This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61986CJ0089
Judgment of the Court (Fifth Chamber) of 7 July 1987. # L'Étoile commerciale and Comptoir national technique agricole (CNTA) v Commission of the European Communities. # Subsidy for oil seeds - Admissibility. # Joined cases 89 and 91/86.
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 7 juli 1987.
L'Étoile commerciale en Comptoir national technique agricole (CNTA) tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Steun voor oliehoudende zaden - Ontvankelijkheid.
Gevoegde zaken 89 en 91/86.
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 7 juli 1987.
L'Étoile commerciale en Comptoir national technique agricole (CNTA) tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Steun voor oliehoudende zaden - Ontvankelijkheid.
Gevoegde zaken 89 en 91/86.
Jurisprudentie 1987 -03005
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1987:337
ARREST VAN HET HOF (VIJFDE KAMER) VAN 7 JULI 1987. - SOCIETE L'ETOILE COMMERCIALE EN SOCIETE COMPTOIR NATIONAL TECHNIQUE AGRICOLE (C. N. T. A.). - COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - STEUN VOOR OLIEHOUDENDE ZADEN - ONTVANKELIJKHEID. - GEVOEGDE ZAKEN 89 EN 91/86.
Jurisprudentie 1987 bladzijde 03005
Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
++++
1 . BEROEP TOT NIETIGVERKLARING - NATUURLIJKE OF RECHTSPERSONEN - HANDELINGEN DIE HEN RECHTSTREEKS EN INDIVIDUEEL RAKEN - BESCHIKKING VAN COMMISSIE, HOUDENDE WEIGERING OM DOOR NATIONALE INSTANTIES TEN ONRECHTE TOEGEKENDE STEUN TEN LASTE VAN EOGFL TE BRENGEN - BEROEP VAN ONTVANGER VAN STEUN DIE JEGENS NATIONALE INSTANTIES TOT TERUGBETALING GEHOUDEN IS - NIET-ONTVANKELIJKHEID
( EEG-VERDRAG, ARTIKEL 173, TWEEDE ALINEA )
2 . BEROEP TOT SCHADEVERGOEDING - VOORWERP - VERZOEK OM SCHADEVERGOEDING OP GROND VAN BEWEERDE ONWETTIGHEID VAN BESLUIT, DOOR NATIONALE INSTANTIE TER UITVOERING VAN GEMEENSCHAPSREGELING GENOMEN - BEVOEGDHEID VAN HOF - VOORWAARDEN - VERANTWOORDELIJKHEID VAN EEN GEMEENSCHAPSINSTELLING VOOR DE GESTELDE ONWETTIGHEID
( EEG-VERDRAG, ARTIKELEN*178 EN 215, TWEEDE ALINEA; VERORDENING NR.*729/70 VAN DE RAAD )
1 . EEN MARKTDEELNEMER WORDT NIET RECHTSTREEKS EN INDIVIDUEEL GERAAKT IN DE ZIN VAN ARTIKEL*173, TWEEDE ALINEA, EEG-VERDRAG DOOR EEN TOT EEN LID-STAAT GERICHTE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE, WAARBIJ DE FINANCIERING DOOR HET EOGFL WORDT GEWEIGERD VAN STEUN DIE DOOR DE NATIONALE INSTANTIES OP ONREGELMATIGE WIJZE AAN DEZE MARKTDEELNEMER WERD TOEGEKEND . HET IS IN DIT VERBAND VAN GEEN BELANG DAT DEZE BESCHIKKING TOT GEVOLG HEEFT GEHAD DAT DE NATIONALE INSTANTIES, AANGEZIEN DEZE ZICH MET HET OOG OP EEN DERGELIJKE MOGELIJKHEID HET RECHT HIERTOE HADDEN VOORBEHOUDEN, DE TEN ONRECHTE TOEGEKENDE BEDRAGEN HEBBEN TERUGGEVORDERD .
