This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61981CJ0292
Judgment of the Court (Second Chamber) of 28 October 1982. # Société Jean Lion et Cie, Société Loiret & Haentjens SA and others v Fonds d'intervention et de régularisation du marché du sucre (FIRS). # References for a preliminary ruling: Tribunal administratif de Paris - France. # Export of sugar - Adjustment of refunds in consequence of changes in the representative monetary rates. # Joined cases 292 and 293/81.
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 28 oktober 1982.
Société Jean Lion et Cie, Société Loiret & Haentjens SA en anderen tegen Fonds d'intervention et de régularisation du marché du sucre (FIRS).
Verzoeken om een prejudiciële beslissing: Tribunal administratif te Paris - Frankrijk.
Uitvoer van suiker - Aanpassing van restituties bij wijziging van de representatieve koersen.
Gevoegde zaken 292 en 293/81.
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 28 oktober 1982.
Société Jean Lion et Cie, Société Loiret & Haentjens SA en anderen tegen Fonds d'intervention et de régularisation du marché du sucre (FIRS).
Verzoeken om een prejudiciële beslissing: Tribunal administratif te Paris - Frankrijk.
Uitvoer van suiker - Aanpassing van restituties bij wijziging van de representatieve koersen.
Gevoegde zaken 292 en 293/81.
Jurisprudentie 1982 -03887
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1982:375
ARREST VAN HET HOF (TWEEDE KAMER) VAN 28 OKTOBER 1982. - SOCIETE JEAN LION ET CIE, SOCIETE LOIRET & HAENTJENS SA EN ANDEREN TEGEN FONDS D'INTERVENTION ET DE REGULARISATION DU MARCHE DU SUCRE (FIRS). - (" UITVOER VAN SUIKER - AANPASSING VAN RESTITUTIES BIJ WIJZIGING VAN DE REPRESENTATIEVE WISSELKOERSEN "). - (VERZOEKEN OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR HET TRIBUNAL ADMINISTRATIF TE PARIJS). - GEVOEGDE ZAKEN NOS. 292 EN 293/81.
Jurisprudentie 1982 bladzijde 03887
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
1 . LANDBOUW - GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN - SUIKER - VOORAF VASTGESTELDE UITVOERRESTITUTIES - VASTSTELLING BIJ OPENBARE INSCHRIJVING - VASTSTELLING VOORAF VAN MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN - OMZETTING IN NATIONALE VALUTA - TOE TE PASSEN WISSELKOERSEN
( VERORDENINGEN VAN DE COMMISSIE NR . 243/78 , ARTIKEL 6 , LID 2 , EN NR . 3016/78 , BIJLAGE , PUNT X , SUB A )
2 . LANDBOUW - GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN - SUIKER - INTERVENTIEPRIJS - GEEN AAN PRODUCENTEN VOOR HUN HANDELSTRANSACTIES GEWAARBORGDE PRIJS
3 . HANDELINGEN VAN EEN INSTELLING - MOTIVERING - VERPLICHTING - DRAAGWIJDTE
( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 190 )
4 . HANDELING VAN EEN INSTELLING - VERORDENINGEN - MOTIVERING - VERPLICHTING - DRAAGWIJDTE
( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 190 )
5 . LANDBOUW - GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN - DISCRIMINATIE TUSSEN PRODUCENTEN OF VERBRUIKERS - BEOORDELINGSCRITERIA - VERSCHEIDENHEID VAN TECHNIEKEN VAN VERSCHILLENDE MARKTORDENINGEN - GEEN GELDIG BEOORDELINGSCRITERIUM
( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 40 , LID 3 , TWEEDE ALINEA )
6 . LANDBOUW - GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN - DISCRIMINATIE TUSSEN PRODUCENTEN OF VERBRUIKERS - BEGRIP - ONGELIJKE BEHANDELING ALS GEVOLG VAN VRIJE KEUZE DOOR ONDERNEMINGEN TUSSEN TWEE STELSELS - GEEN DISCRIMINATIE
( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 40 , LID 3 , TWEEDE ALINEA )
1 . PUNT X , SUB A , VAN DE BIJLAGE BIJ VERORDENING NR . 3016/78 VAN DE COMMISSIE - DAT BEPAALT DAT , WANNEER DE RESTITUTIES VOOR DE UITVOER VAN SUIKER EN DE MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN VOORAF ZIJN VASTGESTELD , DE WISSELKOERS OP BASIS WAARVAN , IN HET KADER VAN DE PROCEDURE VAN VASTSTELLING VAN DE RESTITUTIES BIJ OPENBARE INSCHRIJVING , DE REKENEENHEID IN NATIONALE VALUTA MOET WORDEN OMGEZET , DE REPRESENTATIEVE KOERS IS DIE VAN TOEPASSING IS OP DE LAATSTE DAG VAN DE TERMIJN VOOR HET INDIENEN VAN OFFERTES BERUST OP EEN KEUZE DIE VOLKOMEN BEANTWOORDT AAN HET DOEL VAN DE PROCEDURE VAN VASTSTELLING VOORAF . DE BETROKKEN BEPALING LEGT DE POSITIE VAN DE EXPORTEUR VAST OP HET TIJDSTIP VAN DE TOEWIJZING , ZODAT DE ONZEKERHEID WORDT UITGESCHAKELD WAARIN DEZE ZICH ZOU BEVINDEN INDIEN DE OP DE DAG VAN UITVOER GELDENDE RESTITUTIE WERD TOEGEPAST . NU DEZE POSITIE IN NATIONALE VALUTA WORDT UITGEDRUKT , LOOPT DE EXPORTEUR BIJGEVOLG GEEN ENKEL WISSELRISICO MET BETREKKING TOT HET BEDRAG VAN DE RESTITUTIE .
