This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61985CJ0432
Judgment of the Court (First Chamber) of 20 May 1987. # Theano Souna v Commission of the European Communities. # Refusal to admit to a competition - Self-employed proof-readers. # Case 432/85.
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 20 mei 1987.
Theano Souna tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Niet-toelating tot een vergelijkend onderzoek - Zelfstandige correctors.
Zaak 432/85.
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 20 mei 1987.
Theano Souna tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Niet-toelating tot een vergelijkend onderzoek - Zelfstandige correctors.
Zaak 432/85.
Jurisprudentie 1987 -02229
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1987:236
ARREST VAN HET HOF (EERSTE KAMER) VAN 20 MEI 1987. - THEANO SOUNA TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - AFWIJZING VAN SOLLICITATIE TOT EEN VERGELIJKEND ONDERZOEK - ONAFHANKELIJKE BEOORDELAARS. - ZAAK 432/85.
Jurisprudentie 1987 bladzijde 02229
Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
++++
1 . AMBTENAREN - AANWERVING - VERGELIJKEND ONDERZOEK - TOELATINGSVOORWAARDEN - LEEFTIJDSGRENS KANDIDATEN - VERHOGING VOOR PERSONEELSLEDEN VAN GEMEENSCHAPPEN - BEGRIP PERSONEELSLID - ZELFSTANDIG CORRECTEUR - DAARVAN UITGESLOTEN
( AMBTENARENSTATUUT, BIJLAGE III, ARTIKEL 1, LID*1, SUB*G )
2 . AMBTENAREN - BEROEP - PROCESBELANG - MIDDEL ONTLEEND AAN SCHENDING VAN WEZENLIJKE VORMVOORSCHRIFTEN - GEBONDEN BEVOEGDHEID VAN ADMINISTRATIE - ONDOELTREFFEND MIDDEL
( AMBTENARENSTATUUT, ARTIKEL 91 )
1 . WANNEER CONFORM ARTIKEL 1, LID 1, SUB*G, VAN BIJLAGE*III BIJ HET AMBTENARENSTATUUT DE AANKONDIGING VAN HET VERGELIJKEND ONDERZOEK DE LEEFTIJDSGRENS VOOR DE KANDIDATEN VERMELDT EN IN EEN VERHOGING VOORZIET VOOR PERSONEELSLEDEN DIE REEDS TEN MINSTE EEN JAAR IN DIENST ZIJN, MOET HET WOORD "PERSONEELSLID" ALDUS WORDEN UITGELEGD, DAT DIT ENERZIJDS DE AMBTENAREN VAN DE GEMEENSCHAPPEN OMVAT EN ANDERZIJDS DE "ANDERE PERSONEELSLEDEN" IN DE ZIN VAN ARTIKEL*1 VAN DE REGELING WELKE VAN TOEPASSING IS OP DE ANDERE PERSONEELSLEDEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, TE WETEN DE TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN, DE HULPFUNCTIONARISSEN, DE PLAATSELIJKE FUNCTIONARISSEN EN DE BIJZONDERE ADVISEURS . EEN ZELFSTANDIG CORRECTOR DIE OP VERZOEK DIENSTEN VERRICHT, VALT NIET ONDER EEN VAN DEZE CATEGORIEEN .
2 . EEN VERZOEKER HEEFT GEEN ENKEL WETTIG BELANG BIJ NIETIGVERKLARING VAN EEN BESLUIT WEGENS VORMGEBREK, WANNEER DE ADMINISTRATIE OVER GEEN ENKELE BEOORDELINGSRUIMTE BESCHIKT EN GEHOUDEN IS TE HANDELEN ZOALS ZIJ HEEFT GEDAAN . IN EEN DERGELIJK GEVAL ZOU DE NIETIGVERKLARING VAN HET BESTREDEN BESLUIT IMMERS SLECHTS KUNNEN LEIDEN TOT DE VASTSTELLING VAN EEN NIEUW BESLUIT DAT TEN GRONDE VOLLEDIG GELIJK IS AAN HET NIETIGVERKLAARDE BESLUIT .
