Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61987CJ0323

    Arrest van het Hof van 11 juli 1989.
    Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Italiaanse Republiek.
    Belastingsregeling rum.
    Zaak 323/87.

    Jurisprudentie 1989 -02275

    ECLI identifier: ECLI:EU:C:1989:305

    61987J0323

    ARREST VAN HET HOF VAN 11 JULI 1989. - COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN TEGEN ITALIAANSE REPUBLIEK. - BELASTINGREGELING RUM. - ZAAK 323/87.

    Jurisprudentie 1989 bladzijde 02275


    Samenvatting
    Partijen
    Overwegingen van het arrest
    Beslissing inzake de kosten
    Dictum

    Trefwoorden


    ++++

    Fiscale bepalingen - Binnenlandse belastingen - Verdragsbepalingen - Doel - Belastingen waardoor andere produkties zijdelings worden beschermd - Concurrerende produkten - Rum en gedistilleerde dranken uit wijn en draf - Belastingregeling die nationale produkten gunstiger behandelt dan concurrerende ingevoerde produkten - Ontoelaatbaarheid

    ( EEG-Verdrag, artikel 95 )

    Samenvatting


    Artikel 95 EEG-Verdrag heeft in zijn geheel genomen tot doel, het vrije verkeer van goederen tussen de Lid-Staten onder normale concurrentieverhoudingen te verzekeren door elke vorm van bescherming uit te sluiten die het gevolg kan zijn van de toepassing van binnenlandse belastingen die discriminerend zijn ten opzichte van produkten uit andere Lid-Staten, en de volstrekte neutraliteit van de binnenlandse belastingen te waarborgen ten aanzien van de mededinging tussen nationale en ingevoerde produkten .

    Voor de toepassing van die bepaling is ervan uit te gaan, dat wegens de eigenschappen die zij gemeen hebben, rum en gedistilleerde dranken uit wijn en draf, als door distillatie verkregen produkten, concurrerende produkten zijn . Bijgevolg mogen zij niet worden belast op een wijze die de nationale produktie begunstigt .

    Er is derhalve sprake van niet-nakoming van de krachtens artikel 95 op hem rustende verplichtingen, wanneer een Lid-Staat een belastingregeling invoert die rum van oorsprong uit andere Lid-Staten zwaarder treft dan andere gedistilleerde dranken op basis van landbouwprodukten, zoals gedistilleerd uit wijn en draf, voor zover deze verschillen in belasting gevolgen hebben voor de markt van de betrokken produkten, doordat de consumptie van de ingevoerde produkten erdoor vermindert .

    Partijen


    In zaak 323/87,

    Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur G . Marenco als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G . Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

    verzoekster,

    tegen

    Italiaanse Republiek, vertegenwoordigd door L . Ferrari Bravo, hoofd van de dienst diplomatieke geschillen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, als gemachtigde, bijgestaan door M . Conti, avvocato dello stato, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ter Italiaanse ambassade, 5, rue Marie-Adelaïde,

    verweerster,

    betreffende een verzoek aan het Hof om vast te stellen dat de Italiaanse Republiek, door de invoering van een belastingregeling die uit suikerriet gedistilleerde alcohol en produkten die deze alcohol bevatten, zwaarder belast dan andere soorten alcohol en andere gedistilleerde dranken op basis van landbouwprodukten, de krachtens artikel 95 EEG-Verdrag op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen,

    wijst

    HET HOF VAN JUSTITIE,

    samengesteld als volgt : O . Due, president, R . Joliet en T . F . O' Higgins, kamerpresidenten, Sir Gordon Slynn, G . F . Mancini, F.A . Schockweiler, J . C . Moitinho de Almeida, G . C . Rodríguez Iglesias en M . Zuleeg, rechters,

    advocaat-generaal : F . G . Jacobs

    griffier : J . A . Pompe, adjunct-griffier

    gezien het rapport ter terechtzitting en ten vervolge op de mondelinge behandeling op 15 maart 1989,

    gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 27 april 1989,

    het navolgende

    Arrest

    Overwegingen van het arrest


    1 Bij verzoekschrift, neergelegd ter griffie van het Hof op 16 oktober 1987, heeft de Commissie van de Europese Gemeenschappen krachtens artikel 169 EEG-Verdrag het Hof verzocht vast te stellen, dat de Italiaanse Republiek de krachtens artikel 95 EEG-Verdrag op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen, door een belastingregeling in te voeren die uit suikerriet gedistilleerde alcohol en produkten die deze alcohol bevatten, zwaarder belast dan andere soorten alcohol en andere gedistilleerde dranken op basis van landbouwprodukten .

