This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61986CJ0218
Judgment of the Court (Sixth Chamber) of 9 December 1987. # SAR Schotte GmbH v Parfums Rothschild SARL. # Reference for a preliminary ruling: Oberlandesgericht Düsseldorf - Germany. # Brussels Convention - Concept of a branch, agency or other establishment. # Case 218/86.
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 9 december 1987.
SAR Schotte GmbH tegen Parfums Rothschild SARL.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Oberlandesgericht Düsseldorf - Duitsland.
EEG-Executieverdrag - Begrip filiaal, agentschap of enige andere vestiging.
Zaak 218/86.
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 9 december 1987.
SAR Schotte GmbH tegen Parfums Rothschild SARL.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Oberlandesgericht Düsseldorf - Duitsland.
EEG-Executieverdrag - Begrip filiaal, agentschap of enige andere vestiging.
Zaak 218/86.
Jurisprudentie 1987 -04905
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1987:536
ARREST VAN HET HOF (ZESDE KAMER) VAN 9 DECEMBER 1987. - SAR SCHOTTE GMBH TEGEN PARFUMS ROTHSCHILD SARL. - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR HET OBERLANDESGERICHT DUESSELDORF. - EEG-EXECUTIEVERDRAG - BEGRIP FILIAAL, AGENTSCHAP OF ANDERE VESTIGING. - ZAAK 218/86.
Jurisprudentie 1987 bladzijde 04905
Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
++++
VERDRAG BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN - BIJZONDERE BEVOEGDHEDEN - BETWISTINGEN BETREFFENDE "EXPLOITATIE VAN FILIAAL, AGENTSCHAP OF ENIGE ANDERE VESTIGING" - BEGRIP - VENNOOTSCHAP DIE DOOR MIDDEL VAN ANDERE VENNOOTSCHAP MET ZELFDE NAAM EN DIRECTIE ZAKEN DOET - DAARONDER BEGREPEN
( EXECUTIEVERDRAG, ARTIKEL*5, SUB*5 )
ARTIKEL*5, SUB*5, VAN HET VERDRAG VAN 27*SEPTEMBER*1968 BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN MOET ALDUS WORDEN UITGELEGD, DAT HET VAN TOEPASSING IS OP EEN GEVAL WAARIN EEN IN EEN VERDRAGSLUITENDE STAAT GEVESTIGDE RECHTSPERSOON IN EEN ANDERE VERDRAGSLUITENDE STAAT WELISWAAR GEEN ONZELFSTANDIG FILIAAL, AGENTSCHAP OF ANDERE VESTIGING HEEFT, MAAR ER WEL ACTIVITEITEN ONTPLOOIT DOOR MIDDEL VAN EEN ZELFSTANDIGE VENNOOTSCHAP MET DEZELFDE NAAM EN DEZELFDE DIRECTIE, DIE IN HAAR NAAM HANDELT EN ZAKEN DOET EN WAARVAN ZIJ ZICH ALS VAN EEN VERLENGSTUK BEDIENT .
IN ZAAK 218/86,
BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF KRACHTENS HET PROTOCOL VAN 3*JUNI*1971 BETREFFENDE DE UITLEGGING DOOR HET HOF VAN JUSTITIE VAN HET VERDRAG VAN 27*SEPTEMBER*1968 BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID EN DE TENUITVOERLEGGING IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN, VAN HET OBERLANDESGERICHT DUESSELDORF, IN HET ALDAAR AANHANGIG GEDING TUSSEN
SAR SCHOTTE GMBH, TE HEMER ( BONDSREPUBLIEK DUITSLAND ),
EN
PARFUMS ROTHSCHILD SARL, TE PARIJS,
OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE UITLEGGING VAN ARTIKEL*5, SUB*5, VAN HET VERDRAG VAN 27*SEPTEMBER*1968 BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID EN DE TENUITVOERLEGGING IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN ( PB*1972, L*299, BLZ.*32; HIERNA : EXECUTIEVERDRAG ),
WIJST
HET HOF VAN JUSTITIE ( ZESDE KAMER ),
ADVOCAAT-GENERAAL : SIR GORDON SLYNN
GRIFFIER : D.*LOUTERMAN, ADMINISTRATEUR
GELET OP DE OPMERKINGEN INGEDIEND DOOR :
- DE DUITSE REGERING, VERTEGENWOORDIGD DOOR C . BOEHMER ALS GEMACHTIGDE,
- DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, VERTEGENWOORDIGD DOOR J.*PIPKORN, LID VAN HAAR JURIDISCHE DIENST, ALS GEMACHTIGDE, BIJGESTAAN DOOR S.*PIERI,
GEZIEN HET RAPPORT TER TERECHTZITTING EN TEN VERVOLGE OP DE MONDELINGE BEHANDELING OP 11*JUNI*1987,
GEHOORD DE CONCLUSIE VAN DE ADVOCAAT-GENERAAL TER TERECHTZITTING VAN 28*OKTOBER*1987,
HET NAVOLGENDE
ARREST
1 BIJ BESCHIKKING VAN 10*JULI*1986, INGEKOMEN TEN HOVE OP 7*AUGUSTUS DAARAANVOLGEND, HEEFT HET OBERLANDESGERICHT DUESSELDORF KRACHTENS HET PROTOCOL VAN 3*JUNI*1971 BETREFFENDE DE UITLEGGING DOOR HET HOF VAN JUSTITIE VAN HET VERDRAG VAN 27*SEPTEMBER*1968 BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN ( HIERNA : EXECUTIEVERDRAG ) EEN PREJUDICIELE VRAAG GESTELD OVER DE UITLEGGING VAN ARTIKEL*5, SUB*5, EXECUTIEVERDRAG .
2 DEZE VRAAG IS GEREZEN IN EEN GESCHIL TUSSEN DE DUITSE VENNOOTSCHAP SAR*SCHOTTE*GMBH, TE HEMER ( VERZOEKSTER ), EN DE FRANSE VENNOOTSCHAP PARFUMS ROTHSCHILD SARL ( VERWEERSTER ), TE PARIJS . DIT GESCHIL BETREFT DE UITVOERING VAN EEN AANTAL ORDERS VOOR DE LEVERING DOOR SCHOTTE AAN VERWEERSTER VAN VERSTUIVERPOMPEN MET TOEBEHOREN VOOR PARFUMERIEARTIKELEN . VERWEERSTER KLAAGDE EROVER, DAT DE VERSTUIVERS ONGESCHIKT WAREN VOOR HET GEBRUIK . NA EEN VRUCHTELOZE CORRESPONDENTIE VORDERDE SCHOTTE VOOR HET LANDGERICHT DUESSELDORF BETALING VAN EEN BEDRAG, OVEREENKOMEND MET ZES NOG OPENSTAANDE REKENINGEN .
3 BLIJKENS HET DOSSIER HAD SCHOTTE DE AAN DE BESTELLINGEN EN LEVERINGEN VOORAFGEGANE ONDERHANDELINGEN NIET MET VERWEERSTER GEVOERD, DOCH MET DE VENNOOTSCHAP ROTHSCHILD*GMBH, TE DUESSELDORF . TUSSEN DEZE LAATSTE EN SCHOTTE WAS UITVOERIG GECORRESPONDEERD OVER DE KLACHTEN BETREFFENDE DE GELEVERDE VERSTUIVERS . ALLE BRIEVEN DIE ROTHSCHILD*GMBH VERSTUURDE, ZOWEL TIJDENS DE VOORAFGAANDE ONDERHANDELINGEN ALS NAAR AANLEIDING VAN DE KLACHTEN, WAREN ONDERTEKEND DOOR TWEE PERSONEN, WAARVAN DE ENE DIRECTEUR VAN ROTHSCHILD*GMBH EN VAN PARFUMS ROTHSCHILD*SARL WAS EN DE ANDERE DIRECTEUR VAN PARFUMS ROTHSCHILD SARL .
4 IN EERSTE INSTANTIE HAD SCHOTTE ROTHSCHILD*GMBH VOOR HET LANDGERICHT GEDAAGD . DEZE BESTREED ALDAAR ECHTER HAAR PASSIEVE LEGITIMATIE EN BETOOGDE, DAT DE BETROKKEN VORDERINGEN UITSLUITEND VERWEERSTER BETROFFEN . DAAROP DAGVAARDDE SCHOTTE DE FRANSE VENNOOTSCHAP, HETGEEN DOOR HET LANDGERICHT ALS EEN WIJZIGING VAN DE OORSPRONKELIJKE VORDERING WERD AANVAARD .