2 . INGEVOLGE ARTIKEL*178 JUNCTO ARTIKEL*215 EEG-VERDRAG IS HET HOF SLECHTS BEVOEGD MET BETREKKING TOT VERGOEDING VAN SCHADE DIE IS VEROORZAAKT DOOR DE GEMEENSCHAPSINSTELLINGEN OF DOOR AMBTENAREN VAN DE INSTELLINGEN IN DE UITOEFENING VAN HUN FUNCTIE, DAT WIL ZEGGEN DE SCHADE DIE KAN LEIDEN TOT NIET-CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE GEMEENSCHAP . VOOR SCHADE ECHTER DIE DOOR NATIONALE INSTANTIES IS VEROORZAAKT, KUNNEN SLECHTS DEZE INSTANTIES AANSPRAKELIJK ZIJN EN IS ENKEL DE NATIONALE RECHTER BEVOEGD OM VOOR VERGOEDING ERVAN TE ZORGEN .
WANNEER HET BEZWARENDE BESLUIT IS GENOMEN DOOR EEN NATIONALE INSTANTIE, DIE DAARBIJ HANDELDE TER UITVOERING VAN EEN GEMEENSCHAPSREGELING, MOET TER BEOORDELING VAN DE BEVOEGDHEID VAN HET HOF WORDEN ONDERZOCHT, OF DE GESTELDE ONWETTIGE HANDELWIJZE WAAROP HET BEROEP TOT SCHADEVERGOEDING IS GEBASEERD, INDERDAAD AAN EEN GEMEENSCHAPSINSTELLING MOET WORDEN TOEGESCHREVEN . DIT IS NIET HET GEVAL WANNEER EEN NATIONALE INSTANTIE, TEN GEVOLGE VAN EEN BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE GOEDKEURING VAN DE REKENINGEN VAN HET EOGFL, UIT EIGEN BEWEGING BESLUIT OM OP GROND VAN DE HAAR BIJ VERORDENING NR.*729/70 BETREFFENDE DE FINANCIERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID OPGELEGDE ALGEMENE VERPLICHTING, DE OP ONREGELMATIGE WIJZE TOEGEKENDE STEUN TERUG TE VORDEREN .
IN DE GEVOEGDE ZAKEN 89 EN 91/86,
L' ETOILE COMMERCIALE, TE PARIJS, VERTEGENWOORDIGD DOOR J.-R . GAUD, ADVOCAAT TE PARIJS, DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG TEN KANTORE VAN J.*MEDERNACH, ADVOCAAT ALDAAR, 11 A, BOULEVARD DU PRINCE HENRI,
EN
COMPTOIR NATIONAL TECHNIQUE AGRICOLE ( CNTA ), TE PARIJS, VERTEGENWOORDIGD DOOR J.-F.*PERICAUD, ADVOCAAT TE PARIJS, DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG TEN KANTORE VAN LOESCH EN WOLTER, ADVOCATEN ALDAAR, 2, RUE GOETHE,
VERZOEKSTERS,
TEGEN
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, VERTEGENWOORDIGD DOOR HAAR JURIDISCH ADVISEUR J.-C . SECHE, ALS GEMACHTIGDE, DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ G.*KREMLIS, LID VAN HAAR JURIDISCHE DIENST, BATIMENT JEAN MONNET, KIRCHBERG,
