Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61993CJ0356

    Arrest van het Hof (Derde kamer) van 2 juni 1994.
    Techmeda Internationale Medizinisch-Technische Marketing- und Handels- GmbH & Co. KG tegen Oberfinanzdirektion Köln.
    Verzoek om een prejudiciële beslissing: Bundesfinanzhof - Duitsland.
    Gemeenschappelijk douanetarief - Tariefposten - Test voor bepaling van bloedcholesterolspiegel.
    Zaak C-356/93.

    Jurisprudentie 1994 I-02371

    ECLI identifier: ECLI:EU:C:1994:227

    61993J0356

    ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 2 JUNI 1994. - TECHMEDA INTERNATIONALE MEDIZINISCH-TECHNISCHE MARKETING- UND HANDELS- GMBH & CO. KG TEGEN OBERFINANZDIREKTION KOELN. - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING: BUNDESFINANZHOF - DUITSLAND. - GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF - TARIEFPOSTEN - TEST VOOR BEPALING VAN BLOEDCHOLESTEROLSPIEGEL. - ZAAK C-356/93.

    Jurisprudentie 1994 bladzijde I-02371


    Samenvatting
    Partijen
    Overwegingen van het arrest
    Beslissing inzake de kosten
    Dictum

    Trefwoorden


    ++++

    Gemeenschappelijk douanetarief ° Tariefposten ° Test voor bepaling van bloedcholesterolspiegel met als voornaamste bestanddeel kaart bestaande uit met reageermiddelen geïmpregneerde papierstrook, geplakt op kunststof drager en bedekt met vlies

    Samenvatting


    De in 1991 geldende gecombineerde nomenclatuur, zoals deze voortvloeit uit verordening nr. 2472/90, moet aldus worden uitgelegd, dat een voor de verkoop bestemde set artikelen voor de bepaling van de cholesterolspiegel in bloedplasma, waarvan het artikel dat het wezenlijk karakter bepaalt, een testkaart is bestaande uit enerzijds een met reageermiddelen geïmpregneerde en op een kunststof drager geplakte papierstrook en anderzijds een over het geplakte papier heen aangebracht vlies, waarvan alleen met behulp van het eerste stuk papier de cholesterolspiegel in het op de testkaart gedruppelde bloed kan worden bepaald, valt onder hoofdstuk 48 papier, karton en andere. Daar de betrokken set artikelen op grond van zijn afmetingen en gelet op aantekening 7 bij hoofdstuk 48 niet onder post 4811 kan worden ingedeeld, moet hij, aangezien geen enkel andere postonderverdeling in aanmerking kan komen, onder de restpost 4823 90 90 worden ingedeeld.

    Partijen


    In zaak C-356/93,

    betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het aldaar aanhangig geding tussen

    Techmeda Internationale Medizinisch-Technische Marketing- und Handels-GmbH & Co. KG

    en

    Oberfinanzdirektion Koeln,

    om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van post 3822 en postonderverdeling 4823 90 90 van de gecombineerde nomenclatuur 1991, ingevoerd bij verordening (EEG) nr. 2472/90 van de Commissie van 31 juli 1990 tot wijziging van bijlage I van verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB 1990, L 247, blz. 1),

    wijst

    HET HOF VAN JUSTITIE (Derde kamer),

    samengesteld als volgt: J. C. Moitinho de Almeida, kamerpresident, F. Grévisse (rapporteur) en M. Zuleeg, rechters,

    advocaat-generaal: W. Van Gerven

    griffier: R. Grass

    gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:

    ° de regering van het Verenigd Koninkrijk, vertegenwoordigd door J. D. Colahan van het Treasury Solicitor' s Department, als gemachtigde,

    ° de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door F. de Sousa Fialho, lid van haar juridische dienst, als gemachtigde, bijgestaan door H.-J. Rabe, advocaat te Hamburg en Brussel,

    gezien het rapport van de rechter-rapporteur,

    gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 14 april 1994,

    het navolgende

    Arrest

    Overwegingen van het arrest


    1 Bij beschikking van 8 juni 1993, binnengekomen bij het Hof op 14 juli daaraanvolgend, heeft het Bundesfinanzhof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag drie prejudiciële vragen gesteld over de uitlegging van post 3822 en postonderverdeling 4823 90 90 van de gecombineerde nomenclatuur 1991, ingevoerd bij verordening (EEG) nr. 2472/90 van de Commissie van 31 juli 1990 tot wijziging van bijlage I van verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB 1990, L 247, blz. 1).

    2 Deze vragen zijn gerezen in een geding tussen Techmeda Internationale Medizinisch-Technische Marketing- und Handels-GmbH & Co. KG (hierna: "Techmeda") en de Oberfinanzdirektion Koeln over de tariefindeling van een test voor de bepaling van de bloedcholesterolspiegel, bekend als "Chemcard Cholesteroltest" (hierna: "test").

