This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61979CJ0052
Judgment of the Court of 18 March 1980. # Procureur du Roi v Marc J.V.C. Debauve and others. # Reference for a preliminary ruling: Tribunal de première instance de Liège - Belgium. # Provision of services : Cable diffusion of television. # Case 52/79.
Arrest van het Hof van 18 maart 1980.
Strafgeding tegen Marc J.V.C. Debauve en anderen.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Correctionele rechtbank te Luik - België.
Dienstverrichtingen: kabeltelevisie.
Zaak 52/79.
Arrest van het Hof van 18 maart 1980.
Strafgeding tegen Marc J.V.C. Debauve en anderen.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Correctionele rechtbank te Luik - België.
Dienstverrichtingen: kabeltelevisie.
Zaak 52/79.
Jurisprudentie 1980 -00833
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1980:83
ARREST VAN HET HOF VAN 18 MAART 1980. - STRAFGEDING TEGEN MARC. J. V. C. DEBAUVE EN ANDEREN. - (" DIENSTVERRICHTINGEN : KABELTELEVISIE "). - (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE CORRECTIONELE RECHTBANK TE LUIK). - ZAAK NO. 52/79.
Jurisprudentie 1980 bladzijde 00833
Griekse bijz. uitgave bladzijde 00443
Zweedse bijz. uitgave bladzijde 00079
Finse bijz. uitgave bladzijde 00079
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 00243
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
1 . VRIJ VERRICHTEN VAN DIENSTEN - BEPALINGEN VAN HET VERDRAG - MATERIELE WERKINGSSFEER - UITZENDEN VAN TELEVISIEBERICHTEN - DOORGEVEN VAN BOODSCHAPPEN VIA KABELTELEVISIE DAARONDER BEGREPEN
( EEG-VERDRAG , ARTIKELEN 59 EN 60 )
2 . VRIJ VERRICHTEN VAN DIENSTEN - BEPALINGEN VAN HET VERDRAG - NIET VAN TOEPASSING OP INTERNE SITUATIES BINNEN EEN LID-STAAT
( EEG-VERDRAG , ARTIKELEN 59 EN 60 )
3 . VRIJ VERRICHTEN VAN DIENSTEN - BEPERKINGEN - NATIONALE REGELING DIE TELEVISIERECLAME VERBIEDT - REDENEN VAN ALGEMEEN BELANG - TOELAATBAARHEID - VOORWAARDEN
( EEG-VERDRAG , ARTIKELEN 59 EN 60 )
4 . VRIJ VERRICHTEN VAN DIENSTEN - BEPERKINGEN - NATIONALE REGELING DIE TELEVISIERECLAME VERBIEDT - GEEN SCHENDING VAN HET EVENREDIGHEIDSBEGINSEL EN VAN HET DISCRIMINATIEVERBOD
( EEG-VERDRAG , ARTIKELEN 59 EN 60 )
5 . GEMEENSCHAPSRECHT - BEGINSELEN - GELIJKHEID VAN BEHANDELING - DISCRIMINATIE - BEGRIP - NATUURLIJKE ONGELIJKHEDEN NIET DAARONDER BEGREPEN
1 . HET UITZENDEN VAN TELEVISIEBERICHTEN , MET INBEGRIP VAN RECLAMEBERICHTEN , VALT ALS ZODANIG ONDER DE REGELS VAN HET EEG-VERDRAG INZAKE HET VERLENEN VAN DIENSTEN . DIT IS OOK HET GEVAL MET HET DOORGEVEN VAN DERGELIJKE BOODSCHAPPEN VIA KABELTELEVISIE .
2 . DE BEPALINGEN VAN HET EEG-VERDRAG INZAKE HET VRIJ VERRICHTEN VAN DIENSTEN KUNNEN NIET VAN TOEPASSING ZIJN OP ACTIVITEITEN DIE ZICH IN AL HUN RELEVANTE ASPECTEN IN EEN ENKELE LID-STAAT AFSPELEN . OF ZULKS HET GEVAL IS , IS EEN FEITELIJKE VRAAG DIE DOOR DE NATIONALE RECHTER MOET WORDEN BEANT- WOORD .
3 . DE ARTIKELEN 59 EN 60 EEG-VERDRAG VERZETTEN ZICH NIET TEGEN EEN NATIONALE REGELING DIE HET DOORGEVEN VAN RECLAMEBOODSCHAPPEN VIA KABELTELEVISIE EVENALS DE UITZENDING VAN RECLAMEBOODSCHAPPEN VIA TELEVISIE VERBIEDT , INDIEN DIE REGELING WORDT TOEGEPAST ZONDER ONDERSCHEID NAAR DE BINNEN- OF BUITENLANDSE HERKOMST VAN DIE BOODSCHAPPEN , DAN WEL NAAR DE NATIONALITEIT OF DE PLAATS VAN VESTIGING VAN DE VERRICHTER VAN DE DIENST .
