This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61987CJ0310
Judgment of the Court (Second Chamber) of 17 January 1989. # Jacobus Stempels v Commission of the European Communities. # Staff Regulations - Recovery of undue payments. # Case 310/87.
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 17 januari 1989.
Jacobus Stempels tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Ambtenarenstatuut - Terugvordering van het onverschuldigd betaalde bedragen.
Zaak 310/87.
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 17 januari 1989.
Jacobus Stempels tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Ambtenarenstatuut - Terugvordering van het onverschuldigd betaalde bedragen.
Zaak 310/87.
Jurisprudentie 1989 -00043
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1989:9
ARREST VAN HET HOF (TWEEDE KAMMER) VOM 17 JANUARI 1989. - JACOBUS STEMPELS TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - AMBTENARENSTATUUT - TERUGVORDERING VAN HET ONVERSCHULDIGD BETAALDE. - ZAAK 310/87.
Jurisprudentie 1989 bladzijde 00043
Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
++++
Ambtenaren - Terugvordering van het onverschuldigd betaalde - Voorwaarden - Voor de hand liggende onregelmatigheid van betaling - Begrip
( Ambtenarenstatuut, artikel 85 )
Het bepaalde in artikel 85 van het Statuut, dat elk ten onrechte ontvangen bedrag dient te worden terugbetaald, met name wanneer de onrechtmatigheid van de betaling zo voor de hand lag dat de bevoordeelde daarvan kennis had moeten dragen, houdt niet in dat betrokkene in het geheel niets hoeft te overdenken of te controleren, maar dient integendeel aldus te worden uitgelegd, dat terugbetaling verschuldigd is wanneer het gaat om een vergissing die een normaal zorgvuldige ambtenaar, die de bepalingen omtrent zijn salaris geacht wordt te kennen, niet ontgaat .
In zaak 310/87,
J . Stempels, voormalig ambtenaar van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, wonende te Bern ( Zwitserland ), vertegenwoordigd door M . Slusny, advocaat te Brussel, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ten kantore van P . Beghin, 48, avenue de la Liberté,
verzoeker,
tegen
Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur J . Griesmar als gemachtigde,
domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G . Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,
verweerster,
betreffende een beroep tot nietigverklaring van het besluit van de Commissie om de van 1 januari 1984 tot 1 december 1986 onverschuldigd betaalde kostwinnerstoelage van verzoeker terug te vorderen, alsmede van het besluit tot afwijzing van verzoekers klacht,
wijst
HET HOF VAN JUSTITIE ( Tweede kamer ),
samengesteld als volgt : T . F . O' Higgins, kamerpresident, G . F . Mancini en F . A . Schockweiler, rechters,
advocaat-generaal : G . Tesauro
griffier : D . Louterman, administrateur
gezien het rapport ter terechtzitting en ten vervolge op de mondelinge behandeling op 1 december 1988,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal op dezelfde terechtzitting van 1 december 1988,
het navolgende
Arrest
1 Bij verzoekschrift, neergelegd ter griffie van het Hof op 12 oktober 1987, heeft J . Stempels, voormalig ambtenaar van de Commissie in de rang A 2, beroep ingesteld tot nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 15 juli 1987 tot afwijzing van zijn klacht tegen het besluit van het tot aanstelling bevoegde gezag van 9 december 1987 om de aan verzoeker van 1 januari 1984 tot 1 december 1986 onverschuldigd betaalde kostwinnerstoelage terug te vorderen .
2 Blijkens het dossier heeft verzoeker, die gescheiden is, tot 1 december 1986, de datum van zijn pensionering, de kostwinnerstoelage ontvangen, hoewel zijn dochter vanaf 1 januari 1984 niet meer te zijnen laste kwam .
3 Van oordeel dat de betaling van deze kostwinnerstoelage in strijd was met artikel 1, lid 2, sub b, van bijlage VII bij het Ambtenarenstatuut, besloot het tot aanstelling bevoegde gezag, de onverschuldigd betaalde bedragen op grond van artikel 85 Ambtenarenstatuut terug te vorderen .
4 Voor een nadere uiteenzetting van de feiten, de procedure en de middelen en argumenten van partijen wordt verwezen naar het rapport ter terechtzitting . Deze elementen van het dossier worden hierna slechts weergegeven voor zover dat noodzakelijk is voor de redenering van het Hof .
