs Statuut-EG, art. 47, derde alinea)

    Partijen


    In zaak T-88/94,

    Société commerciale des potasses et de l' azote, vennootschap naar Frans recht, gevestigd te Mulhouse (Frankrijk), en

    Entreprise minière et chimique, Franse openbare instelling, gevestigd te Parijs,

    vertegenwoordigd door C. Price, advocaat te Brussel, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ten kantore van L. Dupong, advocaat aldaar, Rue des Bains 14A,

    verzoeksters,

    ondersteund door

    Franse Republiek, vertegenwoordigd door E. Belliard en C. de Salins, respectievelijk adjunct-directeur en onderdirecteur bij de directie juridische zaken van het Ministerie van Buitenlandse zaken, en J.-M. Belorgey, chef de mission bij dit ministerie, als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, ter Franse ambassade, Boulevard du Prince Henri 9,

    interveniënte,

    tegen

    Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door B.-J. Drijber, lid van haar juridische dienst, als gemachtigde, bijgestaan door J. Bourgeois, advocaat te Brussel, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G. Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

    verweerster,

    ondersteund door

    Kali und Salz Beteiligungs-Aktiengesellschaft en Kali und Salz GmbH, vennootschappen naar Duits recht, gevestigd te Kassel (Duitsland), vertegenwoordigd door K. Quack, advocaat te Berlijn, en G. Albrechtskirchinger, advocaat te Frankfurt-am-Main, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, ten kantore van M. Loesch, advocaat aldaar, Rue Goethe 11,

    interveniënten,

    betreffende een beroep tot gedeeltelijke nietigverklaring van, in de eerste plaats, artikel 1 van de beschikking van de Commissie van 14 december 1993 inzake een procedure op grond van verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (IV/M.308-Kali+Salz/MdK/Treuhand), voor zover zij aan de verklaring van verenigbaarheid van de concentratie met de gemeenschappelijke markt de voorwaarden van punt 63 verbindt, en, in de tweede plaats, de beschikking, voor zover daarbij de in punt 65 bedoelde verbintenis van Kali und Salz AG wordt aanvaard om de structuur van de vennootschap Potacan vóór 30 juni 1994 te wijzigen,

    geeft

    HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG (Tweede kamer - uitgebreid),

    samengesteld als volgt: B. Vesterdorf, kamerpresident, D. P. M. Barrington, A. Saggio, H. Kirschner en A. Kalogeropoulos, rechters,

    griffier: H. Jung

    de navolgende

    Beschikking

    Overwegingen van het arrest


    1 Bij op 28 februari 1994 ter griffie van het Gerecht neergelegd verzoekschrift hebben de Société commerciale des potasses et de l' azote en de Entreprise minière et chimique krachtens artikel 173, vierde alinea, EG-Verdrag beroep ingesteld tot gedeeltelijke nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 14 december 1993 inzake een procedure op grond van verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (IV/M.308-Kali+Salz/MdK/Treuhand) (hierna: "beschikking").

    2 Bij op 18 februari 1994 ter griffie van het Hof neergelegd verzoekschrift heeft de Franse Republiek beroep ingesteld tegen de Commissie, strekkende tot nietigverklaring van dezelfde beschikking (zaak C-68/94).

    3 Bij beschikking van 7 juli 1994 heeft de president van de Eerste kamer van het Gerecht de Franse Republiek toegelaten tot interventie ter ondersteuning van de conclusies van verzoeksters.

    4 Bij beschikking van 19 januari 1995 heeft de president van de Tweede kamer (uitgebreid) van het Gerecht Kali und Salz Beteiligungs-Aktiengesellschaft en Kali und Salz GbmH toegelaten tot interventie ter ondersteuning van de conclusies van verweerster.

    5 Bij griffiersbrief van 18 november 1994 zijn verzoeksters uitgenodigd zich uit te laten over de voortzetting van de procedure voor het Gerecht, zulks in verband met de instelling van het beroep in zaak C-68/94. Bij op 5 december 1994 ter griffie van het Gerecht neergelegd antwoord hebben verzoeksters het Gerecht verzocht, zaak T-88/94 krachtens artikel 47, derde alinea, van 's Hofs Statuut-EG (hierna: "Statuut") te verwijzen naar het Hof, opdat dit in zaak C-68/94 een beslissing geeft, met dien verstande dat verzoeksters aldus in de procedure voor het Hof zouden kunnen tussenkomen.

    6 Bij brief van 3 november 1994, neergelegd ter griffie van het Gerecht op 4 november daaraanvolgend, heeft de Commissie doen weten, dat zij zich aansloot bij het verzoek van de Franse Republiek in zaak C-68/94, dat het Hof zijn behandeling niet zou schorsen in afwachting van een uitspraak van het Gerecht in de onderhavige zaak. De Commissie heeft binnen de gestelde termijn geen opmerkingen ingediend over verzoeksters' verzoek tot verwijzing van zaak T-88/94 naar het Hof.