    3 Volgens de door de Oberfinanzdirektion op 30 april 1991 aan Techmeda verstrekte bindende tariefinlichting nr. 126/91 is de test een voor de detailhandel bestemde, in een kartonnen doos verpakte set artikelen, bestaande uit een testkaart, een lancet, watten en een bijsluiter met inlichtingen en gebruiksaanwijzing.

    4 De testkaart zelf bestaat uit verschillende lagen: een met reageermiddelen geïmpregneerde papierstrook, geplakt op een kunststof drager en bedekt met zelfklevend, geperforeerd en met vlies gevoerd papier. De chemische produkten waarmee het papier geïmpregneerd is, zijn een chromogeen (tetramethylbenzidrine) en drie voor de reactie noodzakelijke enzymen. Het vlies doet dienst als filter en werkt als scheiding. Wanneer een druppel bloed op het vlies valt, houdt dit de cellen, met name de rode bloedlichaampjes, tegen. De overige bestanddelen van het bloed dringen door tot de met reageermiddelen geïmpregneerde papierstrook en brengen een chemische kleurreactie teweeg (aflezen van reactieresultaat), aan de hand waarvan de cholesterolspiegel kan worden vastgesteld.

    5 Op grond van voornoemde bindende tariefinlichting nr. 126/91 deelde de Oberfinanzdirektion de test in onder de restpost 4823 90 90 van de gecombineerde nomenclatuur ("andere werken van papier"). Deze indeling werd bevestigd bij een beschikking op bezwaarschrift van 20 mei 1992. Techmeda ging van deze beschikking in beroep bij het Bundesfinanzhof, stellende dat de test onder post 3822 moest worden ingedeeld.

    6 Daarop heeft het Bundesfinanzhof het Hof de volgende prejudiciële vragen gesteld:

    "1) Moet het gemeenschappelijk douanetarief ° gecombineerde nomenclatuur 1991 ° aldus worden uitgelegd, dat een voor de detailverkoop verpakte set artikelen ° 'Chemcard Cholesteroltest' voor de bepaling van de cholesterolspiegel in bloedplasma °, bestaande uit een testkaart met daarop geplakt een met reageermiddelen geïmpregneerd en met een vlies afgedekt stukje papier (doorsnede 0,6 cm), en verder een lancet, watten, enz., zoals in de motivering nader beschreven, op grond dat de testkaart bepalend is voor het wezenlijk karakter in de zin van algemene regel 3 b), als 'reageermiddel van gemengde samenstelling' onder post 3822 moet worden ingedeeld?

    2) Zo vraag 1 ontkennend wordt beantwoord: moet het gemeenschappelijk douanetarief aldus worden uitgelegd, dat de voor het wezenlijk karakter bepalende testkaart (1) als '(ander) werk van papier' onder postonderverdeling 4823 90 90 moet worden ingedeeld?

    3) Zo vraag 2 ontkennend wordt beantwoord: onder welke andere post moet de set met de voor het wezenlijk karakter ervan bepalende testkaart (1) worden ingedeeld?"

    7 Deze drie vragen kunnen worden samengevoegd en tegelijk worden beantwoord.

    8 Post 3822 van de in 1991 geldende gecombineerde nomenclatuur luidt als volgt:

    "Reageermiddelen van gemengde samenstelling voor diagnose of voor laboratoriumgebruik, andere dan die bedoeld bij post 3002 of 3006."

    9 Vaststaat dat het in het hoofdgeding aan de orde zijnde artikel niet valt onder de posten 3002 en 3006.

    10 Post 4811 luidt als volgt:

    "Papier, karton, cellulosewatten en vliezen van celluloseweefsels, gestreken, van een deklaag voorzien, geïmpregneerd, bekleed, aan het oppervlak gekleurd of versierd, dan wel bedrukt, op rollen of in bladen, andere dan de produkten bedoeld bij de posten 4803, 4809, 4810 en 4818."

    11 Aantekening 7 bij hoofdstuk 48 preciseert:

    "Onder de posten (...) en 4811 vallen uitsluitend papier, karton, (...):

    a) in stroken of op rollen, van meer dan 15 cm breedte; of

    b) in vierkante of rechthoekige bladen waarvan in ongevouwen toestand de lengte van een zijde meer dan 36 cm en de lengte van de andere zijde meer dan 15 cm bedraagt."

    12 Post 4823 luidt aldus:

    "Ander papier en karton, alsmede andere cellulosewatten en vliezen van cellulosevezels, op maat gesneden; andere werken van papierstof, van papier, van karton, van cellulosewatten of van vliezen van cellulosevezels:

    4823 90 andere

    4823 90 90 andere."