NU DE NATIONALE WETGEVINGEN TERZAKE NIET ZIJN GEHARMONISEERD , VALT EEN DERGELIJK VERBOD IMMERS BINNEN HET KADER VAN DE AAN ELKE LID-STAAT GELATEN BEVOEGDHEID , OM REDENEN VAN ALGEMEEN BELANG DE TELEVISIERECLAME OP ZIJN GRONDGEBIED TE REGELEN , TE BEPERKEN OF ZELFS TOTAAL TE VERBIEDEN , ZELFS INDIEN HET OOK GELDT VOOR DERGELIJKE RECLAME UIT EEN ANDERE LID-STAAT .
4 . EEN NATIONALE REGELING DIE HET DOORGEVEN VAN RECLAMEBOODSCHAPPEN VIA KABELTELEVISIE VERBIEDT , KAN NIET DESWEGE WORDEN BESCHOUWD ALS EEN MET HET BEOOGDE DOEL ONEVENREDIGE MAATREGEL , OMDAT HET VERBOD WEGENS HET BESTAAN VAN ZONES MET GEWONE ONTVANGST BETREKKELIJK ONDOELTREFFEND IS , NOCH DESWEGE ALS EEN DOOR HET VERDRAG VERBODEN DISCRIMINATIE VAN BUITENLANDSE ZENDERS , OMDAT DEZE WEGENS HUN GEOGRAFISCHE LIGGING DE VERSPREIDING VAN HUN BOODSCHAPPEN SLECHTS IN DE ZONE MET GEWONE ONTVANGST KUNNEN VERZEKEREN .
5 . AAN NATUURLIJKE VERSCHIJNSELEN TE WIJTEN VERSCHILLEN IN LIGGING KUNNEN GEEN ' ' DISCRIMINATIE ' ' IN DE ZIN VAN HET EEG-VERDRAG WORDEN GENOEMD , DAAR DIT SLECHTS DIE VERSCHILLEN IN BEHANDELING ZO BESTEMPELT , WELKE HET GEVOLG ZIJN VAN MENSELIJKE ACTIVITEITEN EN MET NAME VAN OVERHEIDSMAATREGELEN . DE GEMEENSCHAP IS VOLSTREKT NIET GEHOUDEN MAATREGELEN TE TREFFEN OM VERSCHILLEN OP TE HEFFEN , DIE HET GEVOLG ZIJN VAN NATUURLIJKE ONGELIJKHEDEN .
IN ZAAK 52/79 ,
BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG VAN DE CORRECTIONELE RECHTBANK TE LUIK , IN HET ALDAAR DIENENDE STRAFGEDING TEGEN
MARC J . V . C . DEBAUVE , TE LUIK ,
PAUL H . A . G . DENUIT , TE GREZ-DOICEAU ,
HENRI J . PH . M . LOHEST , TE LUIK ,
SA CODITEL , TE LUIK ,
ASSOCIATION LIEGEOISE D ' ELECTRICITE , TE LUIK ,
APPELLERENDE BURGERLIJKE PARTIJEN :
FEDERATION NATIONALE DU MOUVEMENT COOPERATIF FEMININ , ORGANISATION DE CONSOMMATEURS ASBL , TE BRUSSEL ,
FEDERATION BELGE DES COOPERATIVES ( FEBECOOP ) ASBL , TE BRUSSEL ,
VIE FEMININE ASBL , TE BRUSSEL ,
RADIO TELEVISION BELGE DE LA COMMUNAUTE FRANCAISE ( RTBF ), TE BRUSSEL ,
FRANCOISE VANDER BEMDEN C.S .,
OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE UITLEGGING VAN DE ARTIKELEN 59 EN 60 EEG-VERDRAG ,
1 BIJ VONNIS VAN 23 FEBRUARI 1979 , INGEKOMEN TEN HOVE OP 3 APRIL 1979 , HEEFT DE CORRECTIONELE RECHTBANK TE LUIK KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG TWEE VRAGEN GESTELD OVER DE UITLEGGING VAN DE ARTIKELEN 59 EN 60 EEG-VERDRAG TEN AANZIEN VAN BEPAALDE PROBLEMEN INZAKE DE OVERBRENGING VAN HANDELSRECLAME VIA KABELTELEVISIE .
