This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61981CJ0240
Judgment of the Court of 26 October 1982. # Senta Einberger v Hauptzollamt Freiburg. # Reference for a preliminary ruling: Finanzgericht Baden-Württemberg - Germany. # Customs duties - Smuggled drugs. # Case 240/81.
Arrest van het Hof van 26 oktober 1982.
Senta Einberger tegen Hauptzollamt Freiburg.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Finanzgericht Baden-Württemberg - Duitsland.
Douanerechten - Als smokkelgoed ingevoerde verdovende middelen.
Zaak 240/81.
Arrest van het Hof van 26 oktober 1982.
Senta Einberger tegen Hauptzollamt Freiburg.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Finanzgericht Baden-Württemberg - Duitsland.
Douanerechten - Als smokkelgoed ingevoerde verdovende middelen.
Zaak 240/81.
Jurisprudentie 1982 -03699
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1982:364
ARREST VAN HET HOF VAN 26 OKTOBER 1982. - SENTA EINBERGER TEGEN HAUPTZOLLAMT FREIBURG. - (" DOUANERECHTEN - ALS SMOKKELGOED INGEVOERDE VERDOVENDE MIDDELEN "). - (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR HET FINANZGERICHT BADEN - WUERTTEMBERG). - ZAAK NO. 240/81.
Jurisprudentie 1982 bladzijde 03699
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 01141
Zweedse bijz. uitgave bladzijde 00549
Finse bijz. uitgave bladzijde 00573
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF - DOUANERECHTEN - TOEPASSING OP VERDOVENDE MIDDELEN DIE ZICH IN ILLEGAAL CIRCUIT BEVINDEN - ONTOELAATBAARHEID - STRAFMAATREGELEN TEGEN OVERTREDINGEN - BEVOEGDHEID VAN LID-STATEN
ER ONTSTAAT GEEN DOUANESCHULD BIJ DE INVOER VAN VERDOVENDE MIDDELEN DIE NIET DEEL UITMAKEN VAN HET DOOR DE BEVOEGDE AUTORITEITEN STRENG BEWAAKTE HANDELSVERKEER TEN BEHOEVE VAN GEBRUIK VOOR MEDISCHE EN WETENSCHAPPELIJKE DOELEINDEN , ONGEACHT OF DIE VERDOVENDE MIDDDELEN WORDEN ONTDEKT EN VERNIETIGD ONDER TOE ZICHT VAN VOORNOEMDE AUTORITEITEN , DAN WEL AAN HUN WAAKZAAMHEID ONTSNAPPEN .
DEZE VASTSTELLING LAAT GEHEEL ONVERLET DE BEVOEGDHEID VAN DE LID-STATEN OM INBREUKEN OP HUN WETGEVING INZAKE VERDOVENDE MIDDELEN MET GEPASTE SANCTIES TE VERVOLGEN , MET ALLE GEVOLGEN VAN DIEN , OOK OP GELDELIJK GEBIED .
IN ZAAK 240/81 ,
BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG VAN HET FINANZGERICHT BADEN-WURTTEMBERG , IN HET ALDAAR AANHANGIG GEDING TUSSEN
SENTA EINBERGER , TE SCHALLSTADT-WOLFENWEILER ,
EN
HAUPTZOLLAMT FREIBURG ,
OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE UITLEGGING VAN DE COMMUNAUTAIRE BEPALINGEN BETREFFENDE DE DOUANE-UNIE IN VERBAND MET DE ILLEGALE IMPORT VAN VERDOVENDE MIDDELEN ,
1 BIJ BESCHIKKING VAN 16 JUNI 1981 , INGEKOMEN TEN HOVE OP 4 SEPTEMBER 1981 , HEEFT HET FINANZGERICHT BADEN-WURTTEMBERG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG EEN PREJUDICIELE VRAAG GESTELD OVER DE TOEPASSING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF OP ALS SMOKKELGOED INGEVOERDE VERDOVENDE MIDDELEN .
2 HET HOOFDGEDING HEEFT BETREKKING OP DE VASTSTELLING VAN DOUANERECHTEN VOOR HOEVEELHEDEN MORFINE DIE ILLEGAAL IN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND WAREN INGEVOERD EN VERVOLGENS IN STRIJD MET DE DUITSE WET OP DE VERDOVENDE MIDDELEN ( BETAUBUNGSMITTELGESETZ ) DOOR VERZOEKSTER IN HET HOOFDGEDING IN ZWITSERLAND WERDEN VERKOCHT . TER ZAKE VAN DIE FEITEN IS ZIJ DOOR EEN DUITSE STRAFRECHTER VEROORDEELD TOT EEN VOORWAARDELIJKE GEVANGENISSTRAF VAN EEN JAAR .
