61984J0144

1 . AMBTENAREN - PLAATS VAN HERKOMST - GEWOONLIJKE VERBLIJFPLAATS VOOR AANWERVING - VERSCHILLENDE BEGRIPPEN - BEPALING VAN PLAATS VAN HERKOMST - CRITERIA - CENTRUM VAN BELANGEN VAN AMBTENAAR

( AMBTENARENSTATUUT , BIJLAGE VII , ARTIKEL 7 , LID 3 )

2 . AMBTENAREN - PLAATS VAN HERKOMST - CENTRUM VAN BELANGEN - BEPALING - CRITERIA - FAMILIEBANDEN EN VERMOGENSRECHTELIJKE BANDEN VAN DUURZAME AARD

( AMBTENARENSTATUUT , BIJLAGE VII , ARTIKEL 7 , LID 3 )

1 . HET BEGRIP PLAATS VAN HERKOMST , BEDOELD IN ARTIKEL 7 , LID 3 , EERSTE ALINEA VAN BIJLAGE VII BIJ HET STATUUT , IS EEN TECHNISCH BEGRIP , DAT WORDT GEBRUIKT OM BEPAALDE GELDELIJKE RECHTEN VAN DE AMBTENAAR VAST TE STELLEN , ZODAT DE PLAATS VAN HERKOMST VAN DE AMBTENAAR NIET SAMENVALT MET DE PLAATS WAAR DEZE VOOR ZIJN AANWERVING BLIJVEND WOONDE EN ZIJN BEROEPSWERKZAAMHEDEN UITOEFENDE .

VOLGENS GENOEMDE BEPALING WORDT DE PLAATS VAN HERKOMST VAN DE AMBTENAAR BIJ ZIJN INDIENSTTREDING VASTGESTELD , WAARBIJ WORDT REKENING GEHOUDEN MET DE PLAATS VAN AANWERVING OF MET DE PLAATS DIE HET CENTRUM VAN ZIJN BELANGEN VORMT . DIT LAATSTE BEGRIP BERUST OP HET ALGEMEEN RECHTSBEGINSEL VAN DE OPENBARE DIENST , DAT DE AMBTENAAR ONDANKS ZIJN INDIENSTTREDING EN DE AFSTAND TUSSEN DE STANDPLAATS EN DE PLAATS WAAR HIJ ZIJN VOORNAAMSTE BELANGEN HEEFT , ZIJN PERSOONLIJKE BANDEN MET LAATSTGENOEMDE PLAATS IN STAND MOET KUNNEN HOUDEN .

2.VOOR DE BEPALING VAN HET CENTRUM VAN BELANGEN VAN DE AMBTENAAR , IN DE ZIN VAN ARTIKEL 7 , LID 3 , VAN BIJLAGE VII BIJ HET STATUUT , KAN DE WERKELIJKE ECHTELIJKE EN GEZINSWOONPLAATS VAN DE ECHTGENOTEN VOOR DE INDIENSTTREDING VAN BEIDEN OF VAN EEN VAN HEN , ALS VOORNAAMSTE FAMILIEBAND , NIET BUITEN BESCHOUWING WORDEN GELATEN . HIERTOE KAN EVENEENS REKENING WORDEN GEHOUDEN MET ANDERE VERMOGENSRECHTELIJKE BANDEN VAN DUURZAME AARD DAN EEN IN DE OPENBARE REGISTERS INGESCHREVEN ZAKELIJK RECHT .

IN ZAAK 144/84 ,

CLAUDIA DE ANGELIS , AMBTENAAR VAN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , WONENDE TE BRUSSEL , VERTEGENWOORDIGD DOOR J.-N . LOUIS , ADVOCAAT TE BRUSSEL , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG TEN KANTORE VAN N . DECKER , ADVOCAAT ALDAAR , AVENUE MARIE-THERESE 16 ,

VERZOEKSTER ,

TEGEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , VERTEGENWOORDIGD DOOR HAAR JURIDISCH ADVISEUR D . GOULOUSSIS EN M.-A . CONINSX , LID VAN HAAR JURIDISCHE DIENST , ALS GEMACHTIGDEN , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ M . BESCHEL , LID VAN HAAR JURIDISCHE DIENST , BATIMENT JEAN MONNET , KIRCHBERG ,

VERWEERSTER ,

BETREFFENDE HET BESLUIT VAN DE COMMISSIE VAN 9 AUGUSTUS 1983 WAARBIJ HET VERZOEK VAN VERZOEKSTER OM ISCHIA ALS HAAR PLAATS VAN HERKOMST VAST TE STELLEN UITDRUKKELIJK WORDT AFGEWEZEN ,