VERWEERSTER,
BETREFFENDE EEN BEROEP TOT NIETIGVERKLARING VAN BESCHIKKING*85/456 VAN DE COMMISSIE VAN 28 AUGUSTUS 1985 BETREFFENDE DE GOEDKEURING VAN DE DOOR DE FRANSE REPUBLIEK INGEDIENDE REKENINGEN BETREFFENDE DE DOOR HET EOGFL IN HET BEGROTINGSJAAR 1981 TE FINANCIEREN UITGAVEN, WAT DE STEUN BETREFT DIE DOOR DE SOCIETE INTERPROFESSIONNELLE DES OLEAGINEUX AAN CNTA IS VERLEEND VOOR DE VERWERKING VAN ZONNEBLOEMZADEN
WIJST
HET HOF VAN JUSTITIE ( VIJFDE KAMER )
ADVOCAAT-GENERAAL : J.*L . DA CRUZ VILACA
GRIFFIER : J.*A . POMPE, ADJUNCT-GRIFFIER
GEZIEN HET RAPPORT TER TERECHTZITTING EN TEN VERVOLGE OP DE MONDELINGE BEHANDELING OP 20*JANUARI*1987,
GEHOORD DE CONCLUSIE VAN DE ADVOCAAT-GENERAAL TER TERECHTZITTING VAN 17*MAART*1987,
HET NAVOLGENDE
ARREST
1 BIJ VERZOEKSCHRIFTEN, NEERGELEGD TER GRIFFIE VAN HET HOF OP 26*EN 27*MAART 1986, HEBBEN DE ONDERNEMINGEN ETOILE COMMERCIALE EN COMPTOIR NATIONAL TECHNIQUE AGRICOLE ( CNTA ) KRACHTENS DE ARTIKELEN*173, TWEEDE ALINEA, 178 EN 215, TWEEDE ALINEA, EEG-VERDRAG BEROEP INGESTELD STREKKENDE TOT :
- NIETIGVERKLARING VAN BESCHIKKING*85/456 VAN DE COMMISSIE VAN 28*AUGUSTUS 1985 BETREFFENDE DE GOEDKEURING VAN DE DOOR DE FRANSE REPUBLIEK UIT HOOFDE VAN HET BEGROTINGSJAAR 1981 INGEDIENDE REKENINGEN VOOR DE DOOR HET EUROPEES ORIENTATIE - EN GARANTIEFONDS VOOR DE LANDBOUW ( HIERNA : EOGFL ), AFDELING GARANTIE, GEFINANCIERDE UITGAVEN ( PB*1985, L*267, BLZ.*24 ), VOOR ZOVER HIERIN EEN BEDRAG DAT OVEREENSTEMT MET DE STEUN VOOR BEPAALDE PARTIJEN OLIEHOUDENDE ZADEN DIE IN OKTOBER EN NOVEMBER 1980 DOOR CNTA WAREN VERMALEN, NIET ALS KOMENDE TEN LASTE VAN HET EOGFL IS ERKEND;
- VERGOEDING VAN DE SCHADE DIE WERD GELEDEN DOORDAT DE SOCIETE INTERPROFESSIONNELLE DES OLEAGINEUX ( SIDO ), ALS FRANSE INSTELLING BELAST MET DE TOEPASSING VAN HET STELSEL VAN STEUNVERLENING VOOR OLIEHOUDENDE ZADEN, INGEVOLGE DEZE BESCHIKKING VAN VERZOEKSTER DE TERUGBETALING VAN DEZE STEUN HEEFT GEVORDERD;
- ALSMEDE, SUBSIDIAIR, NIETIGVERKLARING VAN VERORDENING NR.*1204/72 VAN DE COMMISSIE VAN 7*JUNI 1972 HOUDENDE UITVOERINGSBEPALINGEN INZAKE DE STEUNREGELING VOOR OLIEHOUDENDE ZADEN ( PB*1972, L*133, BLZ.*1 ).
