This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61978CJ0182
Judgment of the Court of 31 May 1979. # Bestuur van het Algemeen Ziekenfonds Drenthe-Platteland v G. Pierik. # Reference for a preliminary ruling: Centrale Raad van Beroep - Netherlands. # Benefits in kind for pensioners. # Case 182/78.
Arrest van het Hof van 31 mei 1979.
Bestuur van het Algemeen Ziekenfonds Drenthe-Platteland tegen G. Pierik.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Centrale Raad van Beroep - Nederland.
Verstrekkingen in natura aan rechthebbenden.
Zaak 182/78.
Arrest van het Hof van 31 mei 1979.
Bestuur van het Algemeen Ziekenfonds Drenthe-Platteland tegen G. Pierik.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Centrale Raad van Beroep - Nederland.
Verstrekkingen in natura aan rechthebbenden.
Zaak 182/78.
Jurisprudentie 1979 -01977
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1979:142
ARREST VAN HET HOF VAN 31 MEI 1979. - BESTUUR VAN HET ALGEMEEN ZIEKENFONDS DRENTHE - PLATTELAND TEGEN G. PIERIK. - (" VERSTREKKINGEN IN NATURA AAN RECHTHEBBENDEN "). - (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE CENTRALE RAAD VAN BEROEP). - ZAAK NO. 182/78.
Jurisprudentie 1979 bladzijde 01977
Griekse bijz. uitgave bladzijde 00003
Zweedse bijz. uitgave bladzijde 00453
Finse bijz. uitgave bladzijde 00487
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 01031
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
1 . SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS - COMMUNAUTAIRE REGELING - WERKNEMER - BEGRIP
( VERORDENING NR . 1408/71 VAN DE RAAD , ARTIKEL 1 , SUB A )
2 . SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS - ZIEKTEVERZEKERING - IN EEN ANDERE LID-STAAT VERLEENDE VERSTREKKINGEN - RECHTHEBBENDEN - PENSIOEN- OF RENTETREKKERS
( VERORDENING NR . 1408/71 VAN DE RAAD , ARTIKEL 22 , LID 1 , SUB C )
3 . SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS - ZIEKTEVERZEKERING - IN EEN ANDERE LID-STAAT VERLEENDE VERSTREKKINGEN IN NATURA - PENSIOEN- OF RENTETREKKERS - TOESTEMMING VAN HET BEVOEGDE ORGAAN - TOEPASSELIJKE BEPALINGEN
( VERORDENING NR . 1408/71 VAN DE RAAD , ARTIKEL 22 , LID 1 , SUB C , EN LID 2 )
4 . SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS - ZIEKTEVERZEKERING - IN EEN ANDERE LID-STAAT VERLEENDE VERSTREKKINGEN IN NATURA - TOESTEMMING VAN HET BEVOEGDE ORGAAN - TOEKENNINGSVOORWAARDEN
( VERORDENING NR . 1408/71 VAN DE RAAD , ARTIKEL 22 , LID 1 , SUB C , EN LID 2 )
5 . SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS - ZIEKTEVERZEKERING - IN EEN ANDERE LID-STAAT VERLEENDE VERSTREKKINGEN IN NATURA - BEGRIP
( VERORDENING NR . 1408/71 VAN DE RAAD , ARTIKEL 22 , LID 1 , SUB C )
1 . DE IN ARTIKEL 1 , SUB A , VAN VERORDENING NR . 1408/71 VAN DE RAAD VOOR DE TOEPASSING VAN DEZE VERORDENING GEGEVEN OMSCHRIJVING VAN HET BEGRIP ' ' WERKNEMER ' ' HEEFT EEN ALGEMENE STREKKING EN OMVAT MITSDIEN IEDER DIE , AL DAN NIET BEROEPSWERKZAAMHEDEN VERRICHTEND , DE HOEDANIGHEID BEZIT VAN VERZEKERDE KRACHTENS DE SOCIALE ZEKERHEIDSWETGEVING VAN EEN OF MEER LID-STATEN . DAARUIT VOLGT DAT DEGENEN DIE RECHT HEBBEN OP EEN PENSIOEN OF EEN RENTE , VERSCHULDIGD KRACHTENS DE WETTELIJKE REGELING VAN EEN OF MEER LID-STATEN , ZELFS INDIEN ZIJ GEEN BEROEPSWERKZAAMHEDEN VERRICHTEN , WEGENS HUN AANSLUITING BIJ EEN STELSEL VAN SOCIALE ZEKERHEID VALLEN ONDER DE BEPALINGEN VAN DE VERORDENING INZAKE ' ' WERKNEMERS ' ' , TENZIJ VOOR HEN BIJZONDERE BEPALINGEN GELDEN .