5 VOOR HET LANDGERICHT VOERDE VERWEERSTER AAN, DAT DE DUITSE GERECHTEN ONBEVOEGD WAREN OM KENNIS TE NEMEN VAN HET GESCHIL . SCHOTTE DAARENTEGEN BETOOGDE, DAT DE DUITSE GERECHTEN BEVOEGD WAREN OP GROND VAN ARTIKEL*5, SUB*5, EXECUTIEVERDRAG, DAT BEPAALT, DAT EEN VERWEERDER DIE WOONPLAATS HEEFT OP HET GRONDGEBIED VAN EEN VERDRAGSLUITENDE STAAT, VOOR HET GERECHT VAN EEN ANDERE VERDRAGSLUITENDE STAAT KAN WORDEN OPGEROEPEN DAN DIE WAARIN HIJ WOONPLAATS HEEFT, EN WEL "TEN AANZIEN VAN EEN GESCHIL BETREFFENDE DE EXPLOITATIE VAN EEN FILIAAL, VAN EEN AGENTSCHAP OF ENIGE ANDERE VESTIGING : VOOR HET GERECHT VAN DE PLAATS WAAR ZIJ GELEGEN ZIJN ". VOLGENS SCHOTTE WAS ROTHSCHILD*GMBH EEN "VESTIGING" VAN VERWEERSTER IN DE ZIN VAN DEZE BEPALING .
6 VAN OORDEEL DAT NIET WAS VOLDAAN AAN DE VEREISTEN VAN ARTIKEL*5, SUB*5, EXECUTIEVERDRAG, VERKLAARDE HET LANDGERICHT ZICH ONBEVOEGD . MEER IN HET BIJZONDER WAS ZIJNS INZIENS ROTHSCHILD*GMBH NIET TE BESCHOUWEN ALS EEN AGENTSCHAP OF EEN VESTIGING VAN VERWEERSTER; DEZE LAATSTE WAS VEELEER EEN DOCHTERONDERNEMING VAN ROTHSCHILD*GMBH .
7 HET OBERLANDESGERICHT, WAARBIJ HOGER BEROEP IS INGESTELD, HEEFT DE BEHANDELING VAN DE ZAAK GESCHORST EN HET HOF VERZOCHT OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE VOLGENDE VRAAG :
"IS KRACHTENS ARTIKEL*5, SUB*5, EXECUTIEVERDRAG DE RECHTER VAN DE PLAATS WAAR EEN FILIAAL, EEN AGENTSCHAP OF EEN ANDERE VESTIGING IS GELEGEN OOK DAN BEVOEGD, WANNEER EEN RECHTSPERSOON NAAR FRANS RECHT, EEN SOCIETE A RESPONSABILITE LIMITEE, GEVESTIGD TE PARIJS, IN EEN ANDERE VERDRAGSLUITENDE STAAT, IN CASU DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, WELISWAAR ORGANISATORISCH GEEN VESTIGING IN DE ZIN VAN EEN ONZELFSTANDIG VERLENGSTUK VAN EEN MOEDERBEDRIJF HEEFT, MAAR WANNEER ZICH IN DE ANDERE VERDRAGSLUITENDE STAAT EEN GELIJKNAMIGE ZELFSTANDIGE RECHTSPERSOON NAAR DUITS RECHT, EEN GESELLSCHAFT MIT BESCHRAENKTER HAFTUNG, MET DEZELFDE DIRECTIE, BEVINDT, DIE IN NAAM VAN DE RECHTSPERSOON NAAR FRANS RECHT HANDELT EN ZAKEN DOET EN WAARVAN DE RECHTSPERSOON NAAR FRANS RECHT ZICH ALS VAN EEN VERLENGSTUK BEDIENT?"
8 VOOR EEN UITVOERIGER UITEENZETTING VAN DE FEITEN, HET PROCESVERLOOP EN DE BIJ HET HOF INGEDIENDE SCHRIFTELIJKE OPMERKINGEN WORDT VERWEZEN NAAR HET RAPPORT TER TERECHTZITTING . DEZE ELEMENTEN VAN HET DOSSIER WORDEN HIERONDER SLECHTS WEERGEGEVEN VOOR ZOVER DIT NOODZAKELIJK IS VOOR DE REDENERING VAN HET HOF .