2 UIT DE PROCESSTUKKEN BLIJKT, DAT CNTA IN OKTOBER EN NOVEMBER 1980 VERSCHEIDENE PARTIJEN OLIEHOUDENDE ZADEN HEEFT FIJNGEMALEN EN OP GROND HIERVAN DE BEVOEGDE NATIONALE INSTELLING HEEFT VERZOCHT OM DE STEUN, BEDOELD IN ARTIKEL*27, LID*1, VAN VERORDENING NR.*136/66 VAN DE RAAD VAN 22*SEPTEMBER 1966 HOUDENDE DE TOTSTANDBRENGING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR OLIEN EN VETTEN ( PB*1966, NR.*172, BLZ.*3025 ). DE SIDO STELDE VAST, DAT CNTA EEN AANTAL ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN BETREFFENDE DE CONTROLE VAN DE VERWERKING VAN DE DESBETREFFENDE GRANEN NIET IN ACHT HAD GENOMEN, WAARDOOR DE TOEKENNING VAN STEUN IN STRIJD ZOU KUNNEN ZIJN MET DE TOEN GELDENDE COMMUNAUTAIRE REGELING . BIJGEVOLG MAAKTE ZIJ DE TOEKENNING VAN DE STEUN AFHANKELIJK VAN HET STELLEN VAN EEN WAARBORG DOOR CNTA OM DE TERUGBETALING, OP ENKEL VERZOEK VAN DE SIDO, TE VERZEKEREN VAN DE SOM DIE DOOR CNTA "ZOU VERSCHULDIGD ZIJN WANNEER HET EOGFL ZICH ZAL HEBBEN UITGESPROKEN OVER DE REGELMATIGHEID VAN DE TOEGESTANE VOORSCHOTTEN OP DE STEUN ". DEZE WAARBORG TEN BELOPE VAN 8*586*278*FF, WERD VOOR CNTA GESTELD DOOR ETOILE COMMERCIALE .
3 BIJ DE GOEDKEURING VAN DE REKENINGEN VAN HET EOGFL, AFDELING GARANTIE, VOOR HET BEGROTINGSJAAR 1981, WEIGERDE DE COMMISSIE NADIEN IN HAAR TOT DE FRANSE REPUBLIEK GERICHTE BESCHIKKING*85/456 VAN 28*AUGUSTUS*1985, HET BEDRAG VAN BOVENGENOEMDE STEUN ALS KOMENDE TEN LASTE VAN HET EOGFL TE ERKENNEN .
4 BIJ BRIEF VAN 27*JANUARI*1986 STELDE DE SIDO ETOILE COMMERCIALE IN KENNIS VAN DEZE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE EN STUURDE ZIJ HAAR EEN KOPIE VAN HET SYNTHESEVERSLAG BETREFFENDE DE DOOR DE COMMISSIE VERRICHTE CONTROLES . TEGELIJKERTIJD MAANDE ZIJ HAAR AAN OM DE WAARBORGSOM TE BETALEN, DIE WAS GESTELD VOOR CNTA DIE ZICH SINDS 1983 IN STAAT VAN FAILLISSEMENT BEVOND . ETOILE COMMERCIALE STELDE OP HAAR BEURT CNTA VAN DIT VERZOEK IN KENNIS EN MAAKTE DE SIDO HET BEDRAG OVER, WAARVOOR DEZE LAATSTE WAS GEDEBITEERD OP GROND VAN BESCHIKKING*85/456 VAN DE COMMISSIE .
5 BIJ AFZONDERLIJKE AKTEN, NEERGELEGD KRACHTENS ARTIKEL*91, PARAGRAAF*1, VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING, HEEFT DE COMMISSIE EEN EXCEPTIE VAN NIET-ONTVANKELIJKHEID OPGEWORPEN TEGEN DE ONDERHAVIGE BEROEPEN, WAARBIJ ETOILE COMMERCIALE EN CNTA OPKOMEN TEGEN DE WEIGERING VAN DE COMMISSIE OM DE TOEKENNING VAN DE DESBETREFFENDE STEUN ALS KOMENDE TEN LASTE VAN HET EOGFL TE ERKENNEN EN VERGOEDING VAN DE GELEDEN SCHADE VORDEREN .