    2 Blijkens de processtukken heeft de Italiaanse Republiek na de arresten van het Hof van 15 juli 1982 ( zaak 216/81, Cogis, Jurispr . 1982, blz . 2701 ) en 15 maart 1983 ( zaak 319/81, Commissie/Italië, Jurispr . 1983, blz . 601 ) haar wetgeving inzake de belasting op alcohol gewijzigd . Bij besluitwet nr . 232 van 15 juni 1984 ( GURI nr . 166 van 18.6.1984 ) werd het diritto erariale (" schatkistrecht "), dat uitsluitend gold voor gedistilleerde dranken die niet waren verkregen door distillatie van wijn en wijnbouwprodukten, afgeschaft en werd een eenvormig tarief van 350 000 LIT per hl zuivere alcohol ingevoerd voor de imposta di fabbricazione ( produktiebelasting ) op in Italië geproduceerde gedistilleerde dranken en de daarmee overeenkomende sovraimposta di confine (" belastingtoeslag aan de grens", hierna : grenstoeslag ) voor ingevoerde gedistilleerde dranken . Bij de omzetting van de besluitwet in wet nr . 408 van 28 juli 1984 ( GURI nr . 212 van 2.8.1984 ) evenwel werd het tarief van de produktiebelasting en de grenstoeslag verhoogd tot 420 000 LIT en werd een afwijkingsbepaling opgenomen, inhoudende dat tot 31 december 1988 de produktiebelasting en de grenstoeslag op alcoholische dranken verkregen door distillatie van wijn, bijprodukten van de wijnbereiding, aardappelen, vruchten, sorghum, vijgen, johannesbrood en granen, 340 000 LIT per hl zuiver alcohol zou bedragen . Tijdens de schriftelijke procedure heeft de Italiaanse Republiek het Hof meegedeeld, dat het volle en het verlaagde tarief van voormelde belasting gebracht was op 546 000 LIT respectievelijk 442 000 LIT per hl zuivere alcohol, en dat het verlaagde tarief tot 31 december 1992 zou blijven gelden .

    3 De Commissie is meer in het bijzonder van mening, dat met de gedifferentieerde belastingregeling van wet nr . 408 kunstmatige en niet-objectieve categorieën voor gedistilleerde dranken zijn ingevoerd, met het doel zijdelings bescherming te verlenen aan nationale produkten, die minder zwaar worden belast dan uit rietsuiker verkregen ethylalcohol en de produkten, zoals bij voorbeeld rum, die deze alcohol bevatten, welke produkten niet in Italië worden geproduceerd en derhalve niet voor het verlaagde tarief in aanmerking komen, maar volgens het volle tarief van de belasting op alcohol worden belast . In antwoord op schriftelijke vragen van het Hof heeft de Commissie verduidelijkt, dat haar beroep niet slechts de fiscale behandeling van rum gold, doch ook die van ruwe alcohol uit rietsuiker, gearomatiseerde gedistilleerde dranken zoals gin en wodka alsmede likeuren en andere alcoholhoudende dranken, voor zover zij met uit rietsuiker verkregen alcohol zijn bereid .

    4 Voor een nadere uiteenzetting van de feiten, het procesverloop en de middelen en argumenten van partijen wordt verwezen naar het rapport ter terechtzitting . Deze elementen van het dossier worden hierna slechts weergegeven voor zover dat noodzakelijk is voor de redenering van het Hof .

    De fiscale behandeling van rum

    5 Volgens de Commissie zijn rum en de andere gedistilleerde dranken gelijksoortige produkten in de zin van artikel 95, eerste alinea, EEG-Verdrag . Subsidiair stelt zij, dat het in ieder geval concurrerende produkten zijn in de zin van artikel 95, tweede alinea .

    6 De Italiaanse Republiek betwist dat rum en gedistilleerde dranken uit wijn en granen als gelijksoortige produkten kunnen worden beschouwd, zulks op grond van hun respectieve organoleptische eigenschappen . Wel erkent zij, dat rum en de andere gedistilleerde dranken concurrerende produkten in de zin van artikel 95, tweede alinea, zijn .