1 BIJ VERZOEKSCHRIFT , INGEKOMEN TER GRIFFIE VAN HET HOF OP 7 JUNI 1984 , HEEFT CLAUDIA DE ANGELIS , AMBTENAAR BIJ DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , BEROEP INGESTELD STREKKENDE TOT NIETIGVERKLARING VAN HET BESLUIT VAN DE COMMISSIE VAN 9 AUGUSTUS 1983 , HOUDENDE AFWIJZING VAN HET VERZOEK VAN VERZOEKSTER OM ISCHIA ( ITALIE ) ALS HAAR ' ' PLAATS VAN HERKOMST ' ' VAST TE STELLEN , ZULKS TER BEPALING VAN DE AAN DIT BEGRIP VERBONDEN STATUTAIRE RECHTEN INZAKE REIZEN EN VERLOVEN .

2 VERZOEKSTER , VAN ITALIAANSE NATIONALITEIT , WONENDE TE BRUSSEL IS OP 1 DECEMBER 1982 AANGESTELD TOT AMBTENAAR BIJ DE COMMISSIE EN TEWERKGESTELD TE BRUSSEL . SEDERT 22 MEI 1969 IS ZIJ NAAR ITALIAANS RECHT IN GEMEENSCHAP VAN GOEDEREN GEHUWD MET F . DE ANGELIS , SEDERT 1 APRIL 1970 EVENEENS AMBTENAAR VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN TEWERKGESTELD TE BRUSSEL . TOT LAATSTGENOEMDE DATUM HADDEN VERZOEKSTER EN HAAR ECHTGENOOT HUN ECHTELIJKE WOONPLAATS TE ISCHIA ( ITALIE ).

3 BIJ NOTA VAN 11 APRIL 1983 DIENDE VERZOEKSTER OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 90 , LID 1 , VAN HET STATUUT BIJ HET TOT AANSTELLING BEVOEGDE GEZAG EEN VERZOEK IN IN PLAATS VAN BRUSSEL , DE PLAATS VAN HAAR AANWERVING , ISCHIA ALS HAAR PLAATS VAN HERKOMST VAST TE STELLEN . BIJ DIT VERZOEK WAREN BEWIJSSTUKKEN GEVOEGD , ONDER MEER EEN VERKLARING VAN DE GEMEENTE ISCHIA DAT DE ECHTGENOTEN DE ANGELIS IN DEZE GEMEENTE EIGENAAR WAREN .

4 DIT VERZOEK WAS GEGROND OP ARTIKEL 7 , LID 3 , EERSTE ALINEA , VAN BIJLAGE VII BIJ HET STATUUT , BETREFFENDE DE VASTSTELLING OF DE WIJZIGING VAN DE PLAATS VAN HERKOMST , WAARIN IS BEPAALD :

' ' DE PLAATS VAN HERKOMST VAN DE AMBTENAAR WORDT BIJ ZIJN INDIENSTTREDING VASTGESTELD ; HIERBIJ WORDT REKENING GEHOUDEN MET DE PLAATS VAN AANWERVING OF MET DE PLAATS DIE HET CENTRUM VAN ZIJN BELANGEN VORMT . DEZE VASTSTELLING KAN LATER , GEDURENDE DE TIJD WAARIN DE AMBTENAAR IN DIENST IS , EN TER GELEGENHEID VAN ZIJN VERTREK , BIJ BIJZONDER BESLUIT VAN HET TOT AANSTELLING BEVOEGDE GEZAG WORDEN HERZIEN . ZOLANG DE AMBTENAAR IN DIENST IS , KAN DIT BESLUIT ECHTER SLECHTS BIJ UITZONDERING WORDEN GENOMEN NA OVERLEGGING VAN BEWIJSSTUKKEN DIE ZIJN VERZOEK DEUGDELIJK STAVEN . ' '

5 ARTIKEL 7 , LID 3 , VAN BIJLAGE VII BIJ HET STATUUT IS NADER UITGEWERKT IN HET BESLUIT VAN DE COMMISSIE VAN 15 JULI 1980 HOUDENDE ALGEMENE UITVOERINGSBEPALINGEN BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 7 , LID 3 , VAN BIJLAGE VII BIJ HET STATUUT VAN DE AMBTENAREN . IN ARTIKEL 2 VAN DIT BESLUIT IS BEPAALD :

' ' 1 ) BIJ DE INDIENSTTREDING VAN DE AMBTENAAR WORDT DE PLAATS VAN AANWERVING AANGEMERKT ALS ZIJN PLAATS VAN HERKOMST .