6 TOT STAVING VAN DEZE EXCEPTIE VOERT DE COMMISSIE IN HOOFDZAAK AAN :
- DAT VERZOEKSTERS DE IN ARTIKEL*173, DERDE ALINEA, EEG-VERDRAG EN IN ARTIKEL*81, PARAGRAAF*1, VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING GESTELDE BEROEPSTERMIJN NIET IN ACHT HEBBEN GENOMEN;
- DAT DE BESTREDEN BESCHIKKING VERZOEKSTERS NIET RECHTSTREEKS RAAKT IN DE ZIN VAN ARTIKEL*173, TWEEDE ALINEA, AANGEZIEN DE GOEDKEURING VAN DE BETROKKEN REKENINGEN ENKEL DE RELATIE TUSSEN DE LID-STATEN EN DE COMMISSIE BETREFT;
- DAT HET HOF SLECHTS BEVOEGD IS OM UITSPRAAK TE DOEN OVER DE VERGOEDING VAN DE SCHADE, VEROORZAAKT DOOR DE COMMUNAUTAIRE INSTELLINGEN OF HAAR PERSONEELSLEDEN .
7 VOOR EEN NADERE UITEENZETTING VAN DE FEITEN, HET PROCESVERLOOP EN DE MIDDELEN EN ARGUMENTEN VAN PARTIJEN WORDT VERWEZEN NAAR HET RAPPORT TER TERECHTZITTING . DEZE ELEMENTEN VAN HET DOSSIER WORDEN HIERONDER SLECHTS WEERGEGEVEN, VOOR ZOVER DIT NOODZAKELIJK IS VOOR DE REDENERING VAN HET HOF .
DE VERZOEKEN TOT NIETIGVERKLARING VAN BESCHIKKING*85/456
8 MET BETREKKING TOT DE VERZOEKEN TOT GEDEELTELIJKE NIETIGVERKLARING VAN BESCHIKKING*85/456 VAN DE COMMISSIE, ZIJ OPGEMERKT, DAT KRACHTENS ARTIKEL*173, TWEEDE ALINEA, EEG-VERDRAG EEN NATUURLIJKE OF RECHTSPERSOON BEROEP KAN INSTELLEN TEGEN EEN BESCHIKKING GERICHT TOT EEN ANDERE PERSOON, WANNEER DEZE BESCHIKKING HEM RECHTSTREEKS EN INDIVIDUEEL RAAKT .
9 MET BETREKKING TOT DE VRAAG OF VERZOEKSTERS RECHTSTREEKS EN INDIVIDUEEL WORDEN GERAAKT DOOR DE DESBETREFFENDE BESCHIKKING, MOET IN DE EERSTE PLAATS WORDEN VASTGESTELD DAT HIERIN ENKEL HET BEDRAG WORDT VASTGESTELD DAT, IN HET KADER VAN DE GOEDKEURING VAN DE DOOR DE FRANSE REPUBLIEK UIT HOOFDE VAN HET BEGROTINGSJAAR*1981 INGEDIENDE REKENINGEN, ALS KOMENDE TEN LASTE VAN HET EOGFL WORDT ERKEND . ZOWEL UIT DE BEWOORDINGEN VAN DEZE BESCHIKKING ALS UIT VERORDENING NR.*729/70 VAN DE RAAD VAN 21 APRIL 1970 BETREFFENDE DE FINANCIERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID ( PB*1970, L*94, BLZ.*13 ), OP GROND WAARVAN ZIJ IS GEGEVEN, BLIJKT DAT ZIJ ENKEL DE FINANCIELE BETREKKINGEN TUSSEN DE COMMISSIE EN DE FRANSE REPUBLIEK BETREFT .
10 VERZOEKSTERS BETOGEN DAT IN HET ONDERHAVIGE GEVAL DE BESCHIKKING NIETTEMIN RECHTSTREEKSE GEVOLGEN HEEFT GEHAD VOOR HUN SITUATIE, OMDAT DE SIDO ALS GEVOLG VAN DEZE BESCHIKKING GEBRUIK HEEFT GEMAAKT VAN DE MOGELIJKHEID DIE ZIJ ZICH BIJ DE TOEKENNING VAN DE STEUN HAD VOORBEHOUDEN, OM DE TERUGBETALING VAN DE STEUN TE VORDEREN .
