This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61987CJ0122
Judgment of the Court of 24 May 1988. # Commission of the European Communities v Italian Republic. # Failure of a Member State to fulfil its obligations - Exemption from VAT of the services of veterinary surgeons. # Case 122/87.
Arrest van het Hof van 24 mei 1988.
Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Italiaanse Republiek.
Niet-nakoming - Vrijstelling van BTW voor diensten op gebied van diergeneeskunde.
Zaak 122/87.
Arrest van het Hof van 24 mei 1988.
Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Italiaanse Republiek.
Niet-nakoming - Vrijstelling van BTW voor diensten op gebied van diergeneeskunde.
Zaak 122/87.
Jurisprudentie 1988 -02685
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1988:256
ARREST VAN HET HOF VAN 24 MEI 1988. - COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - ITALIAANSE REPUBLIEK. - NIET-NAKOMING - VRIJSTELLING VAN BTW VOOR DIENSTEN OP HET GEBIED VAN DE DIERGENEESKUNDE. - ZAAK 122/87.
Jurisprudentie 1988 bladzijde 02685
Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
++++
FISCALE BEPALINGEN - HARMONISATIE VAN WETGEVINGEN - OMZETBELASTING - GEMEENSCHAPPELIJK STELSEL VAN BELASTING OVER TOEGEVOEGDE WAARDE - VRIJSTELLINGEN VOORZIEN IN ZESDE RICHTLIJN - VRIJSTELLING VAN GEZONDHEIDKUNDIGE VERZORGING IN KADER VAN UITOEFENING VAN MEDISCHE EN PARA-MEDISCHE BEROEPEN - DIENSTEN VERRICHT DOOR DIERENARTSEN - BELASTBAARHEID
( RICHTLIJN 77/388 VAN DE RAAD, ARTIKEL 13, DEEL A, LID 1, SUB C )
ARTIKEL 13, DEEL A, LID 1, SUB C, VAN RICHTLIJN 77/388, BETREFFENDE DE VRIJSTELLING VAN DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN VERZORGING IN HET KADER VAN DE UITOEFENING VAN MEDISCHE EN PARA-MEDISCHE BEROEPEN, MOET ALDUS WORDEN UITGELEGD DAT DE VRIJSTELLING WAARIN DAT ARTIKEL VOORZIET, NIET GELDT VOOR DIENSTEN VERRICHT DOOR DIERENARTSEN . ZOALS IN DE MEESTE TAALVERSIES VAN DE RICHTLIJN UITDRUKKELIJK IS AANGEGEVEN, BETREFT DEZE BEPALING NAMELIJK DE VERZORGING VAN DE MENS, MET UITSLUITING VAN DE VERZORGING VAN DIEREN .
IN ZAAK 122/87,
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, VERTEGENWOORDIGD DOOR G . MARENCO EN D . CALLEJA, LEDEN VAN HAAR JURIDISCHE DIENST, ALS GEMACHTIGDEN, DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ G . KREMLIS, BATIMENT JEAN MONNET, KIRCHBERG,
VERZOEKSTER,
TEGEN
ITALIAANSE REPUBLIEK, VERTEGENWOORDIGD DOOR L . FERRARI BRAVO, HOOFD VAN DE DIENST DIPLOMATIEKE GESCHILLEN, ALS GEMACHTIGDE, BIJGESTAAN DOOR M . BRAGUGLIA, AVVOCATO DELLO STATO, DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG TER ITALIAANSE AMBASSADE,
VERWEERSTER,
BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF OM VAST TE STELLEN DAT DE ITALIAANSE REPUBLIEK, DOOR DIENSTEN VERRICHT DOOR DIERENARTSEN VRIJ TE STELLEN VAN BTW, DE KRACHTENS HET EEG-VERDRAG OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET IS NAGEKOMEN,
WIJST
HET HOF VAN JUSTITIE,
SAMENGESTELD ALS VOLGT : MACKENZIE STUART, PRESIDENT, G . BOSCO, J . C . MOITINHO DE ALMEIDA EN G . C . RODRIGUEZ IGLESIAS, KAMERPRESIDENTEN, T . KOOPMANS, U . EVERLING, Y . GALMOT, C . KAKOURIS EN F . SCHOCKWEILER, RECHTERS,
ADVOCAAT-GENERAAL : J . L . DA CRUZ VILACA
GRIFFIER : H . A . ROEHL, HOOFDADMINISTRATEUR
GEZIEN HET RAPPORT TER TERECHTZITTING EN TEN VERVOLGE OP DE MONDELINGE BEHANDELING OP 15 MAART 1988,
GEHOORD DE CONCLUSIE VAN DE ADVOCAAT-GENERAAL TER TERECHTZITTING VAN 15 MAART 1988,
HET NAVOLGENDE
ARREST
1 BIJ VERZOEKSCHRIFT, NEERGELEGD TER GRIFFIE VAN HET HOF OP 8 APRIL 1987, HEEFT DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN KRACHTENS ARTIKEL 169 EEG-VERDRAG HET HOF VERZOCHT VAST TE STELLEN DAT DE ITALIAANSE REPUBLIEK, DOOR DIENSTEN DOOR DIERENARTSEN IN DE UITOEFENING VAN HUN BEROEP VERRICHT, VRIJ TE STELLEN VAN BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE, DE VERPLICHTINGEN NIET IS NAGEKOMEN DIE OP HAAR RUSTEN KRACHTENS DE ZESDE RICHTLIJN ( 77/388 ) VAN DE RAAD VAN 17 MEI 1977 BETREFFENDE DE HARMONISATIE VAN DE WETGEVINGEN DER LID-STATEN INZAKE OMZETBELASTING - GEMEENSCHAPPELIJK STELSEL VAN BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE : UNIFORME GRONDSLAG ( PB 1977, L 145, BLZ . 1 ).