9 ARTIKEL*5, SUB*5, EXECUTIEVERDRAG REGELT DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID INZAKE GESCHILLEN BETREFFENDE DE EXPLOITATIE VAN EEN FILIAAL, VAN EEN AGENTSCHAP OF ENIGE ANDERE VESTIGING . DEZE BEVOEGDHEID BEHOORT TOT DE IN DE ARTIKELEN*5 EN*6 EXECUTIEVERDRAG VOORZIENE "BIJZONDERE BEVOEGDHEDEN", DIE MET NAME HUN RECHTVAARDIGING VINDEN IN HET BESTAAN VAN EEN NAUWE BAND TUSSEN DE VORDERING EN HET GERECHT DAT ER UITSPRAAK OVER DIENT TE DOEN .
10 IN ZIJN ARREST VAN 22*NOVEMBER*1978 ( ZAAK*33/78, SOMAFER, JURISPR.*1978, BLZ.*2183 ) OVERWOOG HET HOF, DAT HET BEGRIP FILIAAL, AGENTSCHAP OF ENIGE ANDERE VESTIGING EEN CENTRUM VAN WERKZAAMHEID IMPLICEERT, DAT ZICH NAAR BUITEN DUURZAAM MANIFESTEERT ALS HET VERLENGSTUK VAN EEN MOEDERBEDRIJF, MET EEN EIGEN DIRECTIE EN MATERIELE UITRUSTING, ZODAT HET ZAKEN MET DERDEN KAN DOEN EN WEL DUSDANIG, DAT DEZEN, OFSCHOON WETEND DAT EVENTUEEL EEN RECHTSBAND MET HET IN HET BUITENLAND GEVESTIGDE MOEDERBEDRIJF ZAL ONTSTAAN, ZICH NIET RECHTSTREEKS DAARTOE BEHOEVEN TE WENDEN EN ZAKEN KUNNEN DOEN IN BEDOELD CENTRUM, DAT HET VERLENGSTUK ERVAN VORMT .
11 DE VERWIJZENDE RECHTER IS VAN OORDEEL, DAT DEZE VOORWAARDEN OOK ZOUDEN KUNNEN ZIJN VERVULD IN EEN GEVAL ALS HET ONDERHAVIGE, WAARIN DE VENNOOTSCHAP DIE ALS VERLENGSTUK VAN EEN IN EEN ANDERE VERDRAGSLUITENDE STAAT GEVESTIGDE VENNOOTSCHAP OPTREEDT, NIET HAAR DOCHTERVENNOOTSCHAP, DOCH EEN ZELFSTANDIGE VENNOOTSCHAP OF ZELFS DE MOEDERVENNOOTSCHAP IS .
12 DE DUITSE REGERING EN DE COMMISSIE ZIJN DEZELFDE MENING TOEGEDAAN . IN DE EERSTE PLAATS VERLANGT HUNS INZIENS DE RECHTSZEKERHEID, DAT ARTIKEL*5, SUB*5, EXECUTIEVERDRAG VAN TOEPASSING IS OP ALLE GEVALLEN WAARIN EEN VESTIGING, DIE ZAKEN KAN DOEN MET DERDEN, ZICH GEMAKKELIJK HERKENBAAR MANIFESTEERT ALS DAADWERKELIJK VERLENGSTUK VAN EEN IN EEN ANDERE VERDRAGSLUITENDE STAAT GEVESTIGDE ONDERNEMING . VOORTS ZOUDEN OOK ONDERNEMINGEN DIE JURIDISCH ZELFSTANDIGE VENNOOTSCHAPPEN ZIJN, TOCH ALLE KENMERKEN VAN EEN VERLENGSTUK KUNNEN VERTONEN .
13 IN DE ONDERHAVIGE VRAAG GAAT HET OM HET GEVAL VAN TWEE GELIJKNAMIGE VENNOOTSCHAPPEN MET EEN GEMEENSCHAPPELIJKE DIRECTIE, WAARVAN ER EEN, ZONDER EEN ONZELFSTANDIG FILIAAL OF AGENTSCHAP VAN DE ANDERE TE ZIJN, ZAKEN DOET VOOR REKENING VAN DE ANDERE EN DUS IN HET HANDELSVERKEER ALS HAAR VERLENGSTUK OPTREEDT .
14 VOORTS WAS IN CASU ROTHSCHILD*GMBH NIET ALLEEN BETROKKEN BIJ DE ONDERHANDELINGEN OVER EN HET SLUITEN VAN HET CONTRACT, DOCH EVENEENS -*IN DE UITVOERINGSFASE VAN HET CONTRACT *- BIJ DE BEHOORLIJKE AFWIKKELING VAN DE OVEREENGEKOMEN LEVERINGEN EN BIJ DE BETALING VAN DE FACTUREN . BOVENDIEN WEKTEN DE BRIEVEN DIE ZIJ AAN VERZOEKSTER RICHTTE DE INDRUK, DAT ZIJ ALS CENTRUM VAN WERKZAAMHEID VAN ROTHSCHILD SARL OPTRAD .