2 DEZE VRAGEN ZIJN OPGEWORPEN IN HET KADER VAN STRAFVERVOLGINGEN , VOOR DE POLITIERECHTBANK TE LUIK TEGEN DRIE PERSONEN INGESTELD TER ZAKE VAN OVERTREDING VAN HET VERBOD OP DE OVERBRENGING VAN TELEVISIEUITZENDINGEN DIE HET KARAKTER VAN HANDELSRECLAME DRAGEN , EN WAARBIJ TWEE VENNOOTSCHAPPEN NAAR BELGISCH RECHT , BURGERLIJK AANSPRAKELIJK VOOR DE DRIE VERDACHTEN - HUN WERKNEMERS - , IN HET GEDING ZIJN BETROKKEN . DE VERVOLGINGEN ZIJN INGESTELD OP KLACHTE VAN ONDER MEER DRIE VERENIGINGEN DIE CONSUMENTEN OF CULTURELE BELANGEN VERTEGENWOORDIGEN , ALSMEDE VAN SOMMIGE NATUURLIJKE PERSONEN DIE ZICH VOOR DE POLITIERECHTBANK BURGERLIJKE PARTIJ HEBBEN GESTELD . NADAT DE POLITIERECHTBANK DE VERDACHTEN HAD VRIJGESPROKEN EN DE BURGERRECHTELIJK AANSPRAKELIJKE VENNOOTSCHAPPEN BUITEN HET GEDING HAD GESTELD , HEBBEN DE DRIE VERENIGINGEN EN ENKELE ANDERE BURGERLIJKE PARTIJEN ALSOOK HET OPENBAAR MINISTERIE BEROEP INGESTELD VOOR DE CORRECTIONELE RECHTBANK .
3 BLIJKENS HET DOSSIER VERZORGEN DE BETROKKEN TWEE VENNOOTSCHAPPEN MET TOESTEMMING VAN DE BELGISCHE ADMINISTRATIE EEN KABELTELEVISIEDIENST , WAARVAN HET NET EEN DEEL VAN HET BELGISCHE GRONDGEBIED BESTRIJKT . DE TELEVISIETOESTELLEN VAN DE ABONNEES VAN DIE DIENST ZIJN PER DRAAD VERBONDEN MET EEN CENTRALE ANTENNE MET BIJZONDERE TECHNISCHE KENMERKEN , WAARDOOR DE ONTVANGST VAN BELGISCHE EN BEPAALDE BUITENLANDSE UITZENDINGEN DIE DE ABONNEE NIET STEEDS MET EEN INDIVIDUELE ANTENNE KAN ONTVANGEN , MOGELIJK WORDT EN BOVENDIEN DE ONTVANGSTKWALITEIT VAN BEELD EN GELUID WORDT VERBETERD .
4 DE STRAFVERVOLGING BETREFT DE DISTRIBUTIE IN BELGIE , VIA HET ALDUS OPGERICHTE KABELTELEVISIESYSTEEM , VAN TELEVISIEBOODSCHAPPEN , UITGEZONDEN DOOR BUITEN BELGIE GELEGEN ZENDERS , VOOR ZOVER DEZE BOODSCHAPPEN HANDELSRECLAME BEVATTEN . DE BELGISCHE WETGEVING VERBIEDT DE NATIONALE RADIO- EN TELEVISIE-INSTITUTEN , DIE INZAKE UITZENDINGEN OVER EEN WETTELIJK MONOPOLIE BESCHIKKEN , OVER TE GAAN TOT UITZENDINGEN DIE HET KARAKTER VAN HANDELSRECLAME DRAGEN . WAT KABELTELEVISIE BETREFT , VERBIEDT ARTIKEL 21 VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 DECEMBER 1966 ( BELGISCH STAATSBLAD VAN 24 JANUARI 1967 ) EVENEENS DE OVERBRENGING VAN UITZENDINGEN DIE HET KARAKTER VAN HANDELSRECLAME DRAGEN .