2 INGEVOLGE DE ITALIAANSE WETTELIJKE REGELING - ARTIKEL 10 VAN PRESIDENTIEEL DECREET NR . 633 VAN 26 OKTOBER 1972, ZOALS GEWIJZIGD BIJ PRESIDENTIEEL DECREET NR . 24 VAN 25 JANUARI 1979 ( GURI NR . 30 VAN 31.1.1979, BLZ . 983 ), JUNCTO ARTIKEL 99 VAN KONINKLIJK BESLUIT NR . 1265 VAN 27 JULI 1934 - ZIJN DIENSTEN VERRICHT DOOR DIERENARTSEN, VRIJGESTELD VAN BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE ( BTW ).
3 VAN OORDEEL DAT DIE VRIJSTELLING IN STRIJD WAS MET DE BEPALINGEN VAN DE ZESDE RICHTLIJN, MEER IN HET BIJZONDER MET ARTIKEL 2 DAARVAN, MAANDE DE COMMISSIE BIJ BRIEF VAN 5 JUNI 1985 DE ITALIAANSE REGERING KRACHTENS ARTIKEL 169, EERSTE ALINEA, EEG-VERDRAG AAN, HAAR OPMERKINGEN TE MAKEN . AANGEZIEN DE ITALIAANSE REGERING DE HAAR VERWETEN NIET-NAKOMING NIET ERKENDE, DEED DE COMMISSIE HAAR OP 17 JUNI 1986 EEN MET REDENEN OMKLEED ADVIES TOEKOMEN, DAT ONBEANTWOORD BLEEF . DAAROP HEEFT DE COMMISSIE HET ONDERHAVIGE BEROEP INGESTELD .
4 VOOR EEN NADERE UITEENZETTING VAN DE NATIONALE WETTELIJKE REGELING, HET PROCESVERLOOP EN DE MIDDELEN EN ARGUMENTEN VAN PARTIJEN WORDT VERWEZEN NAAR HET RAPPORT TER TERECHTZITTING . DEZE ELEMENTEN VAN HET DOSSIER WORDEN HIERNA SLECHTS WEERGEGEVEN VOOR ZOVER DAT NOODZAKELIJK IS VOOR DE REDENERING VAN HET HOF .
5 VOLGENS ARTIKEL 2 VAN DE ZESDE RICHTLIJN ZIJN
"AAN DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE ... ONDERWORPEN :
1 . DE LEVERINGEN VAN GOEDEREN EN DE DIENSTEN, WELKE IN HET BINNENLAND DOOR EEN ALS ZODANIG HANDELENDE BELASTINGPLICHTIGE ONDER BEZWARENDE TITEL WORDEN VERRICHT ..."
6 ARTIKEL 4 VAN DE RICHTLIJN LUIDT :
"1 . ALS BELASTINGPLICHTIGE WORDT BESCHOUWD IEDER DIE, ONGEACHT OP WELKE PLAATS, ZELFSTANDIG EEN VAN DE IN LID 2 OMSCHREVEN ECONOMISCHE ACTIVITEITEN VERRICHT ..."
TOT BEDOELDE ACTIVITEITEN BEHOREN ALLE WERKZAAMHEDEN VAN DIENSTVERRICHTERS .
