EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61990CJ0198

Arrest van het Hof van 28 november 1991.
Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk der Nederlanden.
Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad - Vervroegd uitgetreden werknemers.
Zaak C-198/90.

Jurisprudentie 1991 I-05799

ECLI identifier: ECLI:EU:C:1991:454

61990J0198

ARREST VAN HET HOF VAN 28 NOVEMBER 1991. - COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN TEGEN KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. - VERORDENING (EEG) NR. 1408/71 VAN DE RAAD - VERVROEGD UITGETREDEN WERKNEMERS. - ZAAK C-198/90.

Jurisprudentie 1991 bladzijde I-05799


Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Trefwoorden


++++

1. Sociale zekerheid van migrerende werknemers - Toepasselijke wetgeving - Werknemer, in genot van pensioen wegens vervroegde uittreding, die in andere Lid-Staat woont dan van laatste tewerkstelling - Niet-toepasselijkheid van bepalingen betreffende werknemers in loondienst - Gevolgen - Toepasselijkheid van door wetgeving van Lid-Staat van laatste tewerkstelling voor toekenning van kinderbijslag gestelde woonplaatsvereisten - Voortzetting van verplichte aansluiting bij een der takken van nationaal stelsel van sociale zekerheid van Lid-Staat van laatste tewerkstelling - Niet relevant

(Verordening nr. 1408/71 van de Raad, art. 13, lid 2, sub a, en art. 73)

2. Beroep wegens niet-nakoming - Onderwerp van geschil - Vastlegging tijdens precontentieuze fase - Latere uitbreiding - Ontoelaatbaarheid

(EEG-Verdrag, art. 169)

Samenvatting


Artikel 13, lid 2, sub a, van verordening nr. 1408/71, dat beoogt de wetsconflicten op te lossen die zich kunnen voordoen wanneer gedurende een bepaald tijdvak de woonplaats en de plaats van tewerkstelling niet in dezelfde Lid-Staat gelegen zijn, is niet van toepassing in het geval dat een werknemer, na zijn beroepsactiviteiten voorgoed te hebben gestaakt, een pensioen wegens vervroegde uittreding ontvangt en in een andere Lid-Staat woont dan die van de laatste tewerkstelling. Artikel 73 van verordening nr. 1408/71 is om die reden evenmin van toepassing, zodat de door de wetgeving van de Lid-Staat van de laatste tewerkstelling voor toekenning van kinderbijslag gestelde woonplaatsvereisten aan betrokkene kunnen worden tegengeworpen, zonder dat het feit dat hij nog steeds verplicht verzekerd is bij enige tak van het nationale sociale-verzekeringsstelsel daarbij een rol speelt.

Het onderwerp van een beroep krachtens artikel 169 wordt afgebakend door de in dit artikel bedoelde precontentieuze fase en door het petitum van het verzoekschrift. Een uitbreiding van het onderwerp van het beroep na het met redenen omkleed advies is niet toelaatbaar, daar het met redenen omkleed advies en het verzoekschrift op dezelfde overwegingen en middelen dienen te berusten.

Partijen


In zaak C-198/90,

Commissie van de Europese Gemeenschappen, aanvankelijk vertegenwoordigd door M. Wolfcarius en R. Barents, daarna door M. Wolfcarius en B. J. Drijber, allen lid van haar juridische dienst, als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij R. Hayder, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verzoekster,

tegen

Koninkrijk der Nederlanden, vertegenwoordigd door J. W. de Zwaan en T. Heukels, assistent juridisch adviseurs bij het Ministerie van Buitenlandse zaken, als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ter Nederlandse ambassade, Rue C. M. Spoo 5,

verweerder,

betreffende een verzoek aan het Hof om vast te stellen dat het Koninkrijk der Nederlanden, door de toekenning van kinderbijslag te weigeren aan vervroegd uit het arbeidsproces getreden werknemers die buiten het nationale grondgebied wonen, maar wel onder de Nederlandse wetgeving vallen ingevolge de artikelen 73 en 75 van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB 1971, L 149, blz. 2), zoals nadien gewijzigd, de krachtens het EEG-Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen,

wijst

HET HOF VAN JUSTITIE,

samengesteld als volgt: O. Due, president, Sir Gordon Slynn, R. Joliet, F. Grévisse en P. J. G. Kapteyn, kamerpresidenten, C.N. Kakouris, J. C. Moitinho de Almeida, M. Díez de Velasco en M. Zuleeg, rechters,