5 HET VERWIJZINGSVONNIS STELT VAST DAT DE KABELTELEVISIEMAATSCHAPPIJEN ZICH IN DE PRAKTIJK AAN DIT VERBOD NIET HEBBEN GESTOORD EN DE BUITENLANDSE PROGRAMMA ' S HEBBEN DOORGEGEVEN ZONDER DE RECLAMESPOTS WEG TE LATEN ; DAT DEZE PRAKTIJK WERD GEDOOGD DOOR DE BELGISCHE REGERING , DIE GEEN ENKELE SANCTIE HEEFT TOEGEPAST EN GEEN ENKELE VERGUNNING HEEFT INGETROKKEN ; EN DAT EEN AANZIENLIJK DEEL VAN DE BELGISCHE TELEVISIEKIJKERS DE BUITENLANDSE PROGRAMMA ' S KAN ONTVANGEN ZONDER TOEDOEN VAN DE DOOR DE KABELTELEVISIEMAATSCHAPPIJEN INGERICHTE RELAIS .
6 GELET OP DEZE FEITELIJKE OMSTANDIGHEDEN HEEFT DE CORRECTIONELE RECHTBANK HAAR VRAGEN OMTRENT DE ARTIKELEN 59 EN 60 EEG-VERDRAG GEFORMULEERD . ZIJ IS VAN OORDEEL DAT DE TOEPASSING VAN HET VERBOD INVLOED ZOU KUNNEN HEBBEN OP DE VRIJHEID VAN DIENSTVERRICHTING BINNEN DE GEMEENSCHAP . VOLGENS DE RECHTBANK ONTLENEN DE BUITENLANDSE OMROEPINSTITUTEN IMMERS EEN AANZIENLIJK DEEL VAN HUN INKOMSTEN AAN DE HUN DOOR DE ADVERTEERDERS TOEVERTROUWDE RECLAME , ZODAT HET WEGLATEN VAN DE RECLAMEBOODSCHAPPEN IN BELGIE DE ADVERTEERDERS AANLEIDING ZOU KUNNEN GEVEN HUN HANDELSRECLAME TE BEPERKEN OF TE BEEINDIGEN ; BOVENDIEN ZOUDEN DE IN DE BUURLANDEN GEVESTIGDE ADVERTEERDERS - HANDELAARS OF INDUSTRIELEN - HUN TOEGANG TOT DE BELGISCHE MARKT , WAARTOE HUN BOODSCHAPPEN TOT NOG TOE WAREN GERICHT EN WAAROP ZIJ HUN DIENSTEN AANBODEN , BEPERKT ZIEN .
7 DE VRAGEN VAN DE CORRECTIONELE RECHTBANK LUIDEN ALS VOLGT :
' ' 1 . MOET ARTIKEL 59 EEG-VERDRAG , GELET OP ' S HOFS ARREST VAN 30 APRIL 1974 ( ZAAK 155/73 , SACCHI ), ALDUS WORDEN UITGELEGD , DAT DAARIN ELKE NATIONALE REGELING WORDT VERBODEN DIE ZICH VERZET TEGEN HET DOORZENDEN PER DRAAD VAN RECLAMEBOODSCHAPPEN DOOR KABELTELEVISIEMAATSCHAPPIJEN , WANNEER DE GEWONE ONTVANGST VAN DERGELIJKE BOODSCHAPPEN IN DE ONTVANGSTZONES VAN DE BUITENLANDSE ZENDERS MOGELIJK EN GEOORLOOFD BLIJFT , MET NAME IN AANMERKING NEMEND DAT :
A ) MET EEN DERGELIJKE REGELING EEN DISCRIMINATIE ZOU WORDEN INGEVOERD OP GROND VAN DE GEOGRAFISCHE LIGGING VAN DE BUITENLANDSE ZENDER DIE SLECHTS RECLAMEBOODSCHAPPEN ZOU KUNNEN UITZENDEN IN DE ZONES WAAR HIJ GEWOON WORDT ONTVANGEN , TERWIJL DEZE ZONES , TEN GEVOLGE VAN DE VERSCHILLENDE BEVOLKINGSDICHTHEID , VOOR DE RECLAME VAN ZEER UITEENLOPEND BELANG KUNNEN ZIJN ;
B ) EEN DERGELIJKE REGELING EEN BEPERKING ZOU OPLEGGEN DIE ONEVENREDIG IS MET HET BEOOGDE DOEL , OMDAT DIT - TE WETEN HET VERBOD OP TELEVISIERECLAME - NOOIT GEHEEL ZOU KUNNEN WORDEN BEREIKT WEGENS HET BESTAAN VAN DE ZONES MET GEWONE ONTVANGST?