2 . ALS ARTIKEL 22 , LID 1 , SUB C , VAN VERORDENING NR . 1408/71 VAN ' ' WERKNEMERS ' ' SPREEKT , IS DAT NIET OM HET TOEPASSINGSGEBIED ERVAN TE BEPERKEN TOT DE ACTIEVE WERKNEMERS IN TEGENSTELLING TOT DE INACTIEVE WERKNEMERS ; DEZELFDE TERM WORDT IMMERS GEBEZIGD IN DE ARTIKELEN 25 EN 26 VAN HETZELFDE HOOFDSTUK , DIE RESPECTIEVELIJK DE ' ' WERKLOZEN ' ' EN DE ' ' AANVRAGERS VAN EEN PENSIOEN OF RENTE ' ' BETREFFEN .
3 . IN HET GEVAL VAN EEN PENSIOEN- OF RENTETREKKER DIE RECHT HEEFT OP VERSTREKKINGEN IN NATURA KRACHTENS DE WETGEVING VAN EEN LID-STAAT EN GEEN BEROEPSWERKZAAMHEDEN VERRICHT , WORDT HET RECHT OM VAN HET BEVOEGDE ORGAAN TOESTEMMING TE KRIJGEN OM ZICH NAAR EEN ANDERE LID-STAAT TE BEGEVEN TEN EINDE ALDAAR EEN VOOR ZIJN GEZONDHEIDSTOESTAND PASSENDE BEHANDELING TE ONDERGAAN , BEHEERST DOOR DE BEPALINGEN VAN ARTIKEL 22 , LID 1 , SUB C , EN LID 2 , VAN VERORDENING NR . 1408/71 .
4 . ZODRA HET BEVOEGDE ORGAAN ERKENT DAT DE VOOR DE GEZONDHEIDSTOESTAND VAN EEN WERKNEMER PASSENDE BEHANDELING EEN NOODZAKELIJKE EN DOELTREFFENDE THERAPIE VORMT VOOR DE ZIEKTE OF AANDOENING WAARAAN DE BETROKKENE LIJDT , IS AAN DE VOORWAARDEN VOOR TOEPASSING VAN ARTIKEL 22 , LID 2 , TWEEDE ALINEA , VAN VERORDENING NR . 1408/71 VOLDAAN . HET BEVOEGDE ORGAAN MAG DAN DE IN DIE BEPALING BEDOELDE EN INGEVOLGE LID 1 , SUB C , VAN HETZELFDE ARTIKEL VEREISTE TOESTEMMING NIET WEIGEREN .
5 . DE WOORDEN ' ' VERSTREKKINGEN WELKE VOOR REKENING VAN HET BEVOEGDE ORGAAN DOOR HET ORGAAN VAN DE WOON- OF VERBLIJFPLAATS WORDEN VERLEEND ' ' IN ARTIKEL 22 , LID 1 , SUB C-I , VAN VERORDENING NR . 1408/71 , HEBBEN BETREKKING OP ELKE VERSTREKKING DIE HET ORGAAN VAN DE LID-STAAT WAARHEEN BETROKKENE ZICH BEGEEFT NA DE IN LID 1 , SUB C , VAN DAT ARTIKEL BEDOELDE TOESTEMMING TE HEBBEN VERKREGEN , KAN VERLENEN , OOK INDIEN HET KRACHTENS DE WETTELIJKE REGELING DIE HET TOEPAST , DAARTOE NIET VERPLICHT IS .