    7 Volgens vaste rechtspraak van het Hof heeft artikel 95 in zijn geheel genomen tot doel, het vrije verkeer van goederen tussen de Lid-Staten onder normale concurrentieverhoudingen te verzekeren door elke vorm van bescherming uit te sluiten die het gevolg kan zijn van de toepassing van binnenlandse belastingen die discriminerend zijn ten opzichte van produkten uit andere Lid-Staten, en de volstrekte neutraliteit van de binnenlandse belastingen te waarborgen ten aanzien van de mededinging tussen nationale en ingevoerde produkten ( arrest van 9 juli 1987, zaak 356/85, Commissie/België, Jurispr . 1987, blz . 3299 ).

    8 Met betrekking tot alcohol bestemd voor menselijke consumptie overwoog het Hof in zijn arresten van 27 februari 1980 ( zaak 169/78, Commissie/Italië, Jurispr . 1980, blz . 385 ) en 15 juli 1982 ( zaak 216/81, reeds aangehaald ), dat gedistilleerde dranken uit graan en rum, als door distillatie verkregen produkten, voldoende eigenschappen gemeen hebben met gedistilleerde dranken uit wijn en draf om de consument althans in bepaalde omstandigheden een alternatief bij zijn keuze te bieden . Dit volstaat om te kunnen zeggen , dat het om concurrerende produkten gaat en dat zij niet mogen worden belast op een wijze die de nationale produktie begunstigt .

    9 Wat dit laatste punt betreft, stelt de Commissie, dat de Italiaanse belastingregeling voor gedistilleerde dranken ertoe strekt, het verschil in kostprijs tussen gedistilleerde dranken op basis van wijnbouwprodukten en vruchten en gedistilleerde dranken op basis van melasse te compenseren . Deze strekking van de fiscale differentiatie zou op zich voldoende bewijs zijn voor het niet-neutrale karakter van de belasting, aangezien de met de wijnbouw verband houdende economische activiteiten voor de Italiaanse economie oneindig veel belangrijker zijn dan de produktie van melassealcohol .

    10 De Italiaanse Republiek betoogt, dat voor het bewijs dat artikel 95, tweede alinea, EEG-Verdrag is geschonden, niet kan worden volstaan met een vergelijking van de op elk van de betrokken produkten drukkende fiscale lasten, doch dat concreet moet worden aangetoond, dat het verschil tussen die lasten een protectionistische werking kan hebben . Dit bewijs zou de Commissie geenszins hebben geleverd .

    11 Voorts voert de Italiaanse Republiek aan, dat de in geding zijnde belastingregeling in overeenstemming is met de criteria die de Lid-Staten volgens 's Hofs rechtspraak in acht moeten nemen wanneer zij een gedifferentieerd belastingstelsel invoeren . Onder verwijzing naar onder meer het arrest van 4 maart 1986 ( zaak 243/84, Walker, Jurispr . 1986, blz . 875 ) stelt zij, dat het litigieuze hoge belastingtarief een groot deel van de produktie van gedistilleerde dranken treft, met name dranken op basis van melasse van suikerbieten en ingevoerd suikerriet .

    12 Er zij aan herinnerd, dat vóór de vaststelling van wet nr . 408 de Italiaanse belastingregeling werd gekenmerkt door het feit dat de meest typische nationale produkten, te weten gedistilleerde dranken op basis van wijn en draf, in de gunstigste belastingcategorie vielen, terwijl twee soorten produkten die nagenoeg geheel uit andere Lid-Staten werden geïmporteerd, namelijk gedistilleerde dranken op basis van graan en rum, zwaarder werden belast . In zijn arresten van 27 februari 1980 en 15 juli 1982 ( zaken 169/78 en 216/81, reeds aangehaald ) stelde het Hof vast, dat deze tariefverschillen gevolgen hadden voor de markt van de betrokken produkten, doordat de consumptie van de ingevoerde produkten erdoor verminderde .

    13 In casu blijkt uit de processtukken, dat door de nieuwe wet nr . 408 de belastingdifferentiatie ten aanzien van whisky is afgeschaft, maar dat voor rum nog steeds een hoger tarief geldt . In deze omstandigheden kan eenvoudig worden verwezen naar wat het Hof in voormelde arresten heeft vastgesteld, zonder dat het nodig is het protectionistische effect dat de Italiaanse belastingregeling ten aanzien van rum heeft, te bewijzen door de invloed van de verschillende belastingtarieven op de mededingingsverhouding tussen de betrokken produkten te vergelijken .