5 Artikel 85 van het Statuut, opgenomen onder hoofdstuk 4, "Terugvordering van hetgeen onverschuldigd is betaald", noemt twee gevallen waarin de ambtenaar een bedrag dat hij ten onrechte heeft ontvangen, moet terugbetalen, te weten wanneer de bevoordeelde kennis droeg van de onregelmatigheid van de betaling of wanneer deze onregelmatigheid zo voor de hand lag dat de bevoordeelde daarvan kennis had moeten dragen .
6 Ofschoon ernstig valt te betwijfelen of verzoeker, zoals hij beweert, inderdaad geen kennis droeg van de onregelmatigheid van de betrokken betalingen, en ofschoon een redelijke uitlegging van artikel 85 van het Statuut veeleer lijkt te impliceren, dat de bevoordeelde van het onverschuldigd betaalde beoordelingsgegevens moet overleggen om de beweerde onwetendheid aannemelijk te maken, behoeft in het onderhavige geval slechts te worden onderzocht of de onregelmatigheid van de betaling zo voor de hand lag, dat de betrokkene daarvan kennis had moeten dragen ( zie het arrest van 11 juli 1979, zaak 252/78, Broe, Jurispr . 1979, blz . 2393 ).
7 Dienaangaande zij eraan herinnerd dat volgens artikel 1, lid 2, sub b, van bijlage VII bij het Statuut, die nadere bepalingen bevat betreffende de bezoldiging en de vergoeding van kosten, recht heeft op de kostwinnerstoelage de gescheiden ambtenaar die een of meer te zijnen laste komende kinderen heeft in de zin van artikel 2 van deze bijlage .
8 Artikel 2 noemt de voorwaarden waaronder de kindertoelage wordt toegekend . In lid 5 is onder meer bepaald dat deze toelage zonder inachtneming van enige leeftijdsgrens wordt doorbetaald, wanneer het kind gebrekkig is of aan een ernstige ziekte lijdt waardoor het niet in zijn behoeften kan voorzien, en wel zolang die ziekte of dat gebrek duurt .
9 Bij schrijven van 23 maart 1983 deelde het hoofd van de afdeling "Administratieve en financiële rechten" van het directoraat "Algemeen beheer" van de Commissie verzoeker mee dat hij, naar aanleiding van zijn verzoek om toepassing van artikel 2, lid 5, van bijlage VII van het Statuut, tot 31 december 1983 de kindertoelage zou ontvangen .
10 Het kan niet worden ontkend dat het voor iedere normaal zorgvuldige ambtenaar een vanzelfsprekende zaak moest zijn, dat zijn recht op de kostwinnerstoelage na het verstrijken van die datum twijfelachtig was en dat hij in ieder geval tot verificatie moest overgaan . De uitdrukking "zo voor de hand lag" in artikel 85 van het Statuut betekent niet, dat de ambtenaar die onverschuldigde betalingen geniet in het geheel niets hoeft te overdenken of te controleren, maar dat terugbetaling verschuldigd is wanneer het gaat om een vergissing die een normaal zorgvuldige ambtenaar, die de bepalingen omtrent zijn salaris geacht wordt te kennen, niet ontgaat ( zie het reeds aangehaalde arrest van 11 juli 1979 ).
11 Onder die omstandigheden kon een vergissing van de administratie omtrent een salariselement een normaal zorgvuldige ambtenaar niet ontgaan, zeker niet in het geval van een ambtenaar met de rang en het aantal dienstjaren van verzoeker, die zich bovendien jarenlang heeft beziggehouden met het beheer van de kredieten bij het secretariaat-generaal van de Commissie .
12 Uit voorgaande overwegingen volgt dat de Commissie artikel 85 van het Statuut in casu juist heeft toegepast, daar de onregelmatigheid van de betaling van de kostwinnerstoelage na 31 december 1983 zo voor de hand lag, dat verzoeker hiervan wel kennis had moeten dragen .
13 Het beroep moet derhalve ongegrond worden verklaard .
Kosten
14 Ingevolge artikel 69, paragraaf 2, van het Reglement voor de procesvoering moet de in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden verwezen . Volgens artikel 70 van het Reglement voor de procesvoering blijven echter de kosten door de instelling ter zake van beroepen van personeelsleden der Gemeenschappen gemaakt, te haren laste .
HET HOF VAN JUSTITIE ( Tweede kamer ),
rechtdoende :
1 ) Verwerpt het beroep .
2 ) Verstaat dat elk der partijen haar eigen kosten zal dragen .