IN ZAAK 182/78 ,
BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG , VAN DE CENTRALE RAAD VAN BEROEP IN HET ALDAAR AANHANGIG GEDING TUSSEN
HET BESTUUR VAN HET ALGEMEEN ZIEKENFONDS DRENTHE-PLATTELAND , TE ZWOLLE ,
EN
G . PIERIK , TE WAPENVELD ,
OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING INZAKE DE UITLEGGING VAN DE BEPALINGEN VAN ' S RAADS VERORDENING NR . 1408/71 OVER HET RECHT VAN DE ' ' RECHTHEBBENDEN OP EEN PENSIOEN OF RENTE ' ' EEN VOOR HUN GEZONDHEIDSTOESTAND PASSENDE BEHANDELING TE ONDERGAAN OP HET GRONDGEBIED VAN EEN ANDERE LID-STAAT DAN DIE WAARIN ZIJ WONEN ,
1BIJ BEVEL VAN 18 JULI 1978 , AAN HET HOF TOEGEZONDEN BIJ BRIEF VAN ZIJN FUNGEREND VOORZITTER VAN 8 SEPTEMBER 1978 , INGEKOMEN TER GRIFFIE OP 11 SEPTEMBER DAAROPVOLGEND , HEEFT DE CENTRALE RAAD VAN BEROEP KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG VRAGEN GESTELD OVER DE UITLEGGING VAN VERORDENING NR . 1408/71 VAN DE RAAD VAN 14 JUNI 1971 BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE SOCIALE ZEKERHEIDSREGELINGEN OP LOONTREKKENDEN EN HUN GEZINNEN , DIE ZICH BINNEN DE GEMEENSCHAP VERPLAATSEN ( PB L 149 VAN 1971 , BLZ . 2 ). DEZE VRAGEN ZIJN OPGEWORPEN IN HET KADER VAN EEN GESCHIL WAARIN DIEZELFDE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE ZICH BIJ BRIEF VAN HAAR VOORZITTER , INGEKOMEN TER GRIFFIE OP 30 SEPTEMBER 1977 , REEDS EERDER MET VRAGEN OVER DE UITLEGGING VAN GENOEMDE VERORDENING TOT HET HOF HAD GEWEND .
2NADAT HET HOF DIE VRAGEN HAD BEANTWOORD IN ZIJN ARREST VAN 16 MAART 1978 ( ZAAK 117/77 , JURISPR . 1978 , BLZ . 825 ), MEENDE DE NATIONALE RECHTER DAT NIET ALLE RECHTSVRAGEN DIE HET HOOFDGEDING OPWIERP , GEACHT KONDEN WORDEN DAARMEE TE ZIJN OPGELOST . BIJ DE HERVATTING VAN HET HOOFDGEDING HEEFT DE NATIONALE RECHTER INZONDERHEID EROP GEWEZEN DAT DE BESLISSING VAN HET GESCHIL , VOOR WAT VERORDENING NR . 1408/71 BETREFT , NOG AFHING VAN DE BEANTWOORDING VAN DE VOLGENDE VRAGEN :
' ' A ) IS HET BEGRIP WERKNEMER IN ARTIKEL 22 VAN VERORDENING NR . 1408/71 IN ZOVERRE ENGER DAN HET BEGRIP WERKNEMER IN DE ZIN VAN ARTIKEL 1 , SUB A , VAN DE VERORDENING , DAT ARTIKEL 22 SLECHTS BETREKKING HEEFT OP DE ACTIEVE WERKNEMERS , ZODAT TEN AANZIEN VAN DEGENEN DIE , NIET OF NIET MEER ACTIEF ZIJNDE , RECHT HEBBEN OP EEN UITKERING WEGENS INVALIDITEIT , VERSCHULDIGD KRACHTENS DE WETTELIJKE REGELING VAN EEN LID-STAAT , EN DIE KRACHTENS DE WETGEVING VAN DIE LID-STAAT WAAROP DE VERORDENING VAN TOEPASSING IS TER ZAKE VAN GENEESKUNDIGE VERZORGING EN BIJZONDERE ZIEKTEKOSTEN RECHT HEBBEN OP VERSTREKKINGEN , SLECHTS HET BEPAALDE IN ARTIKEL 31 VAN TOEPASSING IS?