11 IN DIT VERBAND MOET WORDEN VASTGESTELD, DAT VOLGENS HET INSTITUTIONELE STELSEL VAN DE GEMEENSCHAP EN DE BEGINSELEN DIE DE BETREKKINGEN TUSSEN DE GEMEENSCHAP EN DE LID-STATEN BEHEERSEN, DEZE LAATSTE, BIJ ONTSTENTENIS VAN EEN ANDERSLUIDENDE BEPALING VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT, TOT TAAK HEBBEN, OP HUN GRONDGEBIED ZORG TE DRAGEN VOOR DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPREGELINGEN, INZONDERHEID IN HET KADER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID ( ZIE ARREST VAN 21*SEPTEMBER 1983, GEVOEGDE ZAKEN*205 TOT EN MET 215/82, DEUTSCHE MILCHKONTOR, JURISPR.*1983, BLZ.*2633 ). IN HET BIJZONDER MET BETREKKING TOT DE FINANCIERINGSACTIES WAARTOE WORDT BESLOTEN IN HET KADER VAN DIT BELEID, DIENEN DE LID-STATEN VOLGENS ARTIKEL*8 VAN VOORNOEMDE VERORDENING NR.*729/70 DE NODIGE MAATREGELEN TE TREFFEN OM DE TEN GEVOLGE VAN ONREGELMATIGHEDEN OF NALATIGHEDEN VERLOREN GEGANE BEDRAGEN TERUG TE VORDEREN .
12 MET BETREKKING TOT DE STEUNREGELING DIE IN HET KADER VAN DE ONDERHAVIGE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING IS INGESTELD, DIENEN BIJGEVOLG DE NATIONALE INSTANTIES ZORG TE DRAGEN VOOR DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPSREGELINGEN EN MOETEN ZIJ TEN AANZIEN VAN DE DESBETREFFENDE MARKTDEELNEMERS DE NODIGE INDIVIDUELE BESLUITEN NEMEN . BIJ DEZE UITVOERING HANDELEN DE LID-STATEN OVEREENKOMSTIG DE REGELS EN MODALITEITEN VAN DE NATIONALE WETGEVING, EVENWEL MET INACHTNEMING VAN DE DOOR HET GEMEENSCHAPSRECHT GETROKKEN GRENZEN ( ZIE ARREST VAN 6*JUNI 1972, ZAAK*94/71, SCHLUETER, JURISPR.*1972, BLZ.*307, EN VOORGENOEMD ARREST VAN 21*SEPTEMBER*1983 ).
13 INDERDAAD WAS IN HET ONDERHAVIGE GEVAL DE TOT DE FRANSE REPUBLIEK GERICHTE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE, WAARBIJ DE BETROKKEN STEUN NIET ALS KOMENDE TEN LASTE VAN HET EOGFL WERD ERKEND, VOOR DE SIDO WELISWAAR AANLEIDING OM DEZE BEDRAGEN TERUG TE VORDEREN . DEZE TERUGVORDERING IS EVENWEL NIET HET RECHTSTREEKSE GEVOLG VAN DE BESTREDEN BESCHIKKING ZELF, DOCH VAN HET FEIT DAT DE SIDO DE DEFINITIEVE TOEKENNING VAN STEUN HAD VERBONDEN AAN DE VOORWAARDE DAT DEZE UITEINDELIJK TEN LASTE ZOU KOMEN VAN HET EOGFL .