15 IN EEN DERGELIJK GEVAL MOETEN DERDEN, DIE ZAKEN DOEN MET EEN VESTIGING DIE OPTREEDT ALS HET VERLENGSTUK VAN EEN ANDERE VENNOOTSCHAP, OP DE ALDUS GEWEKTE SCHIJN KUNNEN AFGAAN EN DEZE VESTIGING ALS EEN VESTIGING VAN DE ANDERE VENNOOTSCHAP KUNNEN BESCHOUWEN, ZELFS INDIEN BEIDE VENNOOTSCHAPPEN VENNOOTSCHAPSRECHTELIJK ONAFHANKELIJK VAN ELKAAR ZIJN .
16 DE NAUWE BAND TUSSEN DE VORDERING EN HET GERECHT DAT GEROEPEN IS EROVER TE BESLISSEN, MOET IMMERS NIET ALLEEN OP BASIS VAN DE RECHTSBETREKKINGEN TUSSEN IN VERSCHILLENDE VERDRAGSLUITENDE STATEN GEVESTIGDE RECHTSPERSONEN WORDEN BEOORDEELD, MAAR OOK MET INACHTNEMING VAN DE WIJZE WAAROP DEZE TWEE ONDERNEMINGEN IN HET ZAKENLEVEN OPTREDEN EN ZICH IN HUN HANDELSRELATIES VOORDOEN TEN OPZICHTE VAN DERDEN .
17 MITSDIEN MOET WORDEN GECONLUDEERD, DAT ARTIKEL*5, SUB*5, EXECUTIEVERDRAG ALDUS MOET WORDEN UITGELEGD, DAT HET VAN TOEPASSING IS OP EEN GEVAL WAARIN EEN IN EEN VERDRAGSLUITENDE STAAT GEVESTIGDE RECHTSPERSOON IN EEN ANDERE VERDRAGSLUITENDE STAAT WELISWAAR GEEN ONZELFSTANDIG FILIAAL, AGENTSCHAP OF ANDERE VESTIGING HEEFT, MAAR ER WEL ACTIVITEITEN ONTPLOOIT DOOR MIDDEL VAN EEN ZELFSTANDIGE VENNOOTSCHAP MET DEZELFDE NAAM EN DEZELFDE DIRECTIE, DIE IN HAAR NAAM HANDELT EN ZAKEN DOET EN WAARVAN ZIJ ZICH ALS VAN EEN VERLENGSTUK BEDIENT .
KOSTEN
18 DE KOSTEN DOOR DE DUITSE REGERING EN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WEGENS INDIENING HUNNER OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT, KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN DE PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN, ZODAT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .
HET HOF VAN JUSTITIE ( ZESDE KAMER ),
UITSPRAAK DOENDE OP DE DOOR HET OBERLANDESGERICHT DUESSELDORF BIJ BESCHIKKING VAN 10*JULI*1986 GESTELDE VRAAG, VERKLAART VOOR RECHT :
ARTIKEL*5, SUB*5, VAN HET VERDRAG VAN 27*SEPTEMBER*1968 BETREFFENDE DE RECHTERLIJKE BEVOEGDHEID EN DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN MOET ALDUS WORDEN UITGELEGD, DAT HET VAN TOEPASSING IS OP EEN GEVAL WAARIN EEN IN EEN VERDRAGSLUITENDE STAAT GEVESTIGDE RECHTSPERSOON IN EEN ANDERE VERDRAGSLUITENDE STAAT WELISWAAR GEEN ONZELFSTANDIG FILIAAL, AGENTSCHAP OF ANDERE VESTIGING HEEFT, MAAR ER WEL ACTIVITEITEN ONTPLOOIT DOOR MIDDEL VAN EEN ZELFSTANDIGE VENNOOTSCHAP MET DEZELFDE NAAM EN DEZELFDE DIRECTIE, DIE IN HAAR NAAM HANDELT EN ZAKEN DOET EN WAARVAN ZIJ ZICH ALS VAN EEN VERLENGSTUK BEDIENT .