B ) STREKT DE IN ARTIKEL 22 , LID 2 , TWEEDE ALINEA , VAN VERORDENING NR . 1408/71 BEDOELDE VERPLICHTING OM DE KRACHTENS HET EERSTE LID , SUB C , VAN VERMELD ARTIKEL 22 VEREISTE TOESTEMMING TE VERLENEN ZICH ZOVER UIT , DAT DEZE TOESTEMMING DOOR HET BEVOEGDE ORGAAN NIET KAN WORDEN GEWEIGERD OP GROND VAN DE OMSTANDIGHEID DAT DE BEDOELDE BEHANDELING WELBEWUST NIET IN HET VERSTREKKINGENPAKKET VAN DE WETTELIJKE REGELING OP HET GEBIED VAN ZIEKTE EN MOEDERSCHAP DIE DOOR DAT ORGAAN WORDT TOEGEPAST IS OPGENOMEN , BIJ VOORBEELD UIT MEDISCHE , MEDISCH-ETHISCHE OF FINANCIELE OVERWEGINGEN DAN WEL OMDAT DE AARD VAN DE BEDOELDE BEHANDELING IN DE LID-STAAT WAAR HET BEVOEGDE ORGAAN IS GEVESTIGD , IN ZIJN ALGEMEENHEID NIET POSITIEF WORDT GEWAARDEERD OF OMDAT DE BEHANDELING NIET GEACHT WORDT TOT HET GEBIED VAN DE GEZONDHEIDSZORG TE BEHOREN EN OOK WELBEWUST NIET KRACHTENS EEN ANDERE WETTELIJKE REGELING VAN DIE LID-STAAT WAAROP DE VERORDENING VAN TOEPASSING IS , WORDT GEGEVEN?
C ) HEBBEN DE WOORDEN , VERSTREKKINGEN WELKE VOOR REKENING VAN HET BEVOEGDE ORGAAN DOOR HET ORGAAN VAN DE WOON- OF VERBLIJFPLAATS WORDEN VERLEEND ' IN ARTIKEL 22 , LID 1 , SUB C-I , OOK REEDS ZONDER MEER BETREKKING OP HET GEVAL WAARIN HET ORGAAN VAN DE LID-STAAT WAARHEEN BETROKKENE ZICH VOOR HET ONDERGAAN VAN EEN BEHANDELING WENST TE BEGEVEN , WEL BEVOEGD IS DIE BEHANDELING ALS VERSTREKKING TE VERLENEN , MAAR NORMALITER NIET VERPLICHT IS VAN DEZE BEVOEGDHEID GEBRUIK TE MAKEN , DAN WEL MOET HET BEVOEGDE ORGAAN IN EEN DERGELIJKE SITUATIE , ALVORENS DE GEVRAAGDE TOESTEMMING TE VERLENEN , NAGAAN OF HET ORGAAN VAN DE LID-STAAT WAARHEEN BETROKKENE ZICH VOOR HET ONDERGAAN VAN DE BEHANDELING WENST TE BEGEVEN , DEZE BEHANDELING ALS VERSTREKKING AAN BETROKKENE ZOU VERLENEN INDIEN DEZE INGEVOLGE DE DOOR DIT ORGAAN UITGEVOERDE WETTELIJKE REGELING VERZEKERD WAS?
' '
3MET ZIJN EERSTE VRAAG WIL DE NATIONALE RECHTER IN HOOFDZAAK VERNEMEN OF DE BEPALINGEN VAN ARTIKEL 22 VAN VERORDENING NR . 1408/71 , WAARIN HET RECHT VAN DE ' ' WERKNEMER ' ' OP VERSTREKKINGEN IN NATURA WORDT GEREGELD , OOK TOEPASSELIJK ZIJN OP DE RECHTHEBBENDE OP EEN PENSIOEN OF RENTE ' ' DIE NIET OF NIET MEER ACTIEF IS ' ' EN DIE HET BEVOEGDE ORGAAN TOESTEMMING VRAAGT OM ZICH NAAR EEN ANDERE LID-STAAT TE BEGEVEN DAN DIE WAARIN HIJ WOONT , TEN EINDE ALDAAR EEN VOOR ZIJN GEZONDHEIDSTOESTAND PASSENDE BEHANDELING TE ONDERGAAN .