AANGEZIEN HET TOE TE PASSEN MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAG VOLGENS ARTIKEL 6 , LID 2 , VAN VERORDENING NR . 243/78 EVENEENS HET BEDRAG IS DAT GELDT OP DE LAATSTE DAG VOOR DE INDIENING VAN OFFERTES , BESTAAT ER OP DIT PUNT GEEN DIVERGENTIE TUSSEN HET SYSTEEM VAN VASTSTELLING VAN DE UITVOERRESTITUTIES EN DAT VAN VASTSTELLING VAN DE MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN .
2 . HET INTERVENTIEMECHANISME IN DE SUIKERSECTOR HEEFT TOT DOEL DE MARKT PRIJZEN OP HET GEWENSTE NIVEAU TE HANDHAVEN , WAARTOE AAN DE INTERVENTIEBUREAUS DE VERPLICHTING WORDT OPGELEGD SUIKER TE KOPEN TEGEN DE INTERVENTIEPRIJS , MET DIEN VERSTANDE DAT EEN ANDERE REGELING GELDT NAAR GELANG HET SUIKER VAN DE CATEGORIE A , B OF C BETREFT ; ZIJ ZIJN ECHTER NIET GEHOUDEN DE PRODUCENTEN DEZE PRIJS BIJ ELKE TRANSACTIE TE WAARBORGEN , LAAT STAAN DE KOPERS TE VERPLICHTEN BIJ WIJZIGING VAN DE INTERVENTIEPRIJS OF VAN DE WISSELKOERS HUN CONTRACTEN TE HERZIEN . DE VERKOOPPRIJS BIJ UITVOER EN DE AANKOOPPRIJS VAN SUIKER WORDEN VRIJELIJK BEPAALD DOOR DE ONDERNEMINGEN , ZODAT DEZE LAATSTE DAAR OOK HET RISICO VOOR DRAGEN ; HET BESTAAN VAN EEN DERGELIJK RISICO IS GEEN GROND OM , TENEINDE REKENING TE HOUDEN MET EEN VERHOGING VAN DE INTERVENTIEPRIJS , DE KRACHTENS DE GEMEENSCHAPSREGELING MET NAME IN DE VORM VAN UITVOERRESTITUTIES VASTGESTELDE BEDRAGEN TE HERZIEN .
3 . DE DOOR ARTIKEL 190 EEG-VERDRAG VEREISTE MOTIVERING MOET AAN DE AARD VAN DE BETROKKEN HANDELING BEANTWOORDEN . DE REDENERING VAN DE COMMUNAUTAIRE INSTANTIE DIE DE BETWISTE HANDELING HEEFT VASTGESTELD , MOET ER DUIDELIJK EN ONDUBBELZINNIG IN TOT UITING KOMEN , ZODAT DE BELANGHEBBENDEN DE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VAN DE GENOMEN MAATREGEL KUNNEN KENNEN EN HET HOF ZIJN TOEZICHT KAN UITOEFENEN .
4 . BIJ VERORDENINGEN KAN GEEN SPECIFIEKE MOTIVERING WORDEN VERLANGD VAN DE VERSCHILLENDE - SOMS ZEER TALRIJKE EN INGEWIKKELDE - ONDERDELEN , FEITELIJK OF RECHTENS , DIE DAARIN VOORKOMEN , ZODRA DEZE BINNEN DE SYSTEMATIEK VAN HET GEHEEL VALLEN . WANNEER UIT DE BESTREDEN HANDELING DE ESSENTIE VAN HET DOOR DE INSTELLING NAGESTREEFDE DOEL BLIJKT , ZOU HET TE VER GAAN VOOR ELKE TECHNISCHE KEUZE VAN DEZE INSTELLING EEN SPECIFIEKE MOTIVERING TE VERLANGEN .
5 . AANGEZIEN ELKE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING HAAR SPECIFIEKE KENMERKEN VERTOONT , KAN AAN EEN VERGELIJKING VAN DE VOOR DE REGELING VAN DE VERSCHILLENDE MARKTSECTOREN AANGEWENDE TECHNIEKEN GEEN DEUGDELIJK ARGUMENT WORDEN ONTLEEND TEN BETOGE DAT ER SPRAKE IS VAN DISCRIMINATIE TUSSEN ONGELIJKSOORTIGE PRODUKTEN WAARVOOR VERSCHILLENDE REGELS GELDEN EN WAARTUSSEN BOVENDIEN GEEN ONDERLINGE CONCURRENTIEVERHOUDING BESTAAT .
6 . KAN NIET ALS EEN DISCRIMINATIE TUSSEN PRODUCENTEN OF VERBRUIKERS WORDEN BESCHOUWD EEN ONGELIJKE BEHANDELING DIE SLECHTS HET GEVOLG IS VAN EEN KEUZE TUSSEN TWEE STELSELS DIE EEN GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING TER BESCHIKKING VAN DE ONDERNEMINGEN STELT , WELKE KEUZE DOOR DEZE LAATSTE VRIJ EN NAAR EIGEN GOEDDUNKEN WORDT BEPAALD .