OP VERZOEK VAN DE AMBTENAAR GEDAAN BINNEN EEN JAAR NA ZIJN INDIENSTTREDING EN OP GROND VAN BEWIJSSTUKKEN WORDT HET CENTRUM VAN ZIJN BELANGEN VASTGESTELD ALS ZIJN PLAATS VAN HERKOMST , INDIEN DAT CENTRUM NIET SAMENVALT MET DE PLAATS VAN AANWERVING .

2)TER TOEPASSING VAN DIT BESLUIT WORDT VERSTAAN ONDER :

- PLAATS VAN AANWERVING , DE PLAATS WAAR DE AMBTENAAR TEN TIJDE VAN ZIJN AANWERVING ZIJN GEWOONLIJKE VERBLIJFPLAATS HAD . ALS GEWOONLIJKE VERBLIJFPLAATS KUNNEN NIET WORDEN AANGEMERKT VOORLOPIGE VERBLIJFPLAATSEN , MET NAME VERBLIJFPLAATSEN IN VERBAND MET STUDIE , MILITAIRE DIENST , STAGES OF TOERISME .

-CENTRUM VAN BELANGEN , DE PLAATS WAAR DE AMBTENAAR :

A ) ZIJN VOORNAAMSTE FAMILIEBANDEN HEEFT , DIE BEHOUDENS NAAR BEHOREN GESTAAFDE UITZONDERINGSGEVALLEN , WORDEN GEVORMD DOOR :

- ZIJN VADER EN MOEDER OF EEN VAN BEIDEN , OF BIJ ONTSTENTENIS , ZIJN GROOTOUDERS OF EEN VAN BEIDEN , OF BIJ ONTSTENTENIS ZIJN SCHOONOUDERS OF EEN VAN BEIDEN , OF BIJ ONTSTENTENIS ZIJN BROERS OF ZUSTERS ,

OF

-ZIJN KINDEREN , OF EEN OF MEER ZIJNER KINDEREN ;

B)VERMOGENSRECHTELIJKE BANDEN HEEFT IN DE VORM VAN ONROERENDE GOEDEREN , NAMELIJK HUIZEN OF GEDEELTEN DAARVAN ;

C)ZIJN VOORNAAMSTE BELANGEN , ZOWEL ACTIEVE ALS PASSIEVE , ALS BURGER HEEFT .

VOLDOET EEN EN DEZELFDE PLAATS NIET AAN DE SUB A ), B ) EN C ) GENOEMDE DRIE CRITERIA , DAN WORDT HET CENTRUM VAN DE BELANGEN VAN DE AMBTENAAR GEACHT TE ZIJN DE PLAATS WELKE AAN TEN MINSTE TWEE VAN DEZE DRIE CRITERIA VOLDOET , OF BIJ ONTSTENTENIS , DE PLAATS VAN DE VOORNAAMSTE FAMILIEBANDEN , DIE IN DIT GEVAL UITSLUITEND WORDEN GEVORMD DOOR DE VADER , DE MOEDER OF DE KINDEREN VAN DE AMBTENAAR .

3)WANNEER ER GEEN CENTRUM VAN BELANGEN VOLGENS DE IN LID 2 , TWEEDE STREEPJE , GENOEMDE CRITERIA BESTAAT , WORDT DE PLAATS VAN AANWERVING VASTGESTELD ALS DE PLAATS VAN HERKOMST VAN DE AMBTENAAR .

... ' ' .

6 BIJ NOTA VAN 9 AUGUSTUS 1983 WEES HET HOOFD VAN DE AFDELING ' ' ADMINISTRATIEVE EN FINANCIELE RECHTEN ' ' VAN DE COMMISSIE , HANDELENDE IN DE HOEDANIGHEID VAN TOT AANSTELLING BEVOEGD GEZAG , VERZOEKSTERS VERZOEK AF , OP GROND DAT ZONDER OVERLEGGING VAN EEN WETTIG EIGENDOMSBEWIJS WAARUIT BLEEK DAT HET ONROEREND GOED DAT VERZOEKSTER VERKLAARDE TE ISCHIA TE BEZITTEN , HAAR SEDERT HAAR INDIENSTTREDING GEHEEL OF TEN DELE IN EIGENDOM TOEBEHOORDE , ISCHIA NIET ALS HAAR PLAATS VAN HERKOMST KON WORDEN VASTGESTELD . DEZE AFWIJZING IS NADER VERDUIDELIJKT BIJ EEN NOTA VAN 12 OKTOBER 1983 VAN HETZELFDE AFDELINGSHOOFD , VOLGENS WELKE ' ' ALLEEN EEN UITTREKSEL UIT HET KADASTER OF EEN NOTARIELE AKTE WAARUIT BLIJKT DAT IEMAND EIGENAAR IS VAN EEN ONROEREND GOED , KUNNEN WORDEN ERKEND ALS WETTIGE EIGENDOMSBEWIJZEN IN DE ZIN VAN DE BEDOELDE STATUTAIRE BEPALINGEN ' ' .