4IN ARTIKEL 1 , SUB A , VAN VERORDENING NR . 1408/71 WORDT HET BEGRIP ' ' WERKNEMER ' ' OMSCHREVEN ALS IEDER DIE VERPLICHT OF VRIJWILLIG IS VERZEKERD BIJ EEN VAN DE IN DE ALINEA ' S I , II EN III VAN DIE BEPALING BEDOELDE STELSELS VAN SOCIALE ZEKERHEID . DEZE OMSCHRIJVING , GEGEVEN ' ' VOOR DE TOEPASSING VAN DEZE VERORDENING ' ' , HEEFT EEN ALGEMENE STREKKING EN OMVAT MITSDIEN IEDER DIE , AL DAN NIET BEROEPSWERKZAAMHEDEN VERRICHTEND , DE HOEDANIGHEID BEZIT VAN VERZEKERDE KRACHTENS DE SOCIALE ZEKERHEIDSWETGEVING VAN EEN OF MEER LID-STATEN . DAARUIT VOLGT DAT DEGENEN DIE RECHT HEBBEN OP EEN PENSIOEN OF EEN RENTE , VERSCHULDIGD KRACHTENS DE WETTELIJKE REGELING VAN EEN OF MEER LID-STATEN , ZELFS INDIEN ZIJ GEEN BEROEPSWERKZAAMHEDEN VERRICHTEN , WEGENS HUN AANSLUITING BIJ EEN STELSEL VAN SOCIALE ZEKERHEID VALLEN ONDER DE BEPALINGEN VAN DE VERORDENING INZAKE ' ' WERKNEMERS ' ' , TENZIJ VOOR HEN BIJZONDERE BEPALINGEN GELDEN .
5VERORDENING NR . 1408/71 GEEFT IN DE ARTIKELEN 27 TOT EN MET 33 VAN TITEL III , HOOFDSTUK I , AFDELING 5 , BIJZONDERE BEPALINGEN BETREFFENDE ' ' PENSIOEN- OF RENTETREKKERS EN HUN GEZINSLEDEN ' ' . DEZE BEPALINGEN ZIJN KRACHTENS ARTIKEL 34 UITSLUITEND VAN TOEPASSING OP DE PENSIOEN- OF RENTETREKKERS DIE , ONAFHANKELIJK VAN HET VERRICHTEN VAN BEROEPSWERKZAAMHEDEN , RECHT HEBBEN OP VERSTREKKINGEN IN NATURA ; HIERONDER VALLEN DUS DE INACTIEVE PENSIOEN- OF RENTETREKKERS .
6DIE BEPALINGEN BEVATTEN IN ARTIKEL 31 EEN REGELING VAN HET RECHT VAN BEDOELDE VERZEKERDEN OP VERSTREKKINGEN IN NATURA , WANNEER DIE NOODZAKELIJK WORDEN GEDURENDE EEN VERBLIJF IN EEN ANDERE LID-STAAT DAN DIE WAARIN ZIJ WONEN . DAARENTEGEN IS HET RECHT OP VERSTREKKINGEN IN NATURA VAN EEN IN EEN LID-STAAT WOONACHTIGE VERZEKERDE DIE HET BEVOEGDE ORGAAN TOESTEMMING VRAAGT OM ZICH NAAR HET GRONDGEBIED VAN EEN ANDERE LID-STAAT TE BEGEVEN TEN EINDE ALDAAR EEN VOOR ZIJN GEZONDHEIDSTOESTAND PASSENDE BEHANDELING TE ONDERGAAN , GEREGELD IN ARTIKEL 22 , LID 1 , SUB C , VAN HETZELFDE HOOFDSTUK .
7ALS VERORDENING NR . 1408/71 IN DEZE LAATSTE BEPALING VAN ' ' WERKNEMER ' ' SPREEKT , IS DAT NIET OM HET TOEPASSINGSGEBIED ERVAN TE BEPERKEN TOT DE ACTIEVE WERKNEMERS IN TEGENSTELLING TOT DE INACTIEVE WERKNEMERS ; DEZELFDE TERM WORDT IMMERS GEBEZIGD IN DE ARTIKELEN 25 EN 26 VAN HETZELFDE HOOFDSTUK , DIE RESPECTIEVELIJK DE ' ' WERKLOZEN ' ' EN DE ' ' AANVRAGERS VAN EEN PENSIOEN OF RENTE ' ' BETREFFEN .