14 HIERUIT VOLGT DAT DE BESTREDEN BESCHIKKING VERZOEKSTERS' RECHTSPOSITIE NIET RECHTSTREEKS BEINVLOEDT . DAARBIJ ZIJ ERAAN HERINNERD, DAT DE BESCHERMING VAN DE MARKTDEELNEMERS TEGEN DE INDIVIDUELE BESCHIKKINGEN VAN NATIONALE INSTANTIES OP AFDOENDE WIJZE KAN WORDEN VERZEKERD DOOR DE BEROEPSWEGEN DIE OPENSTAAN VOOR DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIES .
15 BIJGEVOLG ZIJN DE BEROEPEN NIET-ONTVANKELIJK, VOOR ZOVER ZIJ STREKKEN TOT DE GEDEELTELIJKE NIETIGVERKLARING VAN BESCHIKKING*85/456 VAN DE COMMISSIE, EN BEHOEFT NIET TE WORDEN ONDERZOCHT OF ZIJ BINNEN DE IN ARTIKEL*173, DERDE ALINEA, BEPAALDE TERMIJN WERDEN INGESTELD .
DE BEROEPEN TOT SCHADEVERGOEDING
16 DE BEROEPEN STREKKEN VERDER, KRACHTENS DE ARTIKELEN*178 EN 215, TWEEDE ALINEA, EEG-VERDRAG, TOT VERGOEDING VAN DE SCHADE DIE VOORTVLOEIT UIT HET BESLUIT WAARBIJ DE SIDO VAN VERZOEKSTERS TERUGBETALING VORDERDE VAN DE AAN CNTA TOEGEKENDE STEUN .
17 OPMERKING VERDIENT, DAT INGEVOLGE ARTIKEL*178 JUNCTO ARTIKEL*215 EEG-VERDRAG HET HOF SLECHTS BEVOEGD IS MET BETREKKING TOT VERGOEDING VAN SCHADE DIE IS VEROORZAAKT DOOR DE GEMEENSCHAPSINSTELLINGEN OF DOOR AMBTENAREN VAN DE INSTELLINGEN IN DE UITOEFENING VAN HUN FUNCTIE, DAT WIL ZEGGEN DE SCHADE DIE KAN LEIDEN TOT NIET-CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE GEMEENSCHAP . VOOR SCHADE ECHTER DIE DOOR NATIONALE INSTANTIES IS VEROORZAAKT, KUNNEN SLECHTS DEZE INSTANTIES AANSPRAKELIJK ZIJN EN IS ENKEL DE NATIONALE RECHTER BEVOEGD OM VOOR VERGOEDING ERVAN TE ZORGEN ( ZIE ARREST VAN 26*FEBRUARI 1986, ZAAK*175/84, KROHN, JURISPR.*1986, BLZ.*753 ).
18 WANNEER, ZOALS IN HET ONDERHAVIGE GEVAL, HET BEZWARENDE BESLUIT IS GENOMEN DOOR EEN NATIONALE INSTANTIE, DIE DAARBIJ HANDELDE TER UITVOERING VAN EEN GEMEENSCHAPSREGELING, MOET TER BEOORDELING VAN DE BEVOEGDHEID VAN HET HOF WORDEN ONDERZOCHT, OF DE GESTELDE ONWETTIGE HANDELWIJZE WAAROP HET BEROEP TOT SCHADEVERGOEDING IS GEBASEERD, INDERDAAD AAN EEN GEMEENSCHAPSINSTELLING EN NIET AAN DE NATIONALE INSTANTIE MOET WORDEN TOEGESCHREVEN .