advocaat-generaal: W. Van Gerven,

griffier: J. A. Pompe, adjunct-griffier,

gezien het rapport ter terechtzitting,

gehoord de pleidooien namens partijen ter terechtzitting van 12 juni 1991,

gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 17 september 1991,

het navolgende

Arrest

Overwegingen van het arrest


1 Bij verzoekschrift, neergelegd ter griffie van het Hof op 28 juni 1990, heeft de Commissie van de Europese Gemeenschappen krachtens artikel 169 EEG-Verdrag het Hof verzocht vast te stellen dat het Koninkrijk der Nederlanden, door de toekenning van kinderbijslag te weigeren aan vervroegd uitgetreden werknemers die buiten het nationale grondgebied wonen, maar wel onder de Nederlandse wetgeving vallen ingevolge de artikelen 73 en 75 van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB 1971, L 149, blz. 2), zoals nadien gewijzigd, de krachtens het EEG-Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen.

2 De Nederlandse autoriteiten baseren hun weigering om kinderbijslag toe te kennen aan personen die een pensioen wegens vervroegde uittreding ontvangen en niet in Nederland wonen, enerzijds op artikel 6, lid 1, van de Nederlandse Algemene Kinderbijslagwet (Stb. nr. 1 van 17.1.1980; hierna: AKW) en anderzijds op het ontbreken in verordening nr. 1408/71 van bepalingen die op dezelfde wijze als voor werknemers (artikel 73), werklozen (artikel 74) of pensioengerechtigden (artikel 77), een recht op kinderbijslag toekennen aan vervroegd uitgetreden werknemers die op het grondgebied van een andere Lid-Staat wonen.

3 Artikel 6, lid 1, van de AKW luidt als volgt:

"Verzekerd overeenkomstig de bepalingen van deze wet is degene, die:

a) ingezetene is;

b) geen ingezetene is, doch ter zake van in Nederland in dienstbetrekking verrichte arbeid aan de loonbelasting is onderworpen."

4 Volgens de Commissie zijn de artikelen 73 en 75 van verordening nr. 1408/71 van toepassing op werknemers die een pensioen wegens vervroegde uittreding ontvangen, en kan het woonplaatsvereiste van artikel 6 AKW in geen geval worden tegengeworpen aan personen die binnen het toepassingsgebied van verordening nr. 1408/71 vallen.

5 Voor een nadere uiteenzetting van de feiten van de zaak, het procesverloop alsmede de middelen en argumenten van partijen wordt verwezen naar het rapport ter terechtzitting. Deze elementen van het dossier worden hierna slechts weergegeven voor zover dat noodzakelijk is voor de redenering van het Hof.

De toepassing van de artikelen 73 en 75 van verordening nr. 1408/71 op werknemers die van een regeling voor vervroegde uittreding gebruik maken

6 De Commissie stelt, dat vervroegd uitgetreden werknemers voldoen aan de definitie van werknemer in de zin van artikel 1, sub a, van verordening nr. 1408/71 en dat, voor zover zij als actieve werknemers te beschouwen zijn, artikel 13, lid 2, sub a, van dezelfde verordening op hen van toepassing is. Dit laatste artikel bepaalt, dat op de werknemer die op het grondgebied van een bepaalde Lid-Staat werkzaamheden in loondienst uitoefent, de wetgeving van die Lid-Staat van toepassing is, zelfs wanneer hij in een andere Lid-Staat woont. Daaruit volgt haars inziens, dat de Nederlandse wetgeving op hen van toepassing is en dat zij dus op grond van artikel 73, lid 1, recht hebben op gezinsbijslagen voor hun niet in Nederland wonende gezinsleden.

7 Het feit dat vervroegd uitgetreden werknemers verplicht zijn verzekerd ingevolge de Ziekenfondswet (hierna: "ZFW"), zo vervolgt de Commissie, bewijst dat de Nederlandse wet nog steeds op hen van toepassing is.