8OP DE EERSTE VRAAG MOET MITSDIEN WORDEN GEANTWOORD DAT IN HET GEVAL VAN EEN PENSIOEN- OF RENTETREKKER DIE RECHT HEEFT OP VERSTREKKINGEN IN NATURA KRACHTENS DE WETGEVING VAN EEN LID-STAAT EN DIE GEEN BEROEPSWERKZAAMHEDEN VERRICHT , HET RECHT OM VAN HET BEVOEGDE ORGAAN TOESTEMMING TE KRIJGEN OM ZICH NAAR EEN ANDERE LID-STAAT TE BEGEVEN TENEINDE ALDAAR EEN VOOR ZIJN GEZONDHEIDSTOESTAND PASSENDE BEHANDELING TE ONDERGAAN , WORDT BEHEERST DOOR DE BEPALINGEN VAN ARTIKEL 22 , LID 1 , SUB C , EN LID 2 VAN VERORDENING NR . 1408/71 .
9WAT DE TWEEDE VRAAG BETREFT , HEEFT HET HOF IN ZIJN ARREST VAN 16 MAART 1978 IN DE EERDER GENOEMDE ZAAK 117/77 VOOR RECHT VERKLAARD DAT ' ' DE IN ARTIKEL 22 , LID 2 , TWEEDE ALINEA , BEDOELDE VERPLICHTING OM DE KRACHTENS LID 1 , SUB C , VEREISTE TOESTEMMING TE VERLENEN , ZICH ZOWEL UITSTREKT TOT HET GEVAL WAARIN DE IN EEN ANDERE LID-STAAT GEGEVEN BEHANDELING DOELTREFFENDER IS DAN DE BEHANDELING WAARVOOR DE BETROKKENE IN AANMERKING KOMT IN DE LID-STAAT WAARIN HIJ WOONT , ALS TOT HET GEVAL WAARIN DE BETROKKEN BEHANDELING NIET OP HET GRONDGEBIED VAN DEZE LAATSTE STAAT KAN WORDEN GEGEVEN ' ' .
10IN RECHTSOVERWEGING 15 VAN DAT ARREST WORDT BOVENDIEN GESTELD DAT DE VERSTREKKINGEN MET HET OOG WAAROP TOESTEMMING IS VERLEEND OM ZICH NAAR EEN ANDERE LID-STAAT TE BEGEVEN , ' ' ZICH UITSTREKKEN TOT ALLE BEHANDELINGEN WELKE EEN DOELTREFFENDE THERAPIE KUNNEN WAARBORGEN VAN DE ZIEKTE OF AANDOENING WAARAAN DE BETROKKENE LIJDT ' ' , EN IN RECHTSOVERWEGING 16 WORDT HIERUIT AFGELEID ' ' DAT HET ONDER DEZE OMSTANDIGHEDEN VAN GEEN BELANG IS OF DE VERSTREKKING DIE DE WERKNEMER NODIG HEEFT , KAN WORDEN VERLEEND OP HET GRONDGEBIED VAN DE LID-STAAT WAARIN HIJ WOONT , DAAR HET ENKELE FEIT DAT DEZE VERSTREKKING OVEREENKOMT MET EEN VOOR DE GEZONDHEIDSTOESTAND VAN DE BETROKKENE PASSENDER BEHANDELING , BESLISSEND IS VOOR DE VERLENING VAN DE IN GENOEMD LID 1 , SUB C , BEDOELDE TOESTEMMING ' ' . DOOR DE BESLISSINGSBEVOEGDHEID VAN HET BEVOEGDE ORGAAN OP DIT GEBIED TE BEPERKEN , ERKENT HET ARREST IN RECHTSOVERWEGING 17 IMPLICIET DAT HET AAN DIT ORGAAN STAAT OM OBJECTIEF DE MEDISCHE GRONDEN VOOR HET VERLENEN OF HET WEIGEREN VAN DE KRACHTENS ARTIKEL 22 , LID 1 , SUB C , VEREISTE TOESTEMMING TE TOETSEN , MET NAME GELET OP DE GEZONDHEIDSTOESTAND VAN DE BETROKKENE , DE ERNST VAN ZIJN ZIEKTE OF AANDOENING EN DE DOELTREFFENDHEID VAN DE GEWENSTE BEHANDELING .
11ZODRA HET BEVOEGDE ORGAAN DIE TOETSING HEEFT VOLVOERD EN ERKENT DAT DE GEWENSTE BEHANDELING EEN DOELTREFFENDE THERAPIE VORMT VOOR DE ZIEKTE OF AANDOENING WAARAAN DE BETROKKENE LIJDT , IS ZIJN BESLISSINGSBEVOEGDHEID DERHALVE GEBONDEN DOOR DE HEM OP DUIDELIJKE EN ONDUBBELZINNIGE WIJZE IN ARTIKEL 22 , LID 2 , TWEEDE ALINEA , VAN DE VERORDENING OPGELEGDE VERPLICHTING OM DE INGEVOLGE LID 1 , SUB C , VAN DAT ARTIKEL VEREISTE TOESTEMMING NIET TE WEIGEREN .