3 HET FINANZGERICHT VROEG ZICH AF OF VOLGENS HET GEMEENSCHAPSRECHT OVER DE MORFINE DOUANERECHTEN MOETEN WORDEN BETAALD . HET WIJST ER IN DIT VERBAND OP DAT HET HOF IN ZIJN ARREST VAN 5 FEBRUARI 1981 ( ZAAK 50/80 , HORVATH , JURISPR . 1981 , BLZ . 385 ) HEEFT UITGEMAAKT DAT EEN LID-STAAT NA DE INSTELLING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF NIET MEER BEVOEGD IS DOUANERECHTEN TOE TE PASSEN OP ALS SMOKKELGOED INGEVOERDE EN NA HUN ONTDEKKING VERNIETIGDE VERDOVENDE MIDDELEN , DOCH VOLKOMEN VRIJ BLIJFT DE GEPLEEGDE OVERTREDINGEN STRAFRECHTELIJK TE VERVOLGEN .
4 TEN AANZIEN VAN DE FEITEN HEEFT HET FINANZGERICHT VASTGESTELD DAT MORFINE NIET IN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND WORDT VERVAARDIGD EN DAT DE DOOR VERZOEKSTER IN HET HOOFDGEDING VERKOCHTE HOEVEELHEID VAN DIT PRODUKT HET DUITSE GRONDGEBIED WAS BINNENGESMOKKELD EN ILLEGAAL WEER NAAR EEN DERDE LAND WERD UITGEVOERD . ONDER VERWIJZING NAAR GENOEMD ARREST VAN HET HOF VROEG HET FINANZGERICHT ZICH AF OF NIET VEELEER HET INVOER- EN VERHANDELINGSVERBOD VAN VERDOVENDE MIDDELEN DAN DE VERNIETIGING DAARVAN IN DE WEG STAAT AAN DE TOEPASSING VAN DOUANERECHTEN EN OF ONDER DEZE OMSTANDIGHEDEN NIET MOET WORDEN GECONCLUDEERD DAT ER GEEN DOUANESCHULD KAN ONTSTAAN . ALLEEN INDIEN HET HOF EEN DERGELIJKE CONCLUSIE NIET ZOU AANVAARDEN , DOET ZICH DE VRAAG VOOR OF HET UIT HET DOUANEGEBIED BRENGEN MOET WORDEN GELIJKGESTELD MET DE VERNIETIGING VAN ILLEGALE VERDOVENDE MIDDELEN .
5 OP GROND VAN DEZE OVERWEGINGEN HEEFT DE NATIONALE RECHTER DE VOLGENDE PREJUDICIELE VRAAG GESTELD :
' ' IS EEN LID-STAAT SEDERT DE INVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF BEVOEGD , DOUANERECHTEN TE HEFFEN OP VERDOVENDE MIDDELEN , DIE HET DOUANEGEBIED VAN DE GEMEENSCHAP ZIJN BINNENGESMOKKELD EN DIT WEER HEBBEN VERLATEN?
' '
6 DE NATIONALE RECHTER MERKT TERECHT OP DAT EERST MOET WORDEN NAGEGAAN OF HET BINNENSMOKKELEN IN DE GEMEENSCHAP VAN VERDOVENDE MIDDELEN DIE DEEL UITMAKEN VAN DE ILLEGALE HANDEL IN DEZE PRODUKTEN , EEN DOUANESCHULD DOET ONTSTAAN . HET HOF ZAL EERST DEZE VRAAG ONDERZOEKEN .
7 ALDUS GESTELD BETREFT DEZE VRAAG NIET HET PROBLEEM VAN DE ILLEGALE INVOER VAN PRODUKTEN IN HET ALGEMEEN , MAAR DAT VAN DE ILLEGALE INVOER VAN VERDOVENDE MIDDELEN .
8 ZOALS HET HOF IN VOORNOEMD ARREST VAN 5 FEBRUARI 1981 HEEFT OVERWOGEN , VERTONEN VERDOVENDE MIDDELEN ZOALS MORFINE , HEROINE EN COCAINE IN ZOVERRE BIJZONDERE KENMERKEN DAT DE SCHADELIJKE WERKING ERVAN ALGEMEEN WORDT ERKEND EN DE INVOER EN VERHANDELING IN ALLE LID-STATEN ZIJN VERBODEN , AFGEZIEN VAN EEN STRENG GECONTROLEERDE EN BEPERKTE HANDEL MET HET OOG OP VOOR FARMACEUTISCHE EN MEDISCHE DOELEINDEN GEOORLOOFD GEBRUIK .