2.MOETEN DE ARTIKELEN 59 EN 60 EEG-VERDRAG , GELET OP ' S HOFS ARREST VAN 3 DECEMBER 1974 ( ZAAK 33/74 , VAN BINSBERGEN ), ALDUS WORDEN UITGELEGD , DAT ZIJ RECHTSTREEKSE WERKING HEBBEN TEGENOVER ELKE NATIONALE REGELING , VOOR ZOVER DE DIENSTVERRRICHTER INGEVOLGE DEZE REGELING NIET FORMEEL WORDT GEDISCRIMINEERD OP GROND VAN ZIJN NATIONALITEIT OF ZIJN WOONPLAATS ( IN CASU HET VERBOD OM RECLAMEBOODSCHAPPEN DOOR TE GEVEN)?
' '
8 ALVORENS DEZE VRAGEN TE ONDERZOEKEN , BRENGT HET HOF IN HERINNERING DAT HET REEDS IN ZIJN ARREST VAN 30 APRIL 1974 ( ZAAK 155/73 , SACCHI , JURISPR . 1974 , BLZ . 409 ) VOOR RECHT HEEFT VERKLAARD , DAT HET UITZENDEN VAN TELEVISIEBERICHTEN , MET INBEGRIP VAN RECLAMEBERICHTEN , ALS ZODANIG ONDER DE VERDRAGSREGELS INZAKE HET VERLENEN VAN DIENSTEN VALT . ER IS GEEN ENKELE REDEN OM HET DOORGEVEN VAN DERGELIJKE BOODSCHAPPEN VIA KABELTELEVISIE VERSCHILLEND TE BEHANDELEN .
9 NIETTEMIN MOET WORDEN OPGEMERKT DAT DE VERDRAGSBEPALINGEN INZAKE HET VRIJ VERRICHTEN VAN DIENSTEN NIET VAN TOEPASSING KUNNEN ZIJN OP ACTIVITEITEN DIE ZICH IN AL HUN RELEVANTE ASPECTEN IN EEN ENKELE LID-STAAT AFSPELEN . OF ZULKS HET GEVAL IS , IS EEN FEITELIJKE VRAAG DIE DOOR DE NATIONALE RECHTER MOET WORDEN BEANTWOORD . DAAR DE CORRECTIONELE RECHTBANK IN CASU VAN OORDEEL WAS DAT DE DIENSTVERRICHTINGEN WAARIN DE BIJ HAAR DIENENDE VERVOLGINGEN HUN OORSPRONG HEBBEN , IN DE GEGEVEN OMSTANDIGHEDEN VAN DIE AARD ZIJN , DAT ZIJ ONDER DE VERDRAGSBEPALINGEN INZAKE DE DIENSTVERRICHTINGEN VALLEN , DIENEN DE GESTELDE VRAGEN IN DITZELFDE PERSPECTIEF TE WORDEN ONDERZOCHT .
10 HET KERNPROBLEEM DAT DE NATIONALE RECHTER AAN DE ORDE STELT , IS OF DE ARTIKELEN 59 EN 60 EEG-VERDRAG ALDUS MOETEN WORDEN UITGELEGD , DAT ZIJ ELKE NA TIONALE REGELING VERBIEDEN DIE ZICH VERZET TEGEN HET DOORGEVEN VAN RECLAMEBOODSCHAPPEN VIA KABELTELEVISIE , VOOR ZOVER EEN DERGELIJKE REGELING GEEN ENKEL ONDERSCHEID MAAKT NAAR DE HERKOMST VAN DE BOODSCHAPPEN , DE NATIONALITEIT VAN DE DIENSTVERRICHTER OF DIENS VESTIGINGSPLAATS .
11 LUIDENS ARTIKEL 59 , EERSTE ALINEA , EEG-VERDRAG WORDEN DE BEPERKINGEN OP HET VRIJ VERRICHTEN VAN DIENSTEN BINNEN DE GEMEENSCHAP IN DE LOOP VAN DE OVERGANGSPERIODE GELEIDELIJK OPGEHEVEN TEN AANZIEN VAN DE ONDERDANEN DER LID-STATEN VAN DE GEMEENSCHAP . DEZE BEPALING SCHRIJFT DE OPHEFFING VOOR VAN ALLE DISCRIMINATIES JEGENS DE DIENSTVERRICHTER OP GROND VAN ZIJN NATIONALITEIT OF VAN DE OMSTANDIGHEID DAT HIJ IS GEVESTIGD IN EEN ANDERE LID-STAAT DAN DIE WAAR DE DIENST MOET WORDEN VERRICHT .