12ZOWEL BLIJKENS DE BEPALINGEN ALS BLIJKENS DE DOELSTELLINGEN VAN ARTIKEL 22 DER VERORDENING DIENEN DE MEDISCHE VEREISTEN EEN DOORSLAGGEVENDE ROL TE SPELEN BIJ DE BESLISSING VAN HET BEVOEGDE ORGAAN OM DE BEDOELDE TOESTEMMING TE VERLENEN OF TE WEIGEREN ; IN LID 2 , TWEEDE ALINEA , VAN DAT ARTIKEL WORDT IMMERS IN HET ALGEMEEN EN ZONDER VOORBEHOUD BEPAALD DAT DE TOESTEMMING NIET MAG WORDEN GEWEIGERD ' ' WANNEER DE DESBETREFFENDE BEHANDELING NIET OP HET GRONDGEBIED VAN DE LID-STAAT , WAAROP HIJ WOONT , AAN DE BETROKKENE KAN WORDEN GEGEVEN ' ' .
13OP DE TWEEDE VRAAG MOET DERHALVE WORDEN GEANTWOORD DAT , ZODRA HET BEVOEGDE ORGAAN ERKENT DAT DE GEWENSTE BEHANDELING EEN NOODZAKELIJKE EN DOELTREFFENDE THERAPIE VORMT VOOR DE ZIEKTE OF AANDOENING WAARAAN DE BETROKKENE LIJDT , AAN DE VOORWAARDEN VOOR TOEPASSING VAN ARTIKEL 22 , LID 2 , TWEEDE ALINEA , VAN VERORDENING NR . 1408/71 IS VOLDAAN EN DAT HET BEVOEGDE ORGAAN DE IN DIE BEPALING BEDOELDE EN INGEVOLGE LID 1 , SUB C , VAN HETZELFDE ARTIKEL VEREISTE TOESTEMMING DAN NIET MAG WEIGEREN .
14WAT TEN SLOTTE DE DERDE VRAAG BETREFT , STAAT VAST - ZOALS HET HOF HEEFT VASTGESTELD IN ZIJN VOORNOEMD ARREST VAN 16 MAART 1978 IN ZAAK 117/77 - DAT KRACHTENS DE BEPALINGEN VAN DE ARTIKELEN 93 , LID 1 , EN 96 VAN VERORDENING NR . 574/72 VAN DE RAAD VAN 21 MAART 1972 TOT VASTSTELLING VAN DE WIJZE VAN TOEPASSING VAN VERORDENING NR . 1408/71 ( PB L 74 VAN 1972 , BLZ . 1 ), HET BEDRAG VAN DE KRACHTENS ARTIKEL 22 VAN VERORDENING NR . 1408/71 VERLEENDE VERSTREKKINGEN ' ' DOOR HET BEVOEGDE ORGAAN AAN HET ORGAAN DAT GENOEMDE VERSTREKKINGEN HEEFT VERLEEND , ( WORDT ) VERGOED , ZOALS DIT BEDRAG UIT DE BOEKHOUDING VAN LAATSTGENOEMD ORGAAN BLIJKT ' ' , EN DAT DIE VERGOEDING BOVENDIEN ' ' VOLLEDIG ' ' IS .
15AANGEZIEN DE BEDOELDE BEHANDELING VOOR REKENING KOMT VAN HET BEVOEGDE ORGAAN DAT DE TOESTEMMING HEEFT VERLEEND , VOLGT DAARUIT DAT HET ORGAAN VAN DE LID-STAAT WAARHEEN DE BETROKKENE ZICH TER BEHANDELING BEGEEFT , OP VERTOON VAN EEN DERGELIJKE TOESTEMMING VERPLICHT IS DIE BEHANDELING TE VERSTREKKEN , OOK INDIEN HET KRACHTENS DE WETTELIJKE REGELING DIE HET TOEPAST , NIET DAARTOE VERPLICHT , DOCH SLECHTS BEVOEGD IS .