7 BIJ EEN OP 8 NOVEMBER 1983 BIJ DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE INGESCHREVEN NOTA , DIENDE VERZOEKSTER TEGEN VORENGENOEMDE NOTA VAN 9 AUGUSTUS 1983 EEN KLACHT IN , STREKKENDE TOT VASTSTELLING VAN ISCHIA ALS HAAR PLAATS VAN HERKOMST .

8 VERZOEKSTERS KLACHT IS NIET BINNEN DE BIJ ARTIKEL 90 VAN HET STATUUT GESTELDE TERMIJN BEANTWOORD .

9 VERZOEKSTER WIJST EROP , DAT HET CENTRUM VAN BELANGEN VAN EEN AMBTENAAR WORDT BEPAALD DOOR ZIJN FAMILIEBANDEN EN VERMOGENSRECHTELIJKE BANDEN , ALSMEDE DOOR ZIJN BELANGEN ALS BURGER . TER ZAKE VAN HAAR BELANGEN ALS BURGER BEROEPT VERZOEKSTER ZICH OP HAAR ITALIAANSE NATIONALITEIT , HAAR INSCHRIJVING IN HET BEVOLKINGSREGISTER EN OP DE KIEZERSLIJSTEN VAN DE GEMEENTE ISCHIA . WAT HAAR FAMILIEBANDEN BETREFT , WIJST VERZOEKSTER EROP DAT ZIJ EN HAAR ECHTGENOOT IN GEMEENSCHAPPELIJKE OVEREENSTEMMING HUN ECHTELIJKE EN GEZINSWOONPLAATS HEBBEN GEVESTIGD TE ISCHIA , DAT ALS PLAATS VAN HERKOMST VAN HAAR ECHTGENOOT IS VASTGESTELD .

10 WAT DE VERMOGENSRECHTELIJKE BANDEN BETREFT , MERKT VERZOEKSTER OP DAT ZIJ DAADWERKELIJK BANDEN HEEFT , BESTAANDE IN EEN GEHEEL VAN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN DIE BETREKKING HEBBEN OP EEN HUIS . ZIJ BETOOGT DAT ZIJ IN 1975 MET HAAR ECHTGENOOT TE ISCHIA EEN HUIS HEEFT VERGROOT EN INGERICHT DAT HAAR ECHTGENOOT VOOR HUN HUWELIJK HAD LATEN BOUWEN . DE WERKZAAMHEDEN ZOUDEN ZIJN GEFINANCIERD DOOR EEN ONDER HUN HUWELIJKSGOEDERENREGELING GESLOTEN GEMEENSCHAPPELIJKE LENING . DE HUWELIJKSGEMEENSCHAP ZOU TEN AANZIEN VAN DIT HUIS DUS EEN VORDERINGSRECHT HEBBEN . VERZOEKSTER VOEGT HIERAAN TOE DAT ZIJ INGEVOLGE DE ITALIAANSE WETGEVING GERECHTIGD IS , DIT HUIS TE BEWONEN EN ER GEBRUIK VAN TE MAKEN , ALSMEDE ZICH TEGEN VERKOOP VAN DIT HUIS KAN VERZETTEN , HETGEEN BEHOORT TOT HET ZAKELIJK RECHT . VERZOEKSTER BEKLEMTOONT TENSLOTTE DAT ZIJ VOLGENS HET ITALIAANSE BURGERLIJK WETBOEK EEN ZAKELIJK RECHT VAN EIGENDOM ZOU ERVEN .