12 IN VERBAND MET DE BIJZONDERE AARD VAN SOMMIGE DIENSTVERRICHTINGEN ZOALS HET UITZENDEN EN DOORGEVEN VAN TELEVISIEBOODSCHAPPEN , KUNNEN NIET ALS ONVERENIGBAAR MET HET VERDRAG WORDEN BESCHOUWD SPECIFIEKE EISEN DIE AAN DE DIENSTVERRICHTERS WORDEN GESTELD WEGENS DE TOEPASSELIJKHEID VAN VOORSCHRIFTEN TER REGELING VAN BEPAALDE TYPEN VAN ACTIVITEIT , WELKE HUN GROND VINDEN IN HET ALGEMEEN BELANG EN DIE GELDEN VOOR IEDERE PERSOON OF ONDERNEMING DIE OP HET GRONDGEBIED VAN BEDOELDE LID-STAAT IS GEVESTIGD , VOOR ZOVER EEN IN EEN ANDERE LID-STAAT GEVESTIGDE DIENSTVERRICHTER DAAR NIET AAN SOORTGELIJKE VOORSCHRIFTEN ZOU ZIJN ONDERWORPEN .
13 BLIJKENS DE IN DE LOOP VAN HET ONDERHAVIGE GEDING AAN HET HOF VERSTREKTE INLICHTINGEN BESTAAN ER VOOR DE UITZENDING VAN RECLAMEBOODSCHAPPEN VIA TELEVISIE IN DE VERSCHILLENDE LID-STATEN ZEER UITEENLOPENDE RECHTSREGELS : VAN EEN BIJNA VOLLEDIG VERBOD ZOALS IN BELGIE WORDT TOEGEPAST , VIA REGELINGEN DIE MIN OF MEER STRIKTE BEPERKINGEN INHOUDEN , TOT REGELINGEN MET EEN RUIME COMMERCIELE VRIJHEID . BIJ GEBREKE VAN HARMONISATIE VAN DE NATIONALE WETTELIJKE REGELINGEN EN GELET OP DE OVERWEGINGEN VAN ALGEMEEN BELANG DIE AAN DE BEPERKENDE REGELINGEN OP DIT GEBIED INHERENT ZIJN , KAN DE TOEPASSING ERVAN NIET ALS EEN BEPERKING OP HET VRIJ VERRICHTEN VAN DIENSTEN WORDEN BESCHOUWD , VOOR ZOVER ALLE DIENSTEN OP DAT GEBIED DAARDOOR OP IDENTIEKE WIJZE WORDEN BEHANDELD , ONGEACHT HUN HERKOMST EN DE NATIONALITEIT OF VESTIGINGSPLAATS VAN DE DIENSTVERRICHTERS .
14 HET IS IN HET LICHT VAN HET VOORGAANDE DAT EEN VERBOD ZOALS UIT DE DOOR DE NATIONALE RECHTER AANGEHAALDE BELGISCHE REGELING VOORTVLOEIT , MOET WORDEN BEOORDEELD . ER ZIJ OP GEWEZEN DAT HET IN BEDOELD KONINKLIJK BESLUIT VERVATTE VERBOD TOT HET DOORGEVEN VAN RECLAMEBOODSCHAPPEN VIA KABELTELEVISIE NIET OP ZICHZELF KAN WORDEN BESCHOUWD . UIT DE GEHELE BELGISCHE OMROEPWETGEVING BLIJKT DAT DIT VERBOD EEN UITVLOEISEL IS VAN HET AAN DE BELGISCHE OMROEPINSTITUTEN OPGELEGDE VERBOD OM HANDELSRECLAME UIT TE ZENDEN . OOK HET VERWIJZINGSVONNIS STELT DE TOEPASSELIJKE WETTELIJKE REGELING IN DIT LICHT , DOOR EROP TE WIJZEN DAT HET KONINKLIJK BESLUIT HET DOORGEVEN VAN RECLAMESPOTS VERBIEDT OM IN OVEREENSTEMMING TE BLIJVEN MET DE VOOR DE NATIONALE OMROEPINSTITUTEN GELDENDE REGELING .
15 NU DE TOEPASSELIJKE REGELS NIET ZIJN GEHARMONISEERD , VALT EEN DERGELIJK VERBOD BINNEN HET KADER VAN DE AAN ELKE LID-STAAT GELATEN BEVOEGDHEID , OM REDENEN VAN ALGEMEEN BELANG DE TELEVISIERECLAME OP ZIJN GRONDGEBIED TE REGELEN , TE BEPERKEN OF ZELFS TOTAAL TE VERBIEDEN . HET IS NIET ANDERS INDIEN DERGELIJKE BEPERKINGEN OF VERBODEN OOK GELDEN VOOR TELEVISIERECLAME UIT ANDERE LID-STATEN , ZOLANG ZIJ DAADWERKELIJK OP DEZELFDE VOET WORDEN TOEGEPAST OP DE NATIONALE TELEVISIEORGANISMEN .