    7 Bij brief van 27 december 1994 heeft de Franse Republiek meegedeeld, dat zij zich achter het verzoek tot verwijzing schaart.

    8 De interveniënten Kali und Salz Beteiligungs-Aktiengesellschaft en Kali und Salz GmbH hebben reeds in hun verzoek tot tussenkomst in de onderhavige zaak ° neergelegd ter griffie van het Gerecht op 11 juli 1994 ° het Gerecht verzocht, de zaak krachtens artikel 47, derde alinea, van het Statuut naar het Hof te verwijzen.

    9 Luidens artikel 47, derde alinea, van het Statuut, kan het Gerecht, wanneer bij het Hof en het Gerecht zaken aanhangig worden gemaakt die hetzelfde voorwerp hebben of die dezelfde vraag van uitlegging dan wel de geldigheid van dezelfde handeling betreffen, de partijen gehoord, de behandeling schorsen totdat het Hof arrest heeft gewezen. Echter, wanneer het verzoeken tot nietigverklaring van dezelfde handeling betreft, kan het Gerecht zich ook onbevoegd verklaren opdat het Hof een beslissing geeft over die verzoeken.

    10 Nu het Hof de behandeling van zaak C-68/94 niet krachtens artikel 47, derde alinea, van het Statuut heeft geschorst, dient het Gerecht een beslissing te nemen over een eventuele schorsing van de behandeling van zaak T-88/94 of over eventuele verwijzing ervan naar het Hof.

    11 Om te beginnen zij in herinnering gebracht, dat verzoeksters en interveniënten zich hebben uitgesproken voor verwijzing naar het Hof, opdat beide zaken aldaar tegelijk kunnen worden bepleit. Verweerster daarentegen heeft binnen de gestelde termijn geen opmerkingen ingediend.

    12 Vervolgens zij erop gewezen, dat in casu de beroepen voor het Hof en het Gerecht de geldigheid van dezelfde handeling betreffen, te weten de beschikking van de Commissie van 14 december 1993 (IV/M.308-Kali+Salz/MdK/Treuhand). Het is juist, dat het beroep van verzoeksters in de onderhavige zaak enkel op gedeeltelijke nietigverklaring van de beschikking is gericht. Desalniettemin stelt het Gerecht vast, dat het in de procedure voor het Hof om dezelfde uitleggingsvragen en om dezelfde handeling gaat en dat het voorwerp van het beroep van de Franse Republiek ° namelijk algehele nietigverklaring van de beschikking ° dat van het beroep van verzoeksters in deze zaak ° te weten gedeeltelijke nietigverklaring ° omvat. Mitsdien is naar het oordeel van het Gerecht voldaan aan de voorwaarden van artikel 47, derde alinea, van het Statuut.

    13 Omdat artikel 37, tweede alinea, van het Statuut het recht van tussenkomst in gedingen tussen Lid-Staten enerzijds en instellingen van de Gemeenschap anderzijds aan natuurlijke of rechtspersonen ontzegt, kunnen dezen zich in gedingen die hen aanbelangen, enkel gehoor verschaffen door, voor zover zij in hun beroep ontvankelijk zijn, zelf voor de bevoegde rechter beroep in te stellen. Met toepassing van dat artikel heeft de president van het Hof bij beschikking van 5 oktober 1994 het verzoek tot tussenkomst in zaak C-68/94 van Kali und Salz Beteiligungs-Aktiengesellschaft en Kali und Salz GbmH niet-ontvankelijk verklaard.

    14 Nu het Hof de behandeling van zaak C-68/94 niet heeft geschorst, vereist de goede rechtsbedeling, dat de rechterlijke instantie die bevoegd is om van het beroep van een Lid-Staat kennis te nemen, de verschillende argumenten en middelen in aanmerking kan nemen waarop natuurlijke of rechtspersonen hun vordering tot nietigverklaring van dezelfde handeling doen steunen.

    15 Indien in dezen de behandeling voor het Gerecht enkel werd geschorst totdat het Hof arrest had gewezen, zou het Hof niet kunnen ingaan op de middelen en argumenten die verzoeksters en de diverse interveniënten in zaak T-88/94 tegen de bestreden beschikking inbrengen.

    16 Bijgevolg zijn er voor het Gerecht termen aanwezig om zaak T-88/94 krachtens artikel 47, derde alinea, van het Statuut naar het Hof te verwijzen en het dossier aan het Hof door te zenden, opdat dit in beide zaken over de verzoeken tot nietigverklaring kan beslissen.

    Dictum


    HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG (Tweede kamer - uitgebreid)

    beschikt:

    1) Zaak T-88/94, Société commerciale des potasses et de l' azote et Entreprise Minière Chimique/Commissie van de Europese Gemeenschappen, wordt verwezen naar het Hof, opdat dit op de vorderingen tot nietigverklaring kan beslissen.

    2) De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.

    Luxemburg, 1 februari 1995.

    Top