9 DEZE RECHTSTOESTAND IS IN OVEREENSTEMMNING MET HET ENKELVOUDIG VERDRAG INZAKE VERDOVENDE MIDDELEN VAN 1961 ( UNTS 520 , NR . 7515 ; TRB . 1963 , NR . 81 ), WAARBIJ THANS ALLE LID-STATEN PARTIJ ZIJN . IN DE PREAMBULE VAN DIT VERDRAG STELLEN DE PARTIJEN VAST DAT VERSLAVING AAN VERDOVENDE MIDDELEN EEN ERNSTIG KWAAD VORMT VOOR DE MENS PERSOONLIJK EN VELE SOCIALE EN ECONOMISCHE GEVAREN MET ZICH MEDEBRENGT VOOR DE MENSHEID ; ZIJ VERKLAREN ZICH BEWUST VAN HUN PLICHT OM DIT KWAAD TE VOORKOMEN EN TE BESTRIJDEN , MAAR ERKENNEN DAT HET GENEESKUNDIG GEBRUIK VAN VERDOVENDE MIDDELEN ONMISBAAR BLIJFT VOOR HET VERZACHTEN VAN PIJN EN LIJDEN EN DAT VOLDOENDE MAATREGELEN MOETEN WORDEN GENOMEN OM TE VERZEKEREN , DAT VERDOVENDE MIDDELEN VOOR DIE DOELEINDEN BESCHIKBAAR ZIJN . VOLGENS ARTIKEL 4 VAN HET ENKELVOUDIG VERDRAG NEMEN PARTIJEN ALLE MAATREGELEN DIE NODIG ZIJN OM DE PRODUKTIE , DE VERVAARDIGING , DE UIT- EN INVOER , DE AFGIFTE VAN , DE HANDEL IN , HET GEBRUIK EN HET BEZIT VAN VERDOVENDE MIDDELEN UITSLUITEND TOT GENEESKUNDIGE EN WETENSCHAPPELIJKE DOELEINDEN TE BEPERKEN .
10 DAARUIT VOLGT DAT VERDOVENDE MIDDELEN DIE ZICH NIET IN EEN DOOR DE BEVOEGDE AUTORITEITEN STRENG GECONTROLEERD CIRCUIT BEVINDEN TENEINDE VOOR MEDISCHE EN WETENSCHAPPELIJKE DOELEINDEN TE WORDEN GEBRUIKT , PER DEFINITIE ONDER EEN VOLSTREKT INVOER- EN VERHANDELINGSVERBOD IN ALLE LID-STATEN VALLEN .
11 IN DE PRAKTIJK WORDEN DERGELIJKE VERDOVENDE MIDDELEN TERSTOND NA ONTDEKKING IN BESLAG GENOMEN EN VERNIETIGD OP GROND VAN DE NATIONALE WETGEVING INZAKE VERDOVENDE MIDDELEN , BEHALVE IN ENKELE SPORADISCHE GEVALLEN WAARIN HET IN BESLAG GENOMEN PRODUKT GESCHIKT IS VOOR MEDISCH OF WETENSCHAPPELIJK GEBRUIK EN HET IN HET GECONTROLEERDE CIRCUIT WORDT GEBRACHT , ZODAT DAAROVER DOUANERECHTEN MOETEN WORDEN BETAALD .
12 DAARENTEGEN ZIJN VERDOVENDE MIDDELEN DIE ZICH IN HET ILLEGALE CIRCUIT BEVINDEN NIET AAN EEN DOUANERECHT ONDERWORPEN , WANNEER ZIJ IN DAT CIRCUIT BLIJVEN , ONGEACHT OF ZIJ WORDEN ONTDEKT EN VERNIETIGD DAN WEL AAN DE WAAKZAAMHEID VAN DE AUTORITEITEN ONTSNAPPEN .
13 EEN DOUANESCHULD KAN BIJ DE INVOER VAN VERDOVENDE MIDDELEN DIE NIET IN DE HANDEL KUNNEN WORDEN GEBRACHT EN IN HET ECONOMISCH VERKEER VAN DE GE MEENSCHAP KUNNEN WORDEN OPGENOMEN , IMMERS NIET ONTSTAAN . DE IN ARTIKEL 3 , SUB B , EEG-VERDRAG VOORZIENE INVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF VOND PLAATS MET HET OOG OP DE DOELSTELLINGEN VAN DE GEMEENSCHAP INGEVOLGE ARTIKEL 2 EN OP DE GEDRAGSLIJNEN DIE ARTIKEL 29 VOOR HET BEHEER VAN DE DOUANE-UNIE VASTSTELT . IMPORTEN VAN VERDOVENDE MIDDELEN IN DE GEMEENSCHAP , DIE SLECHTS TOT STRAFMAATREGELEN AANLEIDING KUNNEN GEVEN , ZIJN GEHEEL VREEMD AAN DIE DOELSTELLINGEN EN GEDRAGSLIJNEN .