16 MITSDIEN MOET WORDEN GEANTWOORD , DAT DE ARTIKELEN 59 EN 60 EEG-VERDRAG ZICH NIET VERZETTEN TEGEN EEN NATIONALE REGELING DIE HET DOORGEVEN VAN RECLAMEBOODSCHAPPEN VIA KABELTELEVISIE EVENALS HET UITZENDEN VAN RECLAMEBOODSCHAPPEN VIA TELEVISIE VERBIEDT , INDIEN DIE REGELING WORDT TOEGEPAST ZONDER ONDERSCHEID NAAR DE BINNEN- OF BUITENLANDSE HERKOMST VAN DIE BOODSCHAPPEN , DAN WEL NAAR DE NATIONALITEIT OF DE PLAATS VAN VESTIGING VAN DE VERRICHTER VAN DE DIENST .
17 GELET OP DIT ANTWOORD BEHOEFT NIET MEER TE WORDEN INGEGAAN OP DE VRAAG OVER DE MOGELIJKE GEVOLGEN VAN DE RECHTSTREEKSE TOEPASSELIJKHEID VAN DE ARTIKELEN 59 EN 60 EEG-VERDRAG IN GEVAL VAN CONFLICT TUSSEN DIE BEPALINGEN EN DE NATIONALE WETGEVING .
18 DE NATIONALE RECHTER VRAAGT NOG OF EEN REGELING DIE ZICH VERZET TEGEN HET DOORGEVEN VAN RECLAMEBOODSCHAPPEN VIA KABELTELEVISIE , GEEN MET HET BEOOGDE DOEL ONEVENREDIGE MAATREGEL VORMT , OMDAT HET VERBOD TOT HET VERSPREIDEN VAN HANDELSRECLAME PER TELEVISIE , GEZIEN HET BESTAAN IN DE BETROKKEN LID-STAAT VAN ZONES MET GEWONE ONTVANGST VAN BEPAALDE BUITENLANDSE ZENDERS , BETREKKELIJK WEINIG DOELTREFFEND IS .
19 DAAR DE DOORZENDING VIA KABELTELEVISIE HET MOGELIJK MAAKT TELEVISIEBOODSCHAPPEN VERDER TE VERSPREIDEN EN ZE BETER TE DOEN DOORDRINGEN , VERLIEZEN DOOR EEN LID-STAAT OP ZIJN GRONDGEBIED OPGELEGDE BEPERKINGEN OF VERBODEN INZAKE TELEVISIERECLAME HUN BESTAANSREDEN NIET DOOR DE OMSTANDIGHEID DAT DE BUITENLANDSE ZENDERS OP HET GEHELE NATIONALE GRONDGEBIED OF IN BEPAALDE DELEN DAARVAN , OOK BUITEN TOEDOEN VAN EEN KABELTELEVISIESYSTEEM KUNNEN WORDEN ONTVANGEN . DE GESTELDE VRAAG MOET MITSDIEN ONTKENNEND WORDEN BEANTWOORD .
20 TENSLOTTE WIL DE NATIONALE RECHTER WETEN OF MET EEN NATIONALE REGELING DIE HET DOORGEVEN VAN RECLAMEBOODSCHAPPEN VIA KABELTELEVISIE VERBIEDT , EEN DISCRIMINATIE JEGENS BUITENLANDSE ZENDERS WORDT INGEVOERD , OMDAT DEZE WEGENS HUN GEOGRAFISCHE LIGGING DE VERSPREIDING VAN HUN BOODSCHAPPEN SLECHTS IN DE GEWONE-ONTVANGSTZONE KUNNEN VERZEKEREN .