IN DE GEVOEGDE ZAKEN 292 EN 293/81 ,
BETREFFENDE TWEE VERZOEKEN AAN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG VAN HET TRIBUNAL ADMINISTRATIF TE PARIJS , IN DE ALDAAR AANHANGIGE GEDINGEN TUSSEN
SOCIETE JEAN LION ET CIE , TE PARIJS ( ZAAK 292/81 ),
SOCIETE LOIRET & HAENTJENS SA ,
SOCIETE JEAN LION ET CIE ,
SOCIETE DEBMAN ,
SOCIETE ' ' ANCIENNE MAISON MARCEL BAUCHE ' ' SA ,
SOCIETE SCOA SA ,
SOCIETE SUCRIMEX SA ,
SOCIETE PHILIPP BROTHERS SA ,
COMPAGNIE COMMERCIALE ' ' SUCRES ET DENREES ' ' ,
SOCIETE PIERRE PEETERS , SARL ,
ALLEN GEVESTIGD TE PARIJS ( ZAAK 293/81 ),
EN
FONDS D ' INTERVENTION ET DE REGULARISATION DU MARCHE DU SUCRE ( FIRS ), TE PARIJS ,
OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR . 3016/78 VAN DE COMMISSIE VAN 20 DECEMBER 1978 HOUDENDE VASTSTELLING VAN SOMMIGE BEPALINGEN VOOR DE TOEPASSING VAN DE WISSELKOERSEN IN DE SECTOREN SUIKER EN ISOGLUCOSE ( PB L 359 VAN 1978 , BLZ . 11 ),
1 BIJ TWEE VONNISSEN VAN 10 NOVEMBER 1981 , INGEKOMEN TEN HOVE OP 16 NOVEMBER DAAROPVOLGEND , HEEFT HET TRIBUNAL ADMINISTRATIF TE PARIJS KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG DRIE PREJUDICIELE VRAGEN GESTELD OVER DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR . 3016/78 VAN DE COMMISSIE VAN 20 DECEMBER 1978 HOUDENDE VASTSTELLING VAN SOMMIGE BEPALINGEN VOOR DE TOEPASSING VAN DE WISSELKOERSEN IN DE SECTOREN SUIKER EN ISOGLUCOSE ( PB L 359 VAN 1978 , BLZ . 11 ), MET NAME HET BEPAALDE ONDER X , SUB A , VAN DE BIJLAGE BIJ DEZE VERORDENING .
2 BLIJKENS DE PROCESSTUKKEN VOERDE DE VENNOOTSCHAP JEAN LION ET CO , VERZOEKSTER IN HET HOOFDGEDING IN ZAAK 292/81 , TIJDENS HET VERKOOPSEIZOEN 1979-1980 SUIKER UIT , WAARTOE ZIJ TUSSEN 7 FEBRUARI EN 13 JUNI 1979 VAN DE BEVOEGDE NATIONALE INSTANTIE , HET FONDS D ' INTERVENTION ET DE REGULARISATION DU MARCHE DU SUCRE ( FIRS ), UITVOERCERTIFICATEN VOOR SUIKER , BESTEMD VOOR DERDE LANDEN , ONTVING ; DE UITVOERRESTITUTIES EN DE MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN WERDEN BIJ OPENBARE INSCHRIJVING VOORAF VASTGESTELD . NA AFGIFTE VAN DEZE CERTIFICATEN GING DE GEMEENSCHAP OVER TOT DEVALUATIE VAN DE REPRESENTATIEVE KOERS VAN DE FRANSE FRANK ( DE ZOGENAAMDE ' ' GROENE KOERS ' ' ) EN VERHOOGDE ZIJ DE INTERVENTIEPRIJS VOOR SUIKER ; BEIDE MAATREGELEN WERDEN VAN KRACHT OP 1 JULI 1979 ( VERORDENING NR . 1266/79 VAN 25 JUNI 1979 , PB L 161 VAN 1979 , BLZ . 4 , EN VERORDENING NR . 1288/79 VAN 25 JUNI 1979 , PB L 162 VAN 1979 , BLZ . 1 ).
3 OORDELENDE DAT DE GEMEENSCHAPSINSTELLINGEN DOOR DIT ONVOORZIENBARE INGRIJPEN WIJZIGING HADDEN GEBRACHT IN DE FINANCIELE VOORWAARDEN VAN DE EXPORTEN WAARVOOR DE LITIGIEUZE CERTIFICATEN WAREN AFGEGEVEN , VERZOCHT VERZOEKSTER IN HET HOOFDGEDING HET FIRS OM AANVULLENDE RESTITUTIES VOOR DE DOOR HAAR VERRICHTE SUIKEREXPORTEN , OPDAT REKENING ZOU WORDEN GEHOUDEN MET DE DEVALUATIE VAN DE ' ' GROENE FRANK ' ' EN DE VERHOGING VAN DE INTERVENTIEPRIJS . TOEN HET FIRS AAN DIT VERZOEK GEEN GEVOLG GAF , STELDE VERZOEKSTER BIJ HET TRIBUNAL ADMINISTRATIF BEROEP IN TEGEN DEZE STILZWIJGENDE WEIGERING . TOEN HET FIRS TE ZIJNER VERDEDIGING AANVOERDE DAT HET SLECHTS DE GELDENDE GEMEENSCHAPSREGELING HAD TOEGEPAST , BETWISTTE VERZOEKSTER DE GELDIGHEID VAN DEZE REGELING , STELLENDE DAT DAARIN GEEN BEPALINGEN WAREN OPGENOMEN OP GROND WAARVAN DE RESTITUTIES KONDEN WORDEN AANGEPAST TEN BEHOEVE VAN ONDERNEMINGEN DIE GEBRUIK HADDEN GEMAAKT VAN DE MOGELIJKHEID TOT VASTSTELLING VOORAF .