8 Ingevolge artikel 73 van verordening nr. 1408/71 zoals gewijzigd bij verordening (EEG) nr. 3427/89 van de Raad van 30 oktober 1989 (PB 1989, L 331, blz. 1):

"heeft de werknemer of de zelfstandige op wie de wettelijke regeling van een Lid-Staat van toepassing is, voor zijn gezinsleden die op het grondgebied van een andere Lid-Staat wonen, recht op de gezinsbijslagen waarin de wettelijke regeling van de eerste Staat voorziet, alsof die gezinsleden op het grondgebied van deze Staat woonden".

9 Deze bepaling moet worden gelezen in verband met de in de artikelen 13 tot en met 17 van deze verordening neergelegde conflictregels (zie het arrest van 19 februari 1981, zaak 104/80, Beeck, Jurispr. 1981, blz. 503, r.o. 7).

10 Anders dan de Commissie beweert, is artikel 13, lid 2, sub a, niet van toepassing op vervroegd uitgetreden werknemers. Volgens de rechtspraak van het Hof beoogt deze bepaling immers wetsconflicten op te lossen die zich kunnen voordoen wanneer gedurende een bepaald tijdvak de woonplaats en de plaats van tewerkstelling niet in dezelfde Lid-Staat gelegen zijn. Dergelijke conflicten kunnen zich niet meer voordoen met betrekking tot werknemers die hun beroepsactiviteiten voorgoed hebben gestaakt (zie het arrest van 21 februari 1991, zaak C-140/88, Noij, Jurispr. 1991, blz. I-387, r.o. 9 en 10).

11 Ook al zijn de vervroegd uitgetreden werknemers waar het in deze procedure om gaat, ingevolge de Ziektewet nog steeds verzekerd, toch is de toepassing van die wet geen gevolg van de toepassing van de in artikel 13, lid 2, sub a, van verordening nr. 1408/71 neergelegde conflictregel.

12 Uit een en ander volgt, dat artikel 73 op die werknemers niet van toepassing is. Waar artikel 75 niet meer is dan een aanvulling op de twee voorgaande bepalingen, moet de grief van schending van de artikelen 73 en 75 derhalve worden verworpen.

De grief, dat artikel 6 AKW niet kan worden tegengeworpen

13 Subsidiair betoogt de Commissie, dat het volgens de rechtspraak van het Hof aan de nationale wetgever staat, de voorwaarden vast te stellen waaronder het recht of de verplichting ontstaat tot aansluiting bij een stelsel van sociale zekerheid of bij een bepaalde tak van een dergelijk stelsel - de voorwaarden betreffende de beëindiging van die aansluiting daaronder begrepen -, zolang daarbij maar geen onderscheid wordt gemaakt tussen eigen onderdanen en onderdanen van andere Lid-Staten (zie onder meer het arrest van 21 februari 1991, zaak 245/88, Daalmeijer, Jurispr. 1991, blz. I-555, r.o. 15). Het door de AKW gestelde woonplaatsvereiste zou indirect discrimineren, omdat het ten nadele van onderdanen van andere Lid-Staten dreigt te werken, en zou derhalve niet aan hen kunnen worden tegengeworpen.

14 Opgemerkt moet worden, dat een dergelijke grief niet is terug te vinden in de schriftelijke ingebrekestelling en evenmin in het met redenen omkleed advies. In deze stukken wordt alleen geklaagd over schending van de artikelen 73 en 75 van verordening nr. 1408/71, zonder dat al of niet rechtstreeks over schending van het non-discriminatiebeginsel wordt gesproken.

15 Volgens vaste rechtspraak van het Hof (zie onder andere het arrest van 7 februari 1984, zaak 166/82, Commissie/Italië, Jurispr. 1984, blz. 459, r.o. 16) wordt het onderwerp van een beroep krachtens artikel 169 afgebakend door de in dit artikel bedoelde precontentieuze fase en door het petitum van het verzoekschrift, en moeten het met redenen omkleed advies van de Commissie en het verzoekschrift op dezelfde overwegingen en middelen berusten.

16 Hieruit volgt, dat deze grief niet door het Hof kan worden onderzocht, zodat het beroep dus in zijn geheel moet worden verworpen.

Beslissing inzake de kosten


Kosten

17 Ingevolge artikel 69, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering moet de in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden verwezen. Aangezien de Commissie in het ongelijk is gesteld, moet zij in de kosten worden verwezen.

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE,

rechtdoende:

1. Verwerpt het beroep.

2. Verwijst de Commissie in de kosten.

Top