16OP DE DERDE VRAAG MOET MITSDIEN WORDEN GEANTWOORD DAT DE WOORDEN ' ' VERSTREKKINGEN WELKE VOOR REKENING VAN HET BEVOEGDE ORGAAN DOOR HET ORGAAN VAN DE WOON- OF VERBLIJFPLAATS WORDEN VERLEEND ' ' IN ARTIKEL 22 , LID 1 , SUB C-I , VAN VERORDENING NR . 1408/71 BETREKKING HEBBEN OP ELKE VERSTREKKING DIE HET ORGAAN VAN DE LID-STAAT WAARHEEN BETROKKENE ZICH BEGEEFT NA DE IN LID 1 , SUB C , VAN DAT ARTIKEL BEDOELDE TOESTEMMING TE HEBBEN VERKREGEN , KAN VERLENEN , OOK INDIEN HET KRACHTENS DE WETTELIJKE REGELING DIE HET TOEPAST , DAARTOE NIET VERPLICHT IS .
KOSTEN
17DE KOSTEN DOOR DE COMMISSIE , DE REGERING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK , DE BELGISCHE EN DE NEDERLANDSE REGERING WEGENS INDIENING HUNNER OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT , KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN DE PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN , ZODAT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .
HET HOF VAN JUSTITIE ,
UITSPRAAK DOENDE OP DE VRAGEN BIJ BEVEL VAN 18 JULI 1978 DOOR DE CENTRALE RAAD VAN BEROEP GESTELD EN AAN HET HOF TOEGEZONDEN BIJ BRIEF VAN ZIJN FUNGEREND VOORZITTER VAN 8 SEPTEMBER 1978 , VERKLAART VOOR RECHT :
1 . IN HET GEVAL VAN EEN PENSIOEN- OF RENTETREKKER DIE RECHT HEEFT OP VERSTREKKINGEN IN NATURA KRACHTENS DE WETGEVING VAN EEN LID-STAAT EN GEEN BEROEPSWERKZAAMHEDEN VERRICHT , WORDT HET RECHT OM VAN HET BEVOEGDE ORGAAN TOESTEMMING TE KRIJGEN OM ZICH NAAR EEN ANDERE LID-STAAT TE BEGEVEN TEN EINDE ALDAAR EEN VOOR ZIJN GEZONDHEIDSTOESTAND PASSENDE BEHANDELING TE ONDERGAAN , BEHEERST DOOR DE BEPALINGEN VAN ARTIKEL 22 , LID 1 , SUB C , EN LID 2 , VAN VERORDENING NR . 1408/71 .
2 . ZODRA HET ORGAAN ERKENT DAT DE GEWENSTE BEHANDELING EEN NOODZAKELIJKE EN DOELTREFFENDE THERAPIE VORMT VOOR DE ZIEKTE OF AANDOENING WAARAAN DE BETROKKENE LIJDT , IS AAN DE VOORWAARDEN VOOR TOEPASSING VAN ARTIKEL 22 , LID 2 , TWEEDE ALINEA , VAN VERORDENING NR . 1408/71 VOLDAAN . HET BEVOEGDE ORGAAN MAG DAN DE IN DIE BEPALING BEDOELDE EN INGEVOLGE LID 1 , SUB C , VAN HETZELFDE ARTIKEL VEREISTE TOESTEMMING NIET WEIGEREN .
3 . DE WOORDEN ' ' VERSTREKKINGEN WELKE VOOR REKENING VAN HET BEVOEGDE ORGAAN DOOR HET ORGAAN VAN DE WOON- OF VERBLIJFPLAATS WORDEN VERLEEND ' ' EN ARTIKEL 22 , LID 1 , SUB C-I , VAN VERORDENING NR . 1408/71 HEBBEN BETREKKING OP ELKE VERSTREKKING DIE HET ORGAAN VAN DE LID-STAAT WAARHEEN BETROKKENE ZICH BEGEEFT NA DE IN LID 1 , SUB C , VAN DAT ARTIKEL BEDOELDE TOESTEMMING TE HEBBEN VERKREGEN , KAN VERLENEN , OOK INDIEN HET KRACHTENS DE WETTELIJKE REGELING DIE HET TOEPAST , DAARTOE NIET VERPLICHT IS .