11 VOORTS MERKT VERZOEKSTER OP DAT DE WEIGERING OM ISCHIA ALS HAAR PLAATS VAN HERKOMST VAST TE STELLEN , ZOALS VOOR HAAR ECHTGENOOT WAS GEDAAN , LEIDT TOT EEN ONGERECHTVAARDIGDE SCHEIDING VAN HAAR GEZIN DOORDAT DE DUUR VAN HET VERLOF VAN HAAR ECHTGENOOT MET VIJF REISDAGEN WORDT VERLENGD . HET IS IMMERS ONDENKBAAR , DAT SAMENWONENDE ECHTGENOTEN HUN CENTRUM VAN BELANGEN OP VERSCHILLENDE PLAATSEN VESTIGEN . DE HANDELING VAN DE COMMISSIE BLIJKT TEGENSTRIJDIG : ZIJ HEEFT AAN VERZOEKSTER EEN AANTAL REISDAGEN TOEGEKEND OM DEEL TE NEMEN AAN DE VERKIEZINGEN TE ISCHIA , MAAR ZIJ WEIGERT HAAR DEZE REISDAGEN OM ZICH NAAR DE ECHTELIJKE WOONPLAATS TE ISCHIA TE BEGEVEN .

12 DE COMMISSIE BETWIST NIET , DAT VERZOEKSTER VOLDOET AAN DE CRITERIA INZAKE DE BELANGEN ALS BURGER . ZIJ MEENT EVENWEL DAT DE UITLEGGING DAT HET BEGRIP VERMOGENSRECHTELIJKE BANDEN ALLE SOORTEN VERMOGENSRECHTELIJKE BANDEN OMVAT DIE EEN AMBTENAAR OP EEN BEPAALDE PLAATS ZOU KUNNEN HEBBEN , ONJUIST IS . INTEGENDEEL , DIT BEGRIP BETEKENT DAT DE AMBTENAAR EEN ZAKELIJK RECHT OP HET ONROERENDE GOED MOET HEBBEN , ZONDER DAT DIT BESLIST EEN RECHT VAN EIGENDOM BEHOEFT TE ZIJN ; MAAR EEN RECHT VAN VRUCHTGEBRUIK KAN VOLSTAAN . IN IEDER GEVAL ZOU EEN EENVOUDIG VORDERINGSRECHT DAT OP ALGEMENE WIJZE HET ONROEREND GOED BETREFT , NIET VOLDOENDE ZIJN . VERZOEKSTERS STELLING TERZAKE ZOU EROP NEERKOMEN DAT DE AMBTENAAR ELKE VERMOGENSRECHTELIJKE BAND MET EEN BEPAALD LAND KAN VESTIGEN VIA EEN VORDERINGSRECHT DAT HIJ ZELF IN HET LEVEN ZOU KUNNEN ROEPEN . DEZE SITUATIE ZOU ONCONTROLEERBAAR EN ONAANVAARDBAAR ZIJN . DAARENBOVEN IS DE COMMISSIE VAN OORDEEL DAT DE CRITERIA VOOR DE DUURZAME VERMOGENSRECHTELIJKE BANDEN OBJECTIEF MOETEN ZIJN EN DAT DE DESBETREFFENDE ZAKELIJKE RECHTEN WELBEPAALD MOETEN ZIJN EN ZIJN INGESCHREVEN IN DE OPENBARE REGISTERS ( KADASTER ) TENEINDE EEN DEGELIJKE GRONDSLAG TE BIEDEN VOOR DE CONTROLE VAN DEZE CRITERIA . VOLGENS DE COMMISSIE IS ER GEEN ENKEL ALGEMEEN BEGINSEL OP GROND WAARVAN TWEE MET ELKAAR GEHUWDE AMBTENAREN IN ADMINISTRATIEF OPZICHT STEEDS OP DEZELFDE WIJZE MOETEN WORDEN BEHANDELD . INDIEN IN EEN CONCREET GEVAL DE UITLEGGING VAN EEN STATUTAIRE BEPALING DE SCHEIDING VAN HET GEZIN TOT GEVOLG HEEFT , MOET NIETTEMIN AAN DEZE UITLEGGING WORDEN VASTGEHOUDEN . BOVENDIEN ZOU HET SPECIALE VERLOF VOOR VERKIEZINGEN NIET ZIJN TE VERGELIJKEN MET VAKANTIEVERLOF . HET ZOU VOLKOMEN LOGISCH ZIJN VERZOEKSTER EEN AANTAL REISDAGEN TOE TE KENNEN , WANNEER ZIJ HAAR STEMRECHT ALLEEN TE ISCHIA KAN UITOEFENEN .

13 GELET OP DEZE UITEENLOPENDE MENINGEN DIENT ER IN DE EERSTE PLAATS AAN TE WORDEN HERINNERD DAT INGEVOLGE ARTIKEL 7 , LID 3 , EERSTE ALINEA , VAN BIJLAGE VII BIJ HET STATUUT DE PLAATS VAN HERKOMST VAN DE AMBTENAAR BIJ ZIJN INDIENSTTREDING WORDT VASTGESTELD , WAARBIJ WORDT REKENING GEHOUDEN MET DE PLAATS VAN AANWERVING OF MET DE PLAATS DIE HET CENTRUM VAN ZIJN BELANGEN VORMT . IN DE TWEEDE PLAATS DIENT TE WORDEN OPGEMERKT , DAT HET BEGRIP PLAATS VAN HERKOMST EEN TECHNISCHE TERM IS WAARMEE WORDT AANGEGEVEN WELKE PLAATS IN AANMERKING MOET WORDEN GENOMEN VOOR DE JAARLIJKSE OF HALFJAARLIJKSE FORFAITAIRE BETALING VAN DE REISKOSTEN VAN DE STANDPLAATS NAAR DE PLAATS VAN HERKOMST ( ARTIKEL 8 , LID 1 , VAN BIJLAGE VII ), VOOR DE VERGOEDING VAN DE REISKOSTEN VAN ZIJN ECHTGENOOT EN DE PERSONEN TE ZIJNEN LASTE VAN DE STANDPLAATS NAAR DE PLAATS VAN HERKOMST BIJ DE BEEINDIGING VAN DE DIENST ( ARTIKEL 7 , LID 1 , VAN BIJLAGE VII ), VOOR HET AANTAL REISDAGEN DAT AAN HET VAKANTIEVERLOF WORDT TOEGEVOEGD ( ARTIKEL 7 , VIERDE ALINEA , VAN BIJLAGE V BIJ HET STATUUT ) EN , BIJ OVERLIJDEN VAN EEN AMBTENAAR , VOOR DE DOOR DE INSTELLING VERGOEDE KOSTEN VAN HET VERVOER VAN HET STOFFELIJKE OVERSCHOT NAAR DE PLAATS VAN HERKOMST ( ARTIKEL 75 VAN HET STATUUT ). UIT HET ARREST VAN HET HOF VAN 9 MAART 1978 ( ZAAK 54/77 , HERPELS , JURISPR . 1978 , BLZ . 585 ) VOLGT REEDS DAT DIT BEGRIP VERSCHILT VAN HET BEGRIP PLAATS WAAR DE AMBTENAAR VOOR ZIJN INDIENSTTREDING BLIJVEND WOONDE EN WAAR HIJ ZIJN VROEGERE WERKZAAMHEDEN UITOEFENDE . HIERUIT VOLGT DAT EEN DUIDELIJK ONDERSCHEID MOET WORDEN GEMAAKT TUSSEN DE GEWOONLIJKE VERBLIJFPLAATS BIJ DE AANWERVING EN HET CENTRUM VAN BELANGEN VAN DE AMBTENAAR . DIT LAATSTE BEGRIP BERUST OP HET ALGEMEEN RECHTSBEGINSEL VAN DE OPENBARE DIENST , DAT DE AMBTENAAR ONDANKS ZIJN INDIENSTTREDING EN DE AFSTAND TUSSEN DE STANDPLAATS EN DE PLAATS WAAR HIJ ZIJN VOORNAAMSTE BELANGEN HEEFT , ZIJN PERSOONLIJKE BANDEN MET LAATSTGENOEMDE PLAATS IN STAND MOET KUNNEN HOUDEN .

14 IN DIT VERBAND WORDT IN ARTIKEL 2 VAN HET BESLUIT VAN DE COMMISSIE VAN 15 JULI 1980 HET CENTRUM VAN BELANGEN TERECHT OP ALGEMENE WIJZE OMSCHREVEN ALS DE PLAATS WAAR DE AMBTENAAR TEGELIJK HEEFT : A ) ZIJN VOORNAAMSTE FAMILIEBANDEN B ) ZIJN VER MOGENSRECHTELIJKE BANDEN C ) ZIJN VOORNAAMSTE BELANGEN , ZOWEL ACTIEVE ALS PASSIEVE , ALS BURGER .

15 WAT MEER IN HET BIJZONDER DE VERMOGENSRECHTELIJKE BANDEN BETREFT , WORDT IN GENOEMD ARTIKEL VAN HET BESLUIT GEPRECISEERD DAT HET MOET GAAN OM ' ' ONROERENDE GOEDEREN , NAMELIJK HUIZEN OF GEDEELTEN DAARVAN . ' ' DEZE PRECISERING IS TIJDENS DE ONDERHAVIGE ZAAK DOOR DE COMMISSIE ALDUS UITGELEGD , DAT DE AMBTENAAR OM AANSPRAAK TE KUNNEN MAKEN OP TOEPASSING VAN DEZE BEPALING EEN ZAKELIJK RECHT MOET HEBBEN OP EEN ONROEREND GOED DAT IS INGESCHREVEN IN DE OPENBARE REGISTERS ( KADASTER ) EN NIET ALLEEN EEN EENVOUDIG VORDERINGSRECHT DAT OP ALGEMENE WIJZE HET BEBOUWDE ONROERENDE GOED BETREFT .

16 DEZE UITLEGGING KAN NIET WORDEN AANVAARD . HET BESLUIT VAN DE COMMISSIE VAN 15 JULI 1980 IS NAMELIJK SLECHTS EEN UITLEGGING EN NADERE UITWERKING VAN ARTIKEL 7 , LID 3 , VAN BIJLAGE VII DAT VOOR DE VASTSTELLING VAN DE PLAATS VAN HERKOMST VAN DE AMBTENAAR VERWIJST NAAR DE PLAATS DIE HET CENTRUM VAN ZIJN BELANGEN VORMT . NOCH DOOR ARTIKEL 7 , LID 3 , VAN BIJLAGE VII BIJ HET STATUUT , NOCH DOOR HET BESLUIT VAN DE COMMISSIE VAN 15 JULI 1980 IS HET EVENWEL UITGESLOTEN , DAT ANDERE VERMOGENSRECHTELIJKE BANDEN VAN DUURZAME AARD DAN EEN IN DE OPENBARE REGISTERS INGESCHREVEN ZAKELIJK RECHT EVENEENS ALS CRITERIA KUNNEN DIENEN VOOR DE BEPALING VAN HET CENTRUM VAN BELANGEN VAN DE AMBTENAAR .

17 IN CASU HEEFT VERZOEKSTER BEWEZEN DAT ZIJ INDERDAAD VERMOGENSRECHTELIJKE BANDEN HEEFT TER ZAKE VAN EEN BEBOUWD ONROEREND GOED : ZIJ HEEFT IN 1975 EN IN GEZAMENLIJKE OVEREENSTEMMING MET HAAR ECHTGENOOT HET HUIS TE ISCHIA , DAT DE ECHTGENOTEN ALS HUN ECHTELIJKE EN GEZINSWOONPLAATS BESCHOUWEN , LATEN VERGROTEN EN INRICHTEN . DEZE WERKZAAMHEDEN ZIJN GEFINANCIERD MET EEN ONDER HUN HUWELIJKSGOEDERENGEMEENSCHAP GESLOTEN GEMEENSCHAPPELIJKE LENING , HETGEEN VOLGENS VERZOEKSTER , DIE DOOR DE COMMISSIE NIET IS WEERSPROKEN , DE HUWELIJKSGEMEENSCHAP EEN VORDERINGSRECHT TER ZAKE VAN DIT HUIS GEEFT . VERZOEKSTER STELT VOORTS , DAT DE ITALIAANSE WET HAAR RECHT GEEFT OM ENERZIJDS ZICH TE VERZETTEN TEGEN VERKOOP VAN DIT HUIS EN ANDERZIJDS DIT HUIS TE BEWONEN EN HET TE GEBRUIKEN , HETGEEN BEHOORT TOT DE ZAKELIJKE RECHTEN OP DIT HUIS .

18 DERGELIJKE BANDEN KUNNEN AANTONEN DAT ER EEN DUURZAME BAND BESTAAT , WAT VAN GEVAL TOT GEVAL DOOR DE BETROKKEN INSTELLING MOET WORDEN BEOORDEELD . DEZE BANDEN ZIJN OBJECTIEF GENOEG OM DOOR DE INSTELLING TE KUNNEN WORDEN GECONTROLEERD EN ZIJ LENEN ZICH NIET MEER DAN DE IN DE OPENBARE REGISTERS INGESCHREVEN ZAKELIJKE RECHTEN TOT EEN EVENTUEEL MISBRUIK VAN DE BEPALINGEN VAN HET STATUUT . IN CASU HEEFT DE COMMISSIE GEEN REKENING GEHOUDEN MET ZULKE BANDEN ; VOLGENS DE NOTA VAN 12 OKTOBER 1983 WAS ZIJ NAMELIJK VAN OORDEEL DAT ' ' ALLEEN EEN UITTREKSEL UIT HET KADASTER OF EEN NOTARIELE AKTE WAARUIT BLIJKT DAT IEMAND EIGENAAR IS VAN EEN ONROEREND GOED , KUNNEN WORDEN ERKEND ALS WETTIGE EIGENDOMSBEWIJZEN , IN DE ZIN VAN BEDOELDE STATUTAIRE BEPALINGEN . ' '

19 HIERUIT VOLGT DAT HET BESTREDEN BESLUIT OP DIT PUNT DOOR EEN DUIDELIJKE RECHTSDWALING WORDT AANGETAST .

20 HIERAAN MOET WORDEN TOEGEVOEGD DAT VOOR DE BEPALING VAN HET CENTRUM VAN BELANGEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 7 , LID 3 , VAN BIJLAGE VII DE ECHTELIJKE EN DE GEZINSWOONPLAATS VAN DE AMBTENAAR , WANNEER ZIJ KAN WORDEN GEVORMD DOOR ZIJN VOORNAAMSTE FAMILIEBANDEN , NIET BUITEN BESCHOUWING KAN WORDEN GELATEN , VOOR ZOVER DE ECHTGENOTEN ER VOOR DE INDIENSTTREDING VAN BEIDE ECHTGENOTEN OF VAN EEN VAN HEN INDERDAAD DUURZAAM HUN WOONPLAATS HADDEN GEVESTIGD . IMMERS , WAAR ARTIKEL 2 , LID 2 , TWEEDE STREEPJE , SUB A ) VAN HET BESLUIT VAN 15 JULI 1980 BEPAALT DAT ONDER CENTRUM VAN BELANGEN KAN WORDEN VERSTAAN DE PLAATS WAAR DE AMBTENAAR ONDER MEER ZIJN VOORNAAMSTE FAMILIEBANDEN HEEFT DIE BIJ ONTSTENTENIS VAN ZIJN OUDERS EN GROOTOUDERS WORDEN GEVORMD DOOR ZIJN SCHOONOUDERS OF EEN VAN BEIDEN ( IN HET DEENS : SVIGERFORAELDRENE ELLER EN AF DISSE ; IN HET DUITS : SCHWIEGERELTERN ODER EINEN SCHWIEGERELTERNTEIL ; IN HET ENGELS : PARENTS-IN-LAW , OR EITHER PARENT-IN-LAW ), IS HET ONLOGISCH OM DE PLAATS UIT TE SLUITEN WAAR DE ECHTGENOOT , MET WIE DE FAMILIEBANDEN NOODZAKELIJKERWIJS VEEL NAUWER ZIJN , ZIJN CENTRUM VAN BELANGEN HEEFT .

21 IN CASU HEEFT DE COMMISSIE , DOOR AFWIJZING VAN HET VERZOEK OM ISCHIA ALS VERZOEKSTERS PLAATS VAN HERKOMST VAST TE STELLEN , KLAARBLIJKELIJK EVENZEER BUITEN BESCHOUWING GELATEN DAT ISCHIA ALS DE PLAATS VAN HERKOMST VAN VERZOEKSTERS ECHTGENOOT IS VASTGESTELD EN DAT DE ECHTGENOTEN IN GEZAMENLIJKE OVEREENSTEMMING VOOR HUN RESPECTIEVE INDIENSTTREDING BIJ DE INSTELLINGEN , HUN ECHTELIJKE WOONPLAATS OP DIE PLAATS HEBBEN VASTGESTELD .

22 MITSDIEN MOET HET BESLUIT VAN DE COMMISSIE VAN 9 AUGUSTUS 1983 WORDEN NIETIGVERKLAARD EN MOET DE ZAAK WORDEN TERUGVERWEZEN NAAR DE COMMISSIE , OPDAT ZIJ DE VASTSTELLING VAN VERZOEKSTERS PLAATS VAN HERKOMST KAN HERZIEN MET INACHTNEMING VAN DE HIER VERMELDE MAATSTAVEN .

KOSTEN

23 INGEVOLGE ARTIKEL 69 , PARAGRAAF 2 , VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING MOET DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN WORDEN VERWEZEN . AANGEZIEN DE COMMISSIE IN HET ONGELIJK IS GESTELD , DIENT ZIJ IN DE KOSTEN TE WORDEN VERWEZEN .

HET HOF VAN JUSTITIE ( TWEEDE KAMER ),

RECHTDOENDE :

1 ) VERKLAART NIETIG HET BESLUIT VAN DE COMMISSIE VAN 9 AUGUSTUS 1983 .

2)VERWIJST DE ZAAK VOOR EEN NIEUWE BESLISSING TERUG NAAR DE COMMISSIE .

3)VERSTAAT DAT DE COMMISSIE ALLE KOSTEN ZAL DRAGEN .