    13 In zijn verwijzingsbeschikking merkt het Bundesfinanzhof op, dat ingevolge algemene regel 3 b voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur het bestanddeel waaraan de set zijn wezenlijk karakter ontleent, bepalend is voor de tariefindeling. In casu wordt niet betwist, dat dit bestanddeel de testkaart is. De tariefindeling van de set hangt derhalve af van de indeling van de testkaart. Verzoekster in het hoofdgeding en de Oberfinanzdirektion zijn verdeeld over de vraag, welk bestanddeel bepalend is voor het wezenlijk karakter van de testkaart en dus voor de indeling ervan in de gecombineerde nomenclatuur.

    14 Voor het Bundesfinanzhof heeft Techmeda betoogd, dat de test in wezen twee chemische reacties omvat: scheiding door chemische reageermiddelen van de bestanddelen van het bloed bij het doordringen van het halfdoorlatend vlies, en inwerking van de overige bestanddelen op het reactieve gedeelte van de testkaart. Het belangrijkste bestanddeel van de testkaart is volgens Techmeda de filtrerende vezellaag waarmee het testveld is bedekt. Daarentegen is het testveld zelf niet wezenlijk van aard: inzonderheid zou het papierachtige materiaal van het reactieve gedeelte enkel dienen als medium om het resultaat van de reactie zichtbaar te maken.

    15 Om deze redenen is volgens Techmeda het overigens hoofdzakelijk uit kunststof bestaande produkt in het Verenigd Koninkrijk terecht onder post 3822 ingedeeld.

    16 De Oberfinanzdirektion stelt, dat de scheiding van plasma en cellen door het vlies een zuiver natuurkundig proces is. Het vlies bevat immers geen enkel chemisch reageermiddel. Het wezenlijke bestanddeel van de testkaart is daarentegen het met een reageermiddel geïmpregneerde papier dat het testveld vormt: enkel de op dit reactieve gedeelte aangebrachte chemische stoffen kunnen kwalitatieve of kwantitatieve informatie over cholesterol verschaffen en zijn als reageermiddelen aan te merken. De specifieke combinatie van papier en chemische stoffen, daaronder ook reageermiddelen van gemengde samenstelling, valt onder post 4823. Ook al is een herindeling onder post 3822 van produkten als hier in geding gewenst, in afwachting van die wijziging dienen zij als werken van papier te worden ingedeeld.

    17 Het Bundesfinanzhof is geneigd zich bij de opvatting van Techmeda aan te sluiten, zij het zonder haar redenering te volgen. Het beklemtoont, dat Techmeda niet heeft bewezen, dat het vlies van papier- en synthetische textielvezels kan worden aangemerkt als een reageermiddel van gemengde samenstelling voor diagnose.

    18 Volgens de Commissie is niet het reageermiddel, doch het reageerpapier het in te delen produkt. Reageerpapier nu valt duidelijk onder hoofdstuk 48 van de gecombineerde nomenclatuur. De Commissie merkt evenwel op, dat reageerpapier voor diagnose in de toekomst onder post 3822 moet worden ingedeeld. De Internationale Douaneraad heeft op 6 juli 1993 een wijziging aangebracht in het geharmoniseerd systeem voor de omschrijving en codering van de goederen, die op 1 januari 1996 in werking zal treden. Vanaf dat tijdstip zal post 3822 reageermiddelen voor diagnose op ongeacht welke drager omvatten.

    19 De regering van het Verenigd Koninkrijk ten slotte volstaat met de opmerking, dat de Britse douane-autoriteiten, in tegenstelling tot wat zij Techmeda aanvankelijk hadden meegedeeld, haar later hebben doen weten dat de tests onder post 4823 moesten worden ingedeeld. Zij voegt eraan toe, dat deze indeling moet worden toegepast totdat de gecombineerde nomenclatuur is gewijzigd.

    20 Gekozen moet worden voor de door de Commissie voorgestelde, door de Oberfinanzdirektion toegepaste en ten slotte ook door de Britse douane aanvaarde uitlegging.

    21 Om te beginnen is het zeker ° en tussen partijen trouwens niet omstreden °, dat er geen specifieke post bestaat voor een set artikelen zoals deze test.

    22 In de tweede plaats is de testkaart bepalend voor het wezenlijk karakter van de set artikelen waaruit de test bestaat.

    23 Ten slotte blijkt uit de bevindingen van de verwijzende rechter, dat het enkel dank zij het met een reageermiddel geïmpregneerde en op een kunststof drager geplakte papier mogelijk is de cholesterolspiegel van het op de testkaart gedruppelde bloed vast te stellen, en wel door de kleurreactie. Het over het papier heen aangebrachte vlies dient alleen als filter: het maakt het aflezen van de test mogelijk, doordat de bloedcellen, met name de rode bloedlichaampjes, worden tegengehouden die, indien zij met het reageerpapier in contact zouden komen, de gebruiker zouden verhinderen de verkleuring van het papier vast te stellen.