19 TOT STAVING VAN HUN BEROEP BEROEPEN VERZOEKSTERS ZICH IN CASU ENKEL OP DE ONWETTIGHEID VAN VOORNOEMDE BESCHIKKING*85/456, WAARBIJ DE COMMISSIE IN HET KADER VAN DE GOEDKEURING VAN DE DOOR DE FRANSE REPUBLIEK UIT HOOFDE VAN HET BEGROTINGSJAAR*1981 INGEDIENDE REKENINGEN HET BEDRAG VASTSTELDE DAT WERD ERKEND ALS KOMENDE TEN LASTE VAN HET EOGFL . ZOALS HIERVOOR EVENWEL IS UITEENGEZET HAD DEZE BESCHIKKING, DIE UITSLUITEND DE INTERNE FINANCIELE BETREKKINGEN TUSSEN DE COMMISSIE EN DE FRANSE REPUBLIEK BETREFT, NIET TOT DOEL EN KON ZIJ NIET TOT GEVOLG HEBBEN, DAT AAN DE SIDO OPDRACHT WERD GEGEVEN OM HET BESLUIT TE NEMEN DAT AAN DE GESTELDE SCHADE TEN GRONDSLAG LIGT . DIT LAATSTE BESLUIT WERD DOOR DE SIDO ALLEEN GENOMEN OP GROND VAN DE HAAR BIJ VERORDENING NR.*729/70 OPGELEGDE ALGEMENE VERPLICHTING OM DE NIET-VERSCHULDIGDE STEUN TERUG TE VORDEREN .
20 GELET OP DEZE OMSTANDIGHEDEN VINDT DE DOOR VERZOEKSTERS AANGEVOERDE SCHADE UITSLUITEND ZIJN OORSPRONG IN HET BESLUIT VAN DE SIDO, EEN NATIONALE INSTANTIE . HET HOF VAN JUSTITIE IS EVENWEL NIET BEVOEGD OM DE VERGOEDING VAN DEZE SCHADE TE VERZEKEREN OP BASIS VAN DE ARTIKELEN*178 EN 215, TWEEDE ALINEA, EEG-VERDRAG .
21 DE BEROEPEN TOT SCHADEVERGOEDING MOETEN MITSDIEN EVENEENS NIET-ONTVANKELIJK WORDEN VERKLAARD .
DE BEROEPEN TOT NIETIGVERKLARING VAN VERORDENING NR.*1204/72
22 SUBSIDIAIR ROEPEN VERZOEKSTERS BIJ WEGE VAN EXCEPTIE OP GROND VAN ARTIKEL*184 EEG-VERDRAG DE NIET-TOEPASSELIJKHEID IN VAN VERORDENING NR.*1204/72 VAN DE COMMISSIE HOUDENDE UITVOERINGSBEPALINGEN INZAKE DE STEUNREGELING VOOR OLIEHOUDENDE ZADEN . BLIJKENS DE RECHTSPRAAK VAN HET HOF ( ZIE ARREST VAN 16*JULI 1981, ZAAK*33/80, ALBINI, JURISPR.*1981, BLZ.*2141 ) VORMT DE IN DIT ARTIKEL GEBODEN MOGELIJKHEID, DE NIET-TOEPASSELIJKHEID VAN EEN VERORDENING IN TE ROEPEN, GEEN AUTONOOM VORDERINGSRECHT EN KAN ZIJ SLECHTS BIJ WEGE VAN INCIDENT WORDEN BENUT . WEGENS DE NIET-ONTVANKELIJKHEID VAN DE HOOFDVORDERINGEN KUNNEN VERZOEKSTERS ZICH NIET OP ARTIKEL*184 BEROEPEN .
23 OM DEZE REDENEN DIENT HET BEROEP IN ZIJN GEHEEL NIET-ONTVANKELIJK TE WORDEN VERKLAARD .
KOSTEN
24 INGEVOLGE ARTIKEL*69, PARAGRAAF*2, VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING MOET DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN WORDEN VERWEZEN . AANGEZIEN VERZOEKSTERS IN HET ONGELIJK ZIJN GESTELD, DIENEN ZIJ IN DE KOSTEN TE WORDEN VERWEZEN .
HET HOF VAN JUSTITIE ( VIJFDE KAMER ),
RECHTDOENDE :
1 ) VERKLAART DE BEROEPEN NIET-ONTVANKELIJK .
2 ) VERWIJST VERZOEKSTER IN DE KOSTEN VAN HET GEDING .