4 AAN DE VENNOOTSCHAP LOIRET ET HAENTJENS EN ACHT ANDERE SUIKEREXPORTERENDE VENNOOTSCHAPPEN , VERZOEKSTERS IN HET HOOFDGEDING IN ZAAK 293/81 , WERDEN NA DE IN ZAAK 292/81 RELEVANTE MONETAIRE GEBEURTENISSEN DOCH VOOR 28 SEPTEMBER 1979 , TOEN BIJ VERORDENING NR . 2139/78 ( PB L 246 VAN 1979 , BLZ . 76 ) DE ' ' GROENE FRANK ' ' MET INGANG VAN 1 OKTOBER 1979 WERD GEDEVALUEERD , UITVOERCERTIFICATEN AFGEGEVEN ; DE RESTITUTIES EN DE MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN WERDEN VOORAF VASTGESTELD . TOEN GENOEMDE VENNOOTSCHAPPEN ER NIET IN SLAAGDEN VAN HET FIRS AANVULLENDE RESTITUTIES TE VERKRIJGEN OM DE GEVOLGEN VAN DEZE WIJZIGING VAN DE REPRESENTATIEVE KOERS TE COMPENSEREN , STELDEN ZIJ BIJ HET TRIBUNAL ADMINISTRATIF GELIJKLUIDENDE BEROEPEN IN ALS IN ZAAK 292/81 .
5 OM UITSPRAAK TE KUNNEN DOEN OP DEZE BEROEPEN , HEEFT HET TRIBUNAL ADMINISTRATIF VRAGEN GESTELD OVER DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR . 3016/78 , DIE IN DE BIJLAGE ONDER X , SUB A , BEPAALT DAT , WANNEER DE RESTITUTIES EN DE MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN VOORAF ZIJN VASTGESTELD , DE REKENEENHEID IN NATIONALE VALUTA MOET WORDEN OMGEREKEND OP BASIS VAN DE WISSELKOERS DIE VAN TOEPASSING IS OP DE LAATSTE DAG VAN DE TERMIJN VOOR DE INDIENING VAN OFFERTES MET HET OOG OP DE TOEWIJZING VAN RESTITUTIES . AANGEZIEN INGEVOLGE DEZE BEPALING EEN LATERE WIJZIGING VAN DE WISSELKOERS GEEN GEVOLGEN KAN HEBBEN VOOR HOUDERS VAN UITVOERCERTIFICATEN MET VOORAF VASTGESTELDE RESTITUTIES EN MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN , HEEFT HET TRIBUNAL ADMINISTRATIF OVER DE GELDIGHEID VAN DEZE BEPALING DRIE VRAGEN GESTELD , LUIDENDE ALS VOLGT :
IS VERORDENING NR . 3016/79 VAN 20 DECEMBER 1978 GELDIG IN HET LICHT VAN ARTIKEL 190 EEG-VERDRAG?
INTRODUCEERT ZIJ DISCRIMINATOIRE MAATREGELEN IN DE COMMUNAUTAIRE REGELING , DIE DE GELDIGHEID DAARVAN AANTASTEN?
SCHENDT ZIJ VERORDENING NR . 243/78 VAN 1 FEBRUARI 1978 HOUDENDE INVOERING VAN DE VASTSTELLING VOORAF VAN DE MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN , WAAROP ZIJ EEN AANPASSINGSREGELING IS?
6 DE DERDE VRAAG , BETREFFENDE DE SUBSTANTIELE GELDIGHEID VAN DE BETROKKEN BEPALING , DIENT ALS EERSTE TE WORDEN ONDERZOCHT , AANGEZIEN VAN HET ANTWOORD DAAROP DE OPLOSSING VAN DE EERSTE VRAAG , BETREFFENDE DE MOTIVERING VAN DEZE BEPALING , AFHANGT .
DE DERDE VRAAG
7 VOORAF MOET WORDEN OPGEMERKT DAT ER , ANDERS DAN DE BEWOORDINGEN VAN DE DERDE VRAAG VERONDERSTELLEN , GEEN HIERARCHIEK VERBAND BESTAAT TUSSEN VERORDENING NR . 3016/78 , WAARVAN DE GELDIGHEID WORDT BETWIST , EN VERORDENING NR . 243/78 VAN DE COMMISSIE VAN 1 FEBRUARI 1978 HOUDENDE INVOERING VAN DE VASTSTELLING VOORAF VAN DE MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN ( ZOALS GEWIJZIGD BIJ VERORDENING NR . 1544/78 VAN DE COMMISSIE VAN 4 JULI 1978 , PB L 182 VAN 1978 , BLZ . 7 ). BEIDE VERORDENINGEN HEBBEN WELISWAAR EEN VERSCHILLENDE RECHTSGRONDSLAG - DE EERSTE BERUST OP VERORDENING NR . 3330/74 VAN DE RAAD VAN 19 DECEMBER 1974 HOUDENDE EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER ( PB L 359 VAN 1974 , BLZ . 1 ), JUNCTO VERORDENING NR . 878/77 VAN DE RAAD VAN 26 APRIL 1977 INZAKE DE IN DE LANDBOUWSECTOR TOE TE PASSEN WISSELKOERSEN ( PB L 106 VAN 1977 , BLZ . 27 ), EN DE TWEEDE OP VERORDENING NR . 974/71 VAN DE RAAD VAN 12 MEI 1971 BETREFFENDE BEPAALDE CONJUNCTUURPOLITIEKE MAATREGELEN WELKE NAAR AANLEIDING VAN DE TIJDELIJKE VERRUIMING VAN DE FLUCTUATIEMARGES VAN DE VALUTA ' S VAN SOMMIGE LID-STATEN DIENEN TE WORDEN GENOMEN IN DE LANDBOUWSECTOR ( PB L 106 VAN 1971 , BLZ . 1 ), ZOALS NADERHAND GEWIJZIGD - , DOCH IN BEIDE GEVALLEN GAAT HET OM HANDELINGEN VAN DE COMMISSIE DIE GELIJKELIJK UITVOERING GEVEN AAN VERORDENINGEN VAN DE RAAD .