21 MET DEZE VRAAG DOELT DE NATIONALE RECHTER OP DE RUIMTELIJKE GRENZEN VAN DE VERSPREIDING VAN TELEVISIEBOODSCHAPPEN IN VERBAND MET ENERZIJDS HET NATUURLIJKE RELIEF VAN HET TERREIN EN DE STEDELIJKE BEBOUWING , EN ANDERZIJDS DE TECHNISCHE KENMERKEN VAN DE GEBEZIGDE VERSPREIDINGSMETHODEN . DEZE NATUURLIJKE EN TECHNISCHE FACTOREN LEIDEN STELLIG TOT VERSCHILLEN IN DE ONTVANGST VAN DE TELEVISIEBOODSCHAPPEN , GEZIEN DE CORRELATIE TUSSEN DE LIGGING VAN DE ZENDERS EN VAN DE ONTVANGERS . DEZE AAN NATUURLIJKE VERSCHIJNSELEN TE WIJTEN VERSCHILLEN KUNNEN ECHTER GEEN ' ' DISCRIMINATIE ' ' IN DE ZIN VAN HET VERDRAG WORDEN GENOEMD , DAAR DIT SLECHTS DIE VERSCHILLEN IN BEHANDELING ZO BESTEMPELT , WELKE HET GEVOLG ZIJN VAN MENSELIJKE ACITIVITEITEN EN MET NAME VAN OVERHEIDSMAATREGELEN . BOVENDIEN MOET WORDEN OPGEMERKT DAT DE GEMEENSCHAP , OOK AL HEEFT ZIJ IN BEPAALDE OPZICHTEN INGEGREPEN OM NATUURLIJKE ONGELIJKHEDEN TE COMPENSEREN , VOLSTREKT NIET GEHOUDEN IS MAATREGELEN TE TREFFEN OM VERSCHILLEN IN LIGGING ALS DOOR DE NATIONALE RECHTER BEDOELD OP TE HEFFEN .
22 MITSDIEN MOET WORDEN GEANTWOORD , DAT EEN NATIONALE REGELING DIE HET DOORGEVEN VAN RECLAMEBOODSCHAPPEN VIA KABELTELEVISIE VERBIEDT , NIET DESWEGE KAN WORDEN BESCHOUWD ALS EEN MET HET BEOOGDE DOEL ONEVENREDIGE MAATREGEL , OMDAT HET VERBOD WEGENS HET BESTAAN VAN ZONES MET GEWONE ONTVANGST BETREKKELIJK ONDOELTREFFEND IS , NOCH DESWEGE ALS EEN DOOR HET VERDRAG VERBODEN DISCRIMINATIE VAN BUITENLANDSE ZENDERS , OMDAT DEZE WEGENS HUN GEOGRAFISCHE LIGGING DE VERSPREIDING VAN HUN BOODSCHAPPEN SLECHTS IN DE ZONE MET GEWONE ONTVANGST KUNNEN VERZEKEREN .
KOSTEN
23 DE KOSTEN DOOR DE COMMISSIE , DE REGERING VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND , DE REGERING VAN HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG , DE REGERING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN DE REGERING VAN DE FRANSE REPUBLIEK WEGENS INDIENING HUNNER OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT , KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN DE PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN , ZODAT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .
HET HOF VAN JUSTITIE ,
UITSPRAAK DOENDE OP DE DOOR DE CORRECTIONELE RECHTBANK TE LUIK BIJ VONNIS VAN 23 FEBRUARI 1979 GESTELDE VRAGEN ,
VERKLAART VOOR RECHT :
1 . DE ARTIKELEN 59 EN 60 EEG-VERDRAG VERZETTEN ZICH NIET TEGEN EEN NATIONALE REGELING DIE HET DOORGEVEN VAN RECLAMEBOODSCHAPPEN VIA KABELTELEVISIE EVENALS DE UITZENDING VAN RECLAMEBOODSCHAPPEN VIA TELEVISIE VERBIEDT , INDIEN DIE REGELING WORDT TOEGEPAST ZONDER ONDERSCHEID NAAR DE BINNEN- OF BUITENLANDSE HERKOMST VAN DIE BOODSCHAPPEN , DAN WEL NAAR DE NATIONALITEIT OF DE PLAATS VAN VESTIGING VAN DE VERRICHTER VAN DE DIENST .
2 . EEN NATIONALE REGELING DIE HET DOORGEVEN VAN RECLAMEBOODSCHAPPEN VIA KABELTELEVISIE VERBIEDT , KAN NIET DESWEGE WORDEN BESCHOUWD ALS EEN MET HET BEOOGDE DOEL ONEVENREDIGE MAATREGEL , OMDAT HET VERBOD WEGENS HET BESTAAN VAN ZONES MET GEWONE ONTVANGST BETREKKELIJK ONDOELTREFFEND IS , NOCH DESWEGE ALS EEN DOOR HET VERDRAG VERBODEN DISCRIMINATIE VAN BUITENLANDSE ZENDERS , OMDAT DEZE WEGENS HUN GEOGRAFISCHE LIGGING DE VERSPREIDING VAN HUN BOODSCHAPPEN SLECHTS IN DE ZONE MET GEWONE ONTVANGST KUNNEN VERZEKEREN .