    24 Ingevolge algemene regel 3 b voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur hangt bijgevolg de tariefindeling van de test af van de tariefindeling van het met een reageermiddel geïmpregneerde papier en niet van de indeling van het vlies, zoals Techmeda betoogt.

    25 Zoals de Commissie opmerkt, blijkt bij lezing van de aantekeningen 1 c en 1 d van hoofdstuk 48 van de gecombineerde nomenclatuur, dat geïmpregneerd papier dat niet onder dit hoofdstuk valt, uitdrukkelijk is vermeld. Dat is niet het geval met met reageermiddelen geïmpregneerd papier.

    26 Verder vermeldt post 3822 slechts reageermiddelen van gemengde samenstelling voor diagnose of voor laboratoriumgebruik, en niet met die reageermiddelen geïmpregneerd papier of ander materiaal.

    27 Met reageermiddelen geïmpregneerd papier dat niet uitdrukkelijk van hoofdstuk 48 van de gecombineerde nomenclatuur is uitgesloten en dat zeker niet tot post 3822 behoort, valt bijgevolg onder hoofdstuk 48. Deze uitlegging vindt overigens steun in een aantekening van het geharmoniseerd systeem voor de omschrijving en codering van goederen, vastgesteld door de Internationale Douaneraad, die in een indicatieve lijst bepaalde soorten "reageerpapier" vermeldt onder het "geïmpregneerde papier" van hoofdstuk 48.

    28 Op grond van zijn afmetingen en gelet op aantekening 7 bij hoofdstuk 48, kan geïmpregneerd papier zoals dat wat op de testkaart is geplakt, niet onder post 4811 worden ingedeeld en valt het derhalve onder de restpost 4823 90 90, aangezien geen enkele andere postonderverdeling in aanmerking komt.

    29 De omstandigheid dat de gecombineerde nomenclatuur binnenkort moet worden gewijzigd overeenkomstig een door de Internationale Douaneraad op voorstel van de Commissie vastgestelde wijziging in het geharmoniseerd systeem voor de omschrijving en codering van de goederen, levert ten slotte geen grond op om de uitlegging van de tariefindeling ten tijde van de feiten van het hoofdgeding in twijfel te trekken, maar bevestigt deze juist.

    30 Ofschoon het aan deze wijziging voorafgegane overleg binnen het comité geharmoniseerd systeem van de Internationale Douaneraad de Gemeenschap niet bindt, moet erop worden gewezen, dat het tot de conclusie heeft geleid, dat papier geïmpregneerd met reageermiddelen van gemengde samenstelling voor diagnose of voor laboratoriumgebruik onder hoofdstuk 48 van het geharmoniseerde systeem viel. Op basis daarvan heeft de Internationale Douaneraad uiteindelijk besloten de tekst van post 3822 aldus te wijzigen, dat daaronder komen te vallen reageermiddelen voor diagnose of voor laboratoriumgebruik andere dan die bedoeld bij post 3002 of 3006, ook wanneer zij op een drager zoals een papierstrook worden aangeboden.

    31 Mitsdien moet op de door het Bundesfinanzhof gestelde prejudiciële vragen worden geantwoord, dat de bij verordening nr. 2472/90 ingevoerde, in 1991 geldende gecombineerde nomenclatuur aldus moet worden uitgelegd, dat een voor de detailverkoop bestemde set artikelen voor de bepaling van de cholesterolspiegel in bloedplasma met de kenmerken van de "Chemcard Cholesteroltest" moet worden ingedeeld onder postonderverdeling 4823 90 90.

    Beslissing inzake de kosten


    Kosten

    32 De kosten door de Britse regering en de Commissie van de Europese Gemeenschappen wegens indiening hunner opmerkingen bij het Hof gemaakt, kunnen niet voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen.

    Dictum


    HET HOF VAN JUSTITIE (Derde kamer),

    uitspraak doende op de door het Bundesfinanzhof bij beschikking van 8 juni 1993 gestelde vragen, verklaart voor recht:

    De in 1991 geldende gecombineerde nomenclatuur, ingevoerd bij verordening (EEG) nr. 2472/90 van de Commissie van 31 juli 1990 tot wijziging van bijlage I van verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, moet aldus worden uitgelegd, dat een voor de detailverkoop bestemde set artikelen voor de bepaling van de cholesterolspiegel in bloedplasma met de kenmerken van de "Chemcard Cholesteroltest" moet worden ingedeeld onder postonderverdeling 4823 90 90.

    Top