IN ZAAK 432/85,
TH.*SOUNA, ZELFSTANDIG CORRECTRICE, DIE OP VERZOEK DIENSTEN VERRICHT VOOR HET PUBLIKATIEBUREAU VAN DE COMMISSIE, VERTEGENWOORDIGD DOOR V.*BIEL, ADVOCAAT TE LUXEMBURG, DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE DIENS KANTORE, 18A, RUE DES GLACIS,
VERZOEKSTER,
TEGEN
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, VERTEGENWOORDIGD DOOR HAAR JURIDISCH ADVISEUR D.*GOULOUSSIS ALS GEMACHTIGDE, DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ G.*KREMLIS, LID VAN HAAR JURIDISCHE DIENST, BATIMENT JEAN MONNET, KIRCHBERG,
VERWEERSTER,
BETREFFENDE EEN BEROEP TOT NIETIGVERKLARING VAN HET BESLUIT VAN DE JURY VAN ALGEMEEN VERGELIJKEND ONDERZOEK COM/B/416 OM VERZOEKSTER NIET TOT HET VERGELIJKEND ONDERZOEK TOE TE LATEN,
WIJST
HET HOF VAN JUSTITIE ( EERSTE KAMER ),
ADVOCAAT-GENERAAL : SIR GORDON SLYNN
GRIFFIER : D.*LOUTERMAN, ADMINISTRATEUR
GEZIEN HET RAPPORT TER TERECHTZITTING EN TEN VERVOLGE OP DE MONDELINGE BEHANDELING OP 11*DECEMBER*1986,
GEHOORD DE CONCLUSIE VAN DE ADVOCAAT-GENERAAL TER TERECHTZITTING VAN 24*FEBRUARI*1987,
HET NAVOLGENDE
ARREST
1 BIJ VERZOEKSCHRIFT, INGEKOMEN TER GRIFFIE VAN HET HOF OP 23*DECEMBER 1985, HEEFT TH.*SOUNA, ZELFSTANDIG CORRECTRICE, DIE OP VERZOEK DIENSTEN VERRICHT VOOR HET BUREAU VOOR OFFICIELE PUBLIKATIES VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, BEROEP INGESTELD TOT NIETIGVERKLARING VAN HET BESLUIT VAN DE JURY VAN ALGEMEEN VERGELIJKEND ONDERZOEK COM/B/416 ( PB*1985, C*43, BLZ.*16 ) VAN 26*SEPTEMBER 1985 OM VERZOEKSTER NIET TOT HET VERGELIJKEND ONDERZOEK TOE TE LATEN, ALSMEDE TOT VERGOEDING VAN DE MORELE SCHADE DIE HAAR DOOR DE BESTREDEN HANDELING WAS BEROKKEND .
2 IN DE AANKONDIGING VAN HET VERGELIJKEND ONDERZOEK WAS BEPAALD DAT DE KANDIDATEN GEBOREN MOESTEN ZIJN NA 15*FEBRUARI 1949 EN VOOR 16*FEBRUARI 1967 . DAARAAN WAS TOEGEVOEGD DAT DE LEEFTIJDSGRENS NIET GOLD VOOR KANDIDATEN DIE TUSSEN 15*FEBRUARI 1985 EN 29*MAART 1985 SEDERT TEN MINSTE EEN JAAR, ZONDER ONDERBREKING, AMBTENAAR OF ANDER PERSONEELSLID WAREN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN . DEZE UITZONDERING OP DE LEEFTIJDSGRENS WAS GEBASEERD OP ARTIKEL*1, LID*1, SUB*G, VAN BIJLAGE*III BIJ HET STATUUT VAN DE AMBTENAREN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ( HIERNA : HET STATUUT ), NAAR LUID WAARVAN DE AANKONDIGING VAN EEN VERGELIJKEND ONDERZOEK "ZO NODIG DE LEEFTIJDSGRENS ALSMEDE DE TOEGESTANE VERHOGING DAARVAN VOOR DE ANDERE PERSONEELSLEDEN DIE REEDS TEN MINSTE EEN JAAR IN DIENST ZIJN" VERMELDT . VOORTS WAS IN DE AANKONDIGING VAN HET VERGELIJKEND ONDERZOEK VOORZIEN IN EEN VERHOGING VAN DE LEEFTIJDSGRENS VOOR KANDIDATEN DIE GEDURENDE TEN MINSTE EEN JAAR GEEN BEROEPSBEZIGHEID HADDEN UITGEOEFEND TEN EINDE VOOR EEN JONG KIND TE ZORGEN, HUN MILITAIRE DIENSTPLICHT HADDEN VERVULD OF LICHAMELIJK GEHANDICAPT WAREN .
3 OP 6*AUGUSTUS*1985 DEELDE HET HOOFD VAN DE AFDELING "AANWERVING" VAN DE COMMISSIE SOUNA MEE DAT DE JURY VAN ALGEMEEN VERGELIJKEND ONDERZOEK COM/B/416 HAD GEWEIGERD HAAR TOT DE EXAMENS TOE TE LATEN OP GROND DAT ZIJ DE IN DE AANKONDIGING VAN HET VERGELIJKEND ONDERZOEK GESTELDE LEEFTIJDSGRENS OVERSCHREED EN NIET AAN DE VOORWAARDEN VOLDEED OM IN AANMERKING TE KOMEN VOOR DE VERHOGING VAN DE LEEFTIJDSGRENS, DIE WAS VOORZIEN VOOR KANDIDATEN DIE GEDURENDE TEN MINSTE EEN JAAR GEEN BEROEPSBEZIGHEID HADDEN UITGEOEFEND TEN EINDE VOOR EEN JONG KIND TE ZORGEN, HUN MILITAIRE DIENSTPLICHT HADDEN VERVULD OF LICHAMELIJK GEHANDICAPT WAREN .
4 OP 24*AUGUSTUS*1985 VERZOCHT SOUNA OM HERZIENING VAN DAT BESLUIT EN BERIEP ZICH DAARBIJ OP DE UITZONDERING OP DE LEEFTIJDSGRENS, DIE WAS VOORZIEN VOOR KANDIDATEN DIE SEDERT TEN MINSTE EEN JAAR, ZONDER ONDERBREKING, AMBTENAAR OF ANDER PERSONEELSLID VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WAREN .
5 OP 26*SEPTEMBER*1985 DEELDE HET HOOFD VAN DE AFDELING "AANWERVING" HAAR MEE DAT DE JURY VAN HET VERGELIJKEND ONDERZOEK BIJ HAAR BESLUIT BLEEF OM HAAR NIET TOT DE EXAMENS TOE TE LATEN, OP GROND DAT ZIJ IN DE AANKONDIGING VAN HET VERGELIJKEND ONDERZOEK GESTELDE LEEFTIJDSGRENS OVERSCHREED .
6 OP 23*DECEMBER*1985 HEEFT SOUNA HET ONDERHAVIGE BEROEP INGESTELD .
7 VOOR EEN NADERE UITEENZETTING VAN DE FEITEN EN VAN DE MIDDELEN EN ARGUMENTEN VAN PARTIJEN WORDT VERWEZEN NAAR HET RAPPORT TER TERECHTZITTING .
DE ONTVANKELIJKHEID
8 DE COMMISSIE BETOOGT DAT HET BESTREDEN BESLUIT EEN LOUTERE BEVESTIGING IS VAN HET BESLUIT VAN 6*AUGUSTUS1985, ZODAT HET BEROEP TE LAAT IS INGESTELD .
9 TE DEZEN ZIJ OPGEMERKT DAT DE COMMISSIE IN HET BESTREDEN BESLUIT STILZWIJGEND HEEFT BESLIST, DAT EEN UITZONDERING OP DE LEEFTIJDSGRENS -*WAAROVER ZIJ GEEN UITSPRAAK HAD GEDAAN IN HAAR BESLUIT VAN 6*AUGUSTUS*1985 *- NIET IN AANMERKING KWAM . DERHALVE IS HET BESTREDEN BESLUIT GEEN LOUTERE BEVESTIGING VAN HET EERSTGENOEMDE . HET BEROEP IS BINNEN DRIE MAANDEN NA DE BETEKENING VAN HET BESTREDEN BESLUIT, DUS BINNEN DE TERMIJN INGESTELD .
TEN GRONDE
10 ALS EERSTE MIDDEL VOERT SOUNA AAN DAT HET BESTREDEN BESLUIT IN STRIJD IS MET HET BEGINSEL "PATERE LEGEM QUAM IPSE FECISTI", AANGEZIEN ZIJ VOLGENS DIT BESLUIT NIET IN AANMERKING KOMT VOOR DE UITZONDERING DIE IN DE AANKONDIGING VAN HET VERGELIJKEND ONDERZOEK WAS VOORZIEN VOOR AMBTENAREN EN ANDERE PERSONEELSLEDEN DIE SEDERT TEN MINSTE EEN JAAR ZONDER ONDERBREKING IN DIENST WAREN, TERWIJL ZELFSTANDIGE CORRECTORS DIE OP VERZOEK DIENSTEN VERRICHTEN OOK PERSONEELSLID VAN DE GEMEENSCHAPPEN ZIJN EN ZIJ AAN HET VEREISTE INZAKE DE DUUR VAN DE DIENST VOLDOET .
11 WAT DIT AANGAAT ZIJ OPGEMERKT DAT, GELIJK DE COMMISSIE ERKENT, SOUNA GEDURENDE DE PERIODE HEEFT GEWERKT DIE IN DE AANKONDIGING VAN HET VERGELIJKEND ONDERZOEK WERD VEREIST OM IN AANMERKING TE KUNNEN KOMEN VOOR DE UITZONDERING WAAROP ZIJ AANSPRAAK MAAKT .
12 AANGEZIEN DE BETROKKEN UITZONDERING IS GEBASEERD OP ARTIKEL*1, LID*1, SUB*G, VAN BIJLAGE*III BIJ HET STATUUT, NAAR LUID WAARVAN DE AANKONDIGING ZONODIG DE LEEFTIJDSGRENS ALSMEDE DE TOEGESTANE VERHOGING DAARVAN VOOR DE ANDERE PERSONEELSLEDEN DIE REEDS TEN MINSTE EEN JAAR IN DIENST ZIJN MOET VERMELDEN, DIENT TE WORDEN ONDERZOCHT OF SOUNA PERSONEELSLID IS IN DE ZIN VAN DIE BEPALING .
13 HET WOORD "PERSONEELSLID" MOET ALDUS WORDEN UITGELEGD, DAT DIT ENERZIJDS DE AMBTENAREN VAN DE GEMEENSCHAPPEN OMVAT EN ANDERZIJDS DE "ANDERE PERSONEELSLEDEN" IN DE ZIN VAN ARTIKEL*1 VAN DE REGELING WELKE VAN TOEPASSING IS OP DE ANDERE PERSONEELSLEDEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, TE WETEN DE TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN, DE HULPFUNCTIONARISSEN, DE PLAATSELIJKE FUNCTIONARISSEN EN DE BIJZONDERE ADVISEURS .
14 AANGEZIEN SOUNA NIET IN EEN VAN DEZE HOEDANIGHEDEN IS AANGEWORVEN, DOCH ALS ZELFSTANDIG CORRECTRICE DIE OP VERZOEK DIENSTEN VERRICHT, KAN ZIJ GEEN AANSPRAAK MAKEN OP DE UITZONDERING OP DE LEEFTIJDSGRENS DIE IN DE AANKONDIGING VAN HET VERGELIJKEND ONDERZOEK IS VOORZIEN VOOR AMBTENAREN EN ANDERE PERSONEELSLEDEN VAN DE GEMEENSCHAPPEN, DIE SEDERT TEN MINSTE EEN JAAR IN DIENST ZIJN . DE IN DE AANKONDIGING VAN HET VERGELIJKEND ONDERZOEK VOORZIENE UITZONDERING IS IN HET BESTREDEN BESLUIT DUS JUIST UITGELEGD .
15 MITSDIEN MOET HET MIDDEL, ONTLEEND AAN SCHENDING VAN HET BEGINSEL "PATERE LEGEM QUAM IPSE FECISTI", WORDEN VERWORPEN .
16 ALS TWEEDE MIDDEL VOERT SOUNA AAN DAT HET BESLUIT DISCRIMINEREND IS EN IN STRIJD IS MET DE GOEDE TROUW DIE DE ADMINISTRATIE JEGENS HAAR PERSONEELSLEDEN VERSCHULDIGD IS, OMDAT HAAR EEN VOORDEEL WORDT ONTHOUDEN DAT CORRECTORS GENIETEN, DIE AMBTENAAR OF ANDER PERSONEELSLID VAN DE GEMEENSCHAPPEN ZIJN, OFSCHOON SOUNA HAAR WERK IN DEZELFDE OMSTANDIGHEDEN HEEFT VERRICHT ALS ZIJ, MET NAME WAT HET WERKROOSTER, HET TOEZICHT EN DE ARBEIDSPLAATS BETREFT .
17 TE DEZEN ZIJ OPGEMERKT DAT HET BESTREDEN BESLUIT IS GEBASEERD OP EEN BEPALING VAN HET STATUUT, WAARVAN DE ONWETTIGHEID NIET IS INGEROEPEN .
18 MITSDIEN DIENT HET TWEEDE MIDDEL TE WORDEN VERWORPEN .
19 ALS DERDE MIDDEL VOERT SOUNA AAN DAT HET BESLUIT NIET MET REDENEN IS OMKLEED, OMDAT DAARIN NIET WORDT VERKLAARD, WAAROM ZIJ NIET IN AANMERKING KOMT VOOR DE UITZONDERING WAAROP ZIJ ZICH IN HAAR VERZOEK OM HERZIENING VAN 24*AUGUSTUS 1985 HEEFT BEROEPEN .
20 OPGEMERKT ZIJ DAT DE COMMISSIE, GELET OP DE BEPALING VAN HET STATUUT WAAROP HET BESTREDEN BESLUIT IS GEBASEERD, NIET ANDERS KON BESLISSEN DAN ZIJ HEEFT GEDAAN . ER ZIJ OP GEWEZEN, DAT EEN VERZOEKER GEEN ENKEL WETTIG BELANG HEEFT BIJ NIETIGVERKLARING VAN EEN BESLUIT WEGENS VORMGEBREK, WANNEER DE ADMINISTRATIE OVER GEEN ENKELE BEOORDELINGSRUIMTE BESCHIKT EN GEHOUDEN IS TE HANDELEN ZOALS ZIJ HEEFT GEDAAN . IN EEN DERGELIJK GEVAL ZOU DE NIETIGVERKLARING VAN HET BESTREDEN BESLUIT IMMERS SLECHTS KUNNEN LEIDEN TOT DE VASTSTELLING VAN EEN NIEUW BESLUIT DAT TEN GRONDE VOLLEDIG GELIJK IS AAN HET NIETIGVERKLAARDE BESLUIT ( ARREST VAN 6*JULI 1983, ZAAK*117/81, JURISPR.*1983, BLZ.*2191, R.O.*7 ).
21 MITSDIEN MOET HET MIDDEL, ONTLEEND AAN HET ONTBREKEN VAN MOTIVERING, WORDEN VERWORPEN .
22 DE EIS TOT VERGOEDING VAN DE MORELE SCHADE DIE SOUNA STELT DOOR HET BESTREDEN BESLUIT TE HEBBEN GELEDEN, MOET WORDEN VERWORPEN, AANGEZIEN BIJ HET ONDERZOEK VAN HET BESTREDEN BESLUIT NIET VAN ENIGE ONWETTIGHEID IS GEBLEKEN .
KOSTEN
23 INGEVOLGE ARTIKEL*69, PARAGRAAF*2, VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING MOET DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN WORDEN VERWEZEN . VOLGENS ARTIKEL*70 VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING BLIJVEN ECHTER DE KOSTEN DOOR DE INSTELLINGEN TER ZAKE VAN BEROEPEN VAN PERSONEELSLEDEN DER GEMEENSCHAPPEN GEMAAKT, TE HAREN LASTE .
HET HOF VAN JUSTITIE ( EERSTE KAMER ),
RECHTDOENDE :
1 ) VERWERPT HET BEROEP .
2 ) VERSTAAT DAT ELK DER PARTIJEN DE EIGEN KOSTEN ZAL DRAGEN .