8 BIJGEVOLG MOET DE VRAAG VAN HET TRIBUNAL ADMINISTRATIF IN DIE ZIN WORDEN BEGREPEN DAT HET WENST TE VERNEMEN OF DE GELDIGHEID VAN DE BETWISTE BEPALING VAN VERORDENING NR . 3016/78 KAN ZIJN AANGETAST DOORDAT ZIJ - NAAR VERZOEKSTERS IN DE HOOFDGEDINGEN AANVOEREN - EEN DISCONTINUITEIT OF EEN TEGENSTRIJDIGHEID TEWEEGBRENGT IN HET SYSTEEM VAN VASTSTELLING VAN UITVOERRESTITUTIES EN MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN .
9 PARTIJEN ZIJN HET EROVER EENS DAT DE COMMISSIE DOOR VASTSTELLING VAN DE LITIGIEUZE BEPALING VAN VERORDENING NR . 3016/78 HEEFT GEHANDELD BINNEN DE GRENZEN VAN DE BEVOEGDHEDEN DIE HAAR ZIJN TOEGEKEND IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING IN DE BETROKKEN SECTOR EN DE REGELING DIE GELDT BIJ WIJZIGING VAN DE WAARDE VAN DE REKENEENHEID EN BIJ AANPASSING VAN DE LANDBOUWPRIJZEN , ALS NEERGELEGD IN VERORDENING NR . 1134/68 VAN DE RAAD VAN 30 JULI 1968 ( PB L 188 VAN 1968 , BLZ . 1 ), ZOALS ACHTEREENVOLGENS GEWIJZIGD BIJ VERORDENING NR . 878/77 VAN DE RAAD VAN 26 APRIL 1977 ( PB L 106 VAN 1977 , BLZ . 2 ) EN VERORDENING NR . 976/78 VAN DE RAAD VAN 12 MEI 1978 ( PB L 125 , VAN 1978 , BLZ . 32 ), WAARNAAR - AL DAN NIET RECHTSTREEKS - WORDT VERWEZEN IN DE CONSIDERANS VAN DE LITIGIEUZE VERORDENING .
10 LUIDENS HAAR TWEEDE OVERWEGING HEEFT VERORDENING NR . 3016/78 TOT DOEL , MET HET OOG OP DE TOEPASSING VAN DE OMREKENINGSKOERSEN HET TIJDSTIP VAN DE VERWEZENLIJKING VAN DE TRANSACTIE OF VAN HET GEDEELTE VAN DE TRANSACTIE TE BEPALEN DAT AANLEIDING GEEFT TOT UITBETALING OF INNING VAN DE DIVERSE , IN DE GEMEENSCHAPSREGELING VOORZIENE BEDRAGEN . IN DE BIJLAGE WORDEN 32 VERSCHILLENDE BEDRAGEN OPGESOMD , WAARONDER - ONDER X , SUB A - ' ' ELKE INVOER- EN UITVOERHEFFING EVENALS ELKE UITVOERRESTITUTIE IN HET KADER VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 3330/74 : A ) MET VASTSTELLING VOORAF VAN MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN ' ' . DAARBIJ WORDT ALS TOE TE PASSEN WISSELKOERS VERMELD DE ' ' REPRESENTATIEVE KOERS VAN TOEPASSING OP DE DAG BEDOELD IN ARTIKEL 6 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 243/78 , GEWIJZIGD BIJ VERORDENING ( EEG ) NR . 1544/78 ' ' . UIT DEZE VERWIJZINGEN VOLGT DAT BEDOELDE DAG DE LAATSTE IS VAN DE TERMIJN VOOR HET INDIENEN VAN OFFERTES IN HET KADER VAN DE PROCEDURE VAN VASTSTELLING VAN UITVOERRESTITUTIES BIJ OPENBARE INSCHRIJVING .
11 DE KEUZE VAN DEZE DAG DOOR DE COMMISSIE KAN NIET WORDEN BETWIST . ZIJ BEANTWOORDT IMMERS VOLKOMEN AAN HET DOEL VAN DE PROCEDURE VAN VASTSTELLING VOORAF , NU DOOR DE BETWISTE BEPALING DE POSITIE VAN DE EXPORTEUR WORDT VASTGELEGD OP HET TIJDSTIP VAN DE TOEWIJZING ; DAARMEE WORDT DE ONZEKERHEID UITGESCHAKELD WAARIN DEZE ZICH ZOU BEVINDEN INDIEN DE OP DE DAG VAN UITVOER GELDENDE RESTITUTIES WERDEN TOEGEPAST . DE COMMISSIE HEEFT TERECHT BEKLEMTOOND DAT , NU DIE POSITIE IN NATIONALE VALUTA WORDT UITGEDRUKT , DE EXPORTEUR BIJGEVOLG GEEN ENKEL WISSELRISICO LOOPT MET BETREKKING TOT HET BEDRAG VAN DE RESTITUTIE , DAT , NAAR GELANG VAN DE OMSTANDIGHEDEN NAAR BOVEN OF NAAR BENEDEN , WORDT AANGEPAST OP BASIS VAN HET MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAG . ER ZIJ OP GEWEZEN DAT REEDS INGEVOLGE DE VERWIJZING ONDER X , SUB A , VAN DE BIJLAGE BIJ VERORDENING NR . 3016/78 , OP DIT PUNT GEEN DIVERGENTIE KAN BESTAAN TUSSEN DEZE VERORDENING EN VERORDENING NR . 243/78 , AANGEZIEN HET TOE TE PASSEN MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAG EVENEENS HET BEDRAG IS DAT GELDT OP DE LAATSTE DAG VOOR DE INDIENING VAN OFFERTES , ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 6 , LID 2 , VAN LAATSTGENOEMDE VERORDENING .
12 DERHALVE MOET WORDEN VASTGESTELD DAT IN IEDER GEVAL GEEN GEBREK AAN OVEREENSTEMMING BESTAAT TUSSEN DE TWEE IN DE DERDE VRAAG VAN HET TRIBUNAL ADMINISTRATIF BEDOELDE VERORDENINGEN .
13 VERZOEKSTERS BETOGEN EVENWEL DAT DE VASTSTELLING VOORAF VAN RESTITUTIES EN COMPENSERENDE BEDRAGEN DE ONDERNEMINGEN GEEN VOLLEDIGE ZEKERHEID BIEDT , DAAR BIJ ELKE TRANSACTIE BETREFFENDE UITVOER VAN SUIKER EEN DERDE ELEMENT VAN BELANG IS , TE WETEN DE SUIKERPRIJS ( DE AANKOOPPRIJS EN DE PRIJS BIJ VERKOOP AAN AFNEMERS IN DERDE LANDEN ). VERZOEKSTERS VERKLAREN DIENAANGAANDE DAT DE VERKOOPPRIJS LANG VAN TEVOREN MET DE KOPERS CONTRACTUEEL WORDT VASTGESTELD . IN VERBAND MET DE ONTWIKKELING VAN DE INTERVENTIEPRIJS ZOU DE AANKOOPPRIJS VOLGENS DE HANDELSGEBRUIKEN TIJDENS DE UITVOERING VAN DE CONTRACTEN AAN VERHOGINGEN ONDERHEVIG ZIJN . DE SUIKERHANDELAREN ZOUDEN GEBONDEN ZIJN AAN DE CONTRACTUELE CLAUSULES , OVEREENGEKOMEN IN HET KADER VAN DE ASSUC ( DE VERENIGING VAN BEROEPSORGANISATIES VAN DE SUIKERHANDEL VOOR DE LANDEN VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP ). VOLGENS DEZE CLAUSULES ZOU DE IN DE KOOPCONTRACTEN VASTGESTELDE PRIJS ZODANIG MOETEN WORDEN AANGEPAST DAT ELKE WIJZIGING VAN DE COMMUNAUTAIRE INTERVENTIEPRIJS VOOR DE LEVERING VAN DE SUIKER ERIN TOT UITING KOMT , UITGEDRUKT IN DE VALUTA VAN HET CONTRACT EN OMGEREKEND TEGEN DE VOOR DEZE VALUTA GELDENDE REPRESENTATIEVE KOERS , MET DIEN VERSTANDE DAT ELKE WIJZIGING TEN LASTE VAN DE KOPER KOMT . VOLGENS VERZOEKSTERS GAAT HET HIER OM EEN ' ' DWINGEND GEBRUIK ' ' , WAARAAN DE SUIKERHANDELAREN NIET KUNNEN ONTSNAPPEN . ALDUS ZOU IEDERE DIRECTE DAN WEL UIT DE WIJZIGING VAN DE OMREKENINGSKOERS VAN DE REKENEENHEID VOORTVLOEIENDE VERHOGING VAN DE INTERVENTIEPRIJS TOT EEN VERSTORING VAN HET EVENWICHT IN DE DOOR DE UITVOERCERTIFICATEN GEDEKTE CONTRACTEN LEIDEN .
14 DEZE ARGUMENTATIE VAN VERZOEKSTERS BERUST OP MISKENNING VAN HET MECHANISME VAN DE GEMEENSCHAPSVERORDENINGEN , MET NAME HET INTERVENTIESTELSEL . DIT LAATSTE HEEFT TOT DOEL DE MARKTPRIJZEN OP HET GEWENSTE NIVEAU TE HANDHAVEN , WAARTOE AAN DE INTERVENTIEBUREAUS DE VERPLICHTING WORDT OPGELEGD SUIKER TE KOPEN TEGEN DE INTERVENTIEPRIJS , MET DIEN VERSTANDE DAT EEN ANDERE REGELING GELDT NAAR GELANG HET SUIKER VAN DE CATEGORIE A , B OF C BETREFT ; ZIJ ZIJN ECHTER NIET GEHOUDEN DE PRODUCENTEN DEZE PRIJS BIJ ELKE TRANSACTIE TE WAARBORGEN , LAAT STAAN DE KOPERS TE VERPLICHTEN BIJ WIJZIGING VAN DE INTERVENTIEPRIJS OF VAN DE WISSELKOERS HUN CONTRACTEN TE HERZIEN . DE VERKOOPPRIJS BIJ UITVOER EN DE AANKOOPPRIJS VAN SUIKER WORDEN VRIJELIJK BEPAALD DOOR DE ONDERNEMINGEN , ZODAT DEZE LAATSTE DAAR OOK HET RISICO VOOR DRAGEN ; HET BESTAAN VAN EEN DERGELIJK RISICO OF VAN VERPLICHTINGEN , VOORTVLOEIENDE UIT BEROEPSHALVE GESLOTEN OVEREENKOMSTEN , IS BIJGEVOLG GEEN GROND TOT HERZIENING VAN DE KRACHTENS DE GEMEENSCHAPSREGELING MET NAME IN DE VORM VAN UITVOERRESTITUTIES VASTGESTELDE BEDRAGEN . MITSDIEN MOET DEZE ARGUMENTATIE VAN VERZOEKSTERS IN DE HOOFDGEDINGEN WORDEN VERWORPEN .
15 UIT HET VOORGAANDE VOLGT DAT BIJ ONDERZOEK VAN DE DERDE VRAAG VAN HET TRIBUNAL ADMINISTRATIF NIET IS GEBLEKEN VAN FEITEN OF OMSTANDIGHEDEN DIE DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR . 3016/78 KUNNEN AANTASTEN .
DE EERSTE VRAAG
16 MET DE EERSTE VRAAG WENST HET TRIBUNAL ADMINISTRATIF TE VERNEMEN OF VERORDENING NR . 3016/78 GELDIG IS IN HET LICHT VAN DE MOTIVERINGSPLICHT VAN ARTIKEL 190 EEG-VERDRAG .
17 VERZOEKSTERS IN DE HOOFDGEDINGEN VOEREN IN DIT VERBAND AAN DAT DE ENIGE MOTIVERING VAN DEZE VERORDENING IS VERVAT IN DE DERDE OVERWEGING ERVAN , VOLGENS WELKE ' ' MET HET OOG OP EEN DOELMATIG BEHEER VAN DE MARKT VOOR SUIKER EN ISOGLUCOSE VOOR ELKE SOORT TRANSACTIE IN DEZE SECTOREN DE WIJZE WAAROP DE TOE TE PASSEN WISSELKOERS WORDT BEPAALD DIENT TE WORDEN GEPRECISEERD ' ' . UIT DEZE ALGEMENE MOTIVERING ZOU GEENSZINS BLIJKEN OP WELKE GRONDEN DE COMMISSIE ONDER X , SUB A , VAN DE BIJLAGE WAT BETREFT DE VASTSTELLING VOORAF VAN UITVOERRESTITUTIES DE VOORKEUR HEEFT GEGEVEN AAN DE LAATSTE DAG VAN DE TERMIJN VOOR DE INDIENING VAN OFFERTES BIJ OPENBARE INSCHRIJVING .
18 VOLGENS DE RECHTSPRAAK VAN HET HOF MOET DE DOOR ARTIKEL 190 EEG-VERDRAG VEREISTE MOTIVERING AAN DE AARD VAN DE BETROKKEN HANDELING BEANTWOORDEN . DE REDENERING VAN DE COMMUNAUTAIRE INSTANTIE DIE DE BETWISTE HANDELING HEEFT VASTGESTELD , MOET ER DUIDELIJK EN ONDUBBELZINNIG IN TOT UITING KOMEN , ZODAT DE BELANGHEBBENDEN DE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VAN DE GENOMEN MAATREGEL KUNNEN KENNEN EN HET HOF ZIJN TOEZICHT KAN UITOEFENEN ( ZIE LAATSTELIJK HET ARREST VAN 30 SEPTEMBER 1982 , ZAAK 114/81 , TUNNEL REFINERIES LTD ., JURISPR . 1982 , BLZ . 3189 ).
19 HET IS BOVENDIEN VASTE RECHTSPRAAK ( ZIE MET NAME HET ARREST VAN 20 JUNI 1973 , ZAAK 80/72 , KONINKLIJKE LASSIEFABRIEKEN , JURISPR . 1973 , BLZ . 635 ) DAT BIJ VERORDENINGEN GEEN SPECIFIEKE MOTIVERING KAN WORDEN VERLANGD VAN DE VERSCHILLENDE - SOMS ZEER TALRIJKE EN INGEWIKKELDE - ONDERDELEN , FEITELIJK OF RECHTENS , DIE DAARIN VOORKOMEN , ZODRA DEZE BINNEN DE SYSTEMATIEK VAN HET GEHEEL VALLEN . DIT GELDT STELLIG VOOR DE BETWISTE VERORDENING , WAAR IN DE BIJLAGE IS BEPAALD WELK TIJDSTIP IN AANMERKING MOET WORDEN GENOMEN VOOR DE TOEPASSING VAN DE WISSELKOERSEN OP 32 VERSCHILLENDE CATEGORIEEN ECONOMISCHE OF ADMINISTRATIEVE TRANSACTIES IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING VOOR SUIKER . NU UIT DE BESTREDEN HANDELING DE ESSENTIE VAN HET DOOR DE INSTELLING NAGESTREEFDE DOEL BLIJKT , ZOU HET TE VER GAAN VOOR ELKE TECHNISCHE KEUZE VAN DEZE INSTELLING EEN SPECIFIEKE MOTIVERING TE VERLANGEN . BOVENDIEN VOLGT UIT HET VOORGAANDE DAT DE BESLISSING VAN DE COMMISSIE , VOOR DE VASTSTELLING VAN DE UITVOERRESTITUTIES DE LAATSTE DAG VAN DE TERMIJN VOOR INDIENING VAN OFFERTES BIJ OPENBARE INSCHRIJVING AAN TE HOUDEN , VOLLEDIG AANSLUIT BIJ HET BETROKKEN SYSTEEM .
20 UIT HET VORENOVERWOGENE VOLGT DAT VERZOEKSTERS DE BESTAANSREDEN VAN DE BEPALINGEN WAARVAN ZIJ DE RECHTVAARDIGING BESTRIJDEN , MOESTEN KUNNEN ONDERKENNEN , EN DAT ZIJ MET VOLLEDIGE KENNIS VAN ZAKEN VOOR DE VERDEDIGING VAN HUN RECHTEN KONDEN ZORGEN .
21 DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR . 3016/78 KAN DERHALVE NIET UIT HET OOGPUNT VAN DE MOTIVERINGSPLICHT VAN ARTIKEL 190 EEG-VERDRAG WORDEN BETWIST .
DE TWEEDE VRAAG
22 MET DE TWEEDE VRAAG WENST HET TRIBUNAL ADMINISTRATIF TE VERNEMEN OF VERORDENING NR . 3016/78 DISCRIMINATOIRE MAATREGELEN BEVAT DIE DE GELDIGHEID ERVAN AANTASTEN . BLIJKENS DE VERKLARINGEN VAN VERZOEKSTERS VINDT DEZE VRAAG HAAR VERKLARING IN TWEE VOOR HET TRIBUNAL ADMINISTRATIF OPGEWORPEN GRIEVEN : IN DE EERSTE PLAATS ZOU DE COMMISSIE BIJZONDERE REGELS VOOR DE SUIKERMARKT HEBBEN VASTGESTELD , DOCH NIET IN OVEREENKOMSTIGE BEPALINGEN VOOR ANDERE MARKTSECTOREN HEBBEN VOORZIEN ; VOORTS ZOU ZIJ GEEN AANPASSING VAN DE RESTITUTIES TOESTAAN TEN GUNSTE VAN ONDERNEMINGEN DIE VOOR VASTSTELLING VOORAF , DUS VOOR ZEKERHEID IN DE AFWIKKELING VAN TRANSACTIES HEBBEN GEKOZEN , HOEWEL ANDERE ONDERNEMERS AUTOMATISCH VOOR TOEPASSING VAN DE OP DE DAG VAN UITVOER GELDENDE WISSELKOERS IN AANMERKING KOMEN .
23 BEIDE GRIEVEN ZIJN ONTLEEND AAN ARTIKEL 40 , LID 3 , TWEEDE ALINEA , EEG-VERDRAG , BEPALENDE DAT DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENINGEN ' ' ELKE DISCRIMI NATIE TUSSEN PRODUCENTEN OF VERBRUIKERS VAN DE GEMEENSCHAP ( MOETEN ) UITSLUITEN ' ' .
24 DIENAANGAANDE ZIJ VOOREERST OPGEMERKT DAT DE OMSTANDIGHEID DAT VERORDENING NR . 3016/78 SPECIFIEK VOOR DE SUIKERMARKT GELDT EN VOOR ANDERE MARKTSECTOREN BLIJKBAAR GEEN GELIJKAARDIGE BEPALINGEN BESTAAN , NIET ALS DISCRIMINEREND KAN WORDEN AANGEMERKT . DAARTOE VOLSTAAT HET EROP TE WIJZEN DAT ELKE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING HAAR SPECIFIEKE KENMERKEN VERTOONT EN DAT DE MARKTORDENING VOOR SUIKER ZICH OVERIGENS ONDERSCHEIDT DOORDAT DE BETROKKEN BEPALINGEN EEN HEEL BIJZONDER , INGEWIKKELD KARAKTER HEBBEN . HIERUIT VOLGT DAT AAN EEN VERGELIJKING VAN DE VOOR DE REGELING VAN DE VERSCHILLENDE MARKTSECTOREN AANGEWENDE TECHNIEKEN GEEN DEUGDELIJK ARGUMENT KAN WORDEN ONTLEEND TEN BETOGE DAT SPRAKE IS VAN DISCRIMINATIE TUSSEN ONGELIJKSOORTIGE PRODUKTEN WAARVOOR VERSCHILLENDE REGELS GELDEN EN WAARTUSSEN BOVENDIEN GEEN ONDERLINGE CONCURRENTIEVERHOUDING BESTAAT .
25 DE GRIEF INZAKE DISCRIMINATIE IS EVENMIN HOUDBAAR MET BETREKKING TOT DE ONGELIJKE BEHANDELING VAN ONDERNEMINGEN DIE VOOR VASTSTELLING VOORAF HEBBEN GEKOZEN EN ANDERE ONDERNEMINGEN , AANGEZIEN DE VASTSTELLING VOORAF ER JUIST TOE STREKT HET BEDRAG VAN DE RESTITUTIE EN DE MONETAIR COMPENSERENDE BEDRAGEN OP VERZOEK VAN DE ONDERNEMINGEN ONVERANDERLIJK VAST TE LEGGEN OP EEN DATUM VOOR DE DAG VAN UITVOER . DE HIERUIT VOORTVLOEIENDE ONGELIJKE BEHANDELING IS SLECHTS HET GEVOLG VAN EEN KEUZE TUSSEN TWEE STELSELS DIE DE VERORDENING TER BESCHIKKING VAN DE ONDERNEMINGEN STELT , WELKE KEUZE DOOR DEZE LAATSTE VRIJ EN NAAR EIGEN GOEDDUNKEN WORDT BEPAALD .
26 MITSDIEN IS VERZOEKSTERS ' GRIEF INZAKE DISCRIMINATIE ONGEGROND , EN KAN DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR . 3016/78 IN DIT OPZICHT NIET IN TWIJFEL WORDEN GETROKKEN .
27 UIT HET VORENOVERWOGENE VOLGT DAT BIJ ONDERZOEK VAN DE DOOR HET TRIBUNAL ADMINISTRATIF GESTELDE VRAGEN NIET IS GEBLEKEN VAN FEITEN OF OMSTANDIGHEDEN DIE DE GELDIGHEID VAN DE BETWISTE VERORDENING KUNNEN AANTASTEN .
KOSTEN
28 DE KOSTEN DOOR DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WEGENS INDIENING HARER OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT , KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN DE PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN , ZODAT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .
HET HOF VAN JUSTITIE ( TWEEDE KAMER )
VERKLAART VOOR RECHT :
BIJ ONDERZOEK VAN DE DOOR HET TRIBUNAL ADMINISTRATIF TE PARIJS GESTELDE VRAGEN IS NIET GEBLEKEN VAN FEITEN OF OMSTANDIGHEDEN DIE DE GELDIGHEID VAN VERORDENING NR . 3016/78 VAN DE COMMISSIE VAN 20 DECEMBER 1978 HOUDENDE VASTSTELLING VAN SOMMIGE BEPALINGEN VOOR DE TOEPASSING VAN DE WISSELKOERSEN IN DE SECTOREN SUIKER EN ISOGLUCOSE KUNNEN AANTASTEN .