14 DEZE OPVATTING WORDT BEVESTIGD DOOR DE BEPALINGEN VAN VERORDENING NR . 803/68 VAN DE RAAD VAN 27 JUNI 1968 INZAKE DE DOUANEWAARDE VAN DE GOEDEREN ( PB L 148 VAN 1968 , BLZ . 6 ) EN DOOR DIE VAN RICHTLIJN NR . 79/623 VAN DE RAAD VAN 25 JUNI 1979 INZAKE DE HARMONISATIE VAN DE WETTELIJKE EN BESTUURSRECHTERLIJKE BEPALINGEN OP HET GEBIED VAN DE DOUANESCHULD ( PB L 197 VAN 1979 , BLZ . 31 ). IN DE OVERWEGINGEN BIJ DEZE RICHTLIJN WORDT UITDRUKKELIJK VERKLAARD DAT HET TIJDSTIP WAAROP DE DOUANESCHULD ONTSTAAT , DIENT TE WORDEN BEPAALD MET INACHTNEMING VAN HET ECONOMISCHE KARAKTER VAN DE RECHTEN BIJ INVOER EN VAN DE OMSTANDIGHEDEN WAARONDER AAN RECHTEN BIJ INVOER ONDERWORPEN GOEDEREN IN DE ECONOMIE VAN DE GEMEENSCHAP WORDEN GEINTEGREERD . DAAROM KAN ER BIJ DE INVOER VAN VERDOVENDE MIDDELEN DIE ZICH IN HET ILLEGALE CIRCUIT BEVINDEN GEEN DOUANESCHULD ONTSTAAN , DAAR DEZE MIDDELEN TERSTOND NA ONTDEKKING IN BESLAG MOET WORDEN GENOMEN EN VERNIETIGD IN PLAATS VAN IN HET VRIJE VERKEER TE WORDEN GEBRACHT .
15 OVERIGENS ZOU HET ONGERECHTVAARDIGD ZIJN OM TE DEZEN ONDERSCHEID TE MAKEN TUSSEN VERDOVENDE MIDDELEN DIE NIET ZIJN ONTDEKT EN DIE WELKE ONDER TOEZICHT VAN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN WORDEN VERNIETIGD , AANGEZIEN BIJ EEN DERGELIJKE ONDERSCHEIDING DE TOEPASSING VAN DOUANERECHTEN VAN DE TOEVALLIGE ONTDEKKING ZOU AFHANGEN .
16 UIT HET VOORAFGAANDE VOLGT DAT ER GEEN DOUANESCHULD ONTSTAAT BIJ DE INVOER VAN VERDOVENDE MIDDELEN DIE NIET DEEL UITMAKEN VAN HET DOOR DE BEVOEGDE AUTORITEITEN STRENG BEWAAKTE HANDELSVERKEER TEN BEHOEVE VAN GEBRUIK VOOR MEDISCHE EN WETENSCHAPPELIJKE DOELEINDEN .
17 DEZE VASTSTELLING LAAT GEHEEL ONVERLET DE BEVOEGDHEID VAN DE LID-STATEN OM INBREUKEN OP HUN WETGEVING INZAKE VERDOVENDE MIDDELEN MET GEPASTE SANCTIES TE VERVOLGEN , MET ALLE GEVOLGEN VANDIEN , OOK OP GELDELIJK GEBIED .
18 GEZIEN DIT ANTWOORD ZIJN DE ANDERE DOOR DE NATIONALE RECHTER OPGEWORPEN PROBLEMEN ZONDER VOORWERP GERAAKT .
KOSTEN
19 DE KOSTEN DOOR DE REGERING VAN DE FRANSE REPUBLIEK EN DOOR DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WEGENS INDIENING HUNNER OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT , KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN DE PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN , ZODAT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .
HET HOF VAN JUSTITIE ,
UITSPRAAK DOENDE OP DE DOOR HET FINANZGERICHT BADEN-WURTTEMBERG BIJ BESCHIKKING VAN 16 JUNI 1981 GESTELDE VRAGEN , VERKLAART VOOR RECHT :
ER ONTSTAAT GEEN DOUANESCHULD BIJ DE INVOER VAN VERDOVENDE MIDDELEN DIE NIET DEEL UITMAKEN VAN HET DOOR DE BEVOEGDE AUTORITEITEN STRENG BEWAAKTE HANDELSVERKEER TEN BEHOEVE VAN GEBRUIK VOOR MEDISCHE EN WETENSCHAPPELIJKE DOELEINDEN .