    14 In die context kan de Italiaanse Republiek zich niet met vrucht beroepen op het arrest van 4 maart 1986 ( Walker, reeds aangehaald ). Volgens dit arrest immers heeft een systeem van gedifferentieerde belastingen geen beschermende werking ten gunste van een binnenlandse produktie, wanneer elke fiscale categorie een belangrijk deel van de binnenlandse produktie van alcoholhoudende dranken omvat .

    15 Dienaangaande verklaart de Italiaanse Republiek, dat het hoge tarief geldt voor de gehele nationale produktie van alcohol - voor zover niet verkregen uit wijn, vruchten of granen - en met name ook voor alcohol uit melasse . Opgemerkt zij evenwel, dat het daarbij om zuivere alcohol gaat, die als zodanig niet voor menselijke consumptie is bestemd en dus niet kan worden geacht met gedistilleerde dranken te concurreren . De Italiaanse Republiek heeft derhalve niet het bewijs geleverd, dat een belangrijk deel van de nationale produktie van alcoholhoudende dranken in dezelfde belastingcategorie als rum valt .

    16 Mitsdien moet worden vastgesteld, dat de Italiaanse Republiek, door de invoering van een belastingregeling die rum van oorsprong uit andere Lid-Staten zwaarder belast dan andere gedistilleerde dranken op basis van landbouwprodukten, de krachtens artikel 95 EEG-Verdrag op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen .

    De fiscale behandeling van de andere alcoholische produkten

    17 Wat de fiscale behandeling van andere alcoholische produkten dan rum betreft, waarvoor het hoge belastingtarief geldt, heeft de Commissie erkend, dat in de invoerstatistieken waarover zij beschikt, geen onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds gearomatiseerde gedistilleerde dranken en met alcohol uit rietsuiker bereide likeuren, en anderzijds die welke met andere soorten uit landbouwprodukten verkregen alcohol zijn bereid .

    18 Met betrekking tot de invoer van ruwe alcohol uit rietsuiker verklaarde de Commissie, dat in bovenbedoelde statistieken industriële ( synthetische ) alcohol en uit landbouwprodukten verkregen alcohol te zamen zijn vermeld, zonder onderscheid volgens het als grondstof gebruikte landbouwprodukt . Vanaf een zekere alcoholgraad en zuiverheid, zou het namelijk niet meer mogelijk zijn de precieze oorsprong van de alcohol te bepalen .

    19 Volgens vaste rechtspraak ( zie laatstelijk de arresten van 25 april 1989, zaak 141/87, Commissie/Italië, Jurispr . 1989, blz . 943, en 30 mei 1989, zaak 340/87, Commissie/Italië, Jurispr . 1989, blz . 1483 ) dient de Commissie in een procedure wegens niet-nakoming op grond van artikel 169 EEG-Verdrag het bestaan van de gestelde niet-nakoming aan te tonen .

    20 In casu heeft de Commissie niet aangetoond, of, en zo ja in welke mate, de ingevoerde produkten waren bereid met alcohol uit rietsuiker, en derhalve onderworpen waren aan het hoge belastingtarief . Zonder een dergelijk bewijs kan het Hof zich niet uitspreken over de mededingingsverhouding tussen de binnenlandse en de ingevoerde produkten en evenmin over het protectionistische karakter van de in geding zijnde belastingregeling . In deze omstandigheden moet het beroep worden verworpen voor zover het betrekking heeft op de fiscale behandeling van andere alcoholische produkten dan rum .

    Beslissing inzake de kosten


    Kosten

    21 Ingevolge artikel 69, paragraaf 2, van het Reglement voor de procesvoering moet de in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden verwezen . Volgens artikel 69, paragraaf 3, eerste alinea, kan het Hof de proceskosten geheel of gedeeltelijk compenseren, indien partijen onderscheidenlijk op één of meer punten in het ongelijk worden gesteld .

    22 Aangezien de Commissie gedeeltelijk in het ongelijk is gesteld, dienen de kosten te worden gecompenseerd .

    Dictum


    HET HOF VAN JUSTITIE,

    rechtdoende, verklaart :

    1 ) Door de invoering van een belastingregeling die rum van oorsprong uit andere Lid-Staten zwaarder belast dan andere gedistilleerde dranken op basis van landbouwprodukten, is de Italiaanse Republiek de krachtens artikel 95 EEG-Verdrag op haar rustende verplichtingen niet nagekomen .

    2 ) Het beroep wordt voor het overige verworpen .

    3 ) Elk der partijen zal haar eigen kosten dragen .

    Top