7 DE COMMISSIE STELT, DAT INGEVOLGE VOORMELDE BEPALINGEN DE DOOR DIERENARTSEN VERRICHTE DIENSTEN AAN DE BTW MOETEN WORDEN ONDERWORPEN .
8 TIJDENS DE PRECONTENTIEUZE PROCEDURE HEEFT DE ITALIAANSE REGERING ZICH VERWEERD MET EEN BEROEP OP ARTIKEL 13, DEEL A, LID 1, SUB C, VAN DE ZESDE RICHTLIJN, DAT VOORZIET IN DE VRIJSTELLING VAN BEPAALDE DIENSTEN . DE ITALIAANSE REGERING STELDE ZICH OP HET STANDPUNT, DAT DIENSTEN VERRICHT DOOR DIERENARTSEN ONDER DEZE BEPALING VALLEN; HET GAAT DAAR NAMELIJK OVER VERZORGING "IN HET KADER VAN DE UITOEFENING VAN MEDISCHE EN PARA-MEDISCHE BEROEPEN ALS OMSCHREVEN DOOR DE BETROKKEN LID-STAAT ".
9 DIENAANGAANDE BEHOEFT ZELFS NIET TE WORDEN NAGEGAAN, OF ONDER "MEDISCHE EN PARA-MEDISCHE BEROEPEN" OOK HET BEROEP VAN DIERENARTS IS TE VERSTAAN . IMMERS, IN ALLE TAALVERSIES VAN DE AANGEHAALDE TEKST VAN ARTIKEL 13, MET UITZONDERING VAN DE ITALIAANSE EN DE ENGELSE VERSIE, WORDT DE VRIJSTELLING VOOR MEDISCHE VERZORGING UITDRUKKELIJK BEPERKT TOT DE GEVALLEN WAARIN HET GAAT OM VERZORGING "VAN DE MENS"; DEZE BEPERKING NU SLUIT VERZORGING VAN DIEREN ZONDER ENIGE TWIJFEL UIT VAN DE WERKINGSSFEER VAN ARTIKEL 13, DEEL A, LID 1, SUB C .
10 DEZE UITLEGGING LIGT TE MEER VOOR DE HAND, WAAR ARTIKEL 28, LID 3, SUB B, VAN DE ZESDE RICHTLIJN DE LID-STATEN DIE TEN TIJDE VAN DE INWERKINGTREDING ERVAN VRIJSTELLING VAN BTW VERLEENDEN VOOR DIENSTEN VAN DIERENARTSEN - WAT VOOR DE ITALIAANSE REPUBLIEK NIET HET GEVAL WAS -, TOESTAAT DAARMEE GEDURENDE EEN OVERGANGSPERIODE DOOR TE GAAN . DEZE OVERGANGSBEPALING ZOU GEEN ENKELE BETEKENIS HEBBEN INDIEN ARTIKEL 13 ALDUS WERD UITGELEGD DAT HET VOOR DIEZELFDE DIENSTEN IN EEN DEFINITIEVE VRIJSTELLING VOORZIET .
11 OPGEMERKT ZIJ TEN SLOTTE NOG, DAT DE ITALIAANSE REGERING TIJDENS HET DEBAT VOOR HET HOF UITEINDELIJK DE GEGRONDHEID VAN HET BEROEP VAN DE COMMISSIE HEEFT ERKEND .
12 UIT EEN EN ANDER VOLGT, DAT HET BEROEP VAN DE COMMISSIE MOET WORDEN TOEGEWEZEN .
KOSTEN
13 INGEVOLGE ARTIKEL 69, PARAGRAAF 2, VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING MOET DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN WORDEN VERWEZEN . AANGEZIEN DE ITALIAANSE REPUBLIEK IN HET ONGELIJK IS GESTELD, DIENT ZIJ IN DE KOSTEN TE WORDEN VERWEZEN .
HET HOF VAN JUSTITIE,
RECHTDOENDE, VERKLAART :
1 ) DOOR DIENSTEN DOOR DIERENARTSEN IN DE UITOEFENING VAN HUN BEROEP VERRICHT, VRIJ TE STELLEN VAN DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE, IS DE ITALIAANSE REPUBLIEK DE VERPLICHTINGEN NIET NAGEKOMEN DIE OP HAAR RUSTEN KRACHTENS DE ZESDE RICHTLIJN ( 77/388 ) VAN DE RAAD VAN 17 MEI 1977 ( PB 1977, L 145, BLZ . 1 ).
2 ) DE ITALIAANSE REPUBLIEK WORDT VERWEZEN IN DE KOSTEN